Voor het totaal te verwachten negatieve resultaat van circa € 42.46 miljoen is een verliesvoorziening gevormd. Voor een toelichting op de resultaten per grondexploitatie verwijzen we naar het MPG 2019.
Voor een toelichting op de resultaten per grondexploitatie wordt verwezen naar het MPG 2019.
Tussentijdse winstnemingen
Het BBV schrijft een tussentijdse winstneming voor bij winstgevende projecten, naar rato van de voortgang. De regelgeving omtrent deze tussentijdse winstneming is in 2017 aangescherpt en de methodiek van de winstbepaling wordt landelijk toegepast.
Voor het tussentijds winstnemen gelden 3 voorwaarden:
- Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat; én
- De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht; én
- De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).
De hoogte van de tussentijdse winstneming bepalen we jaarlijks per project op basis van het zogenaamde percentage of completion (POC) en de geactualiseerde grondexploitaties. Eventuele risico’s (onzekerheden) mogen hierop in mindering worden gebracht. Vorig jaar verwerkten we de winstneming in de resultaten van het MPG. Op basis van voortschrijdend inzicht presenteren we de winstneming nu apart. Hierdoor blijft het feitelijke eindresultaat van de grondexploitaties inzichtelijk. De hoogte van de tussentijdse winstneming bepalen we jaarlijks opnieuw en verrekenen we met eerder genomen winsten. Het kan hierbij ook voorkomen dat op basis van de geactualiseerde grondexploitaties een deel van de eerder genomen tussentijdse winst wordt teruggeboekt.
Bij de Jaarrekening 2017 is voor het eerst tussentijds winst genomen, in totaal ca. € 1,09 mln. Bij de Jaarrekening 2018 is wederom winstgenomen. Ditmaal betrof het de volgende grondexploitaties:
- Oudeland € 3,33 mln
- Rodenrijse Zoom € 0,17 mln
- Parkzoom € 0,79 mln
- Scholen Boterdorp € 0,00 mln
Totaal namen we bij de Jaarrekening 2018 € 4,29 mln aan winst waardoor het totaal aan tussentijds genomen winst € 5,29 mln bedraagt. Voorzichtigheidshalve houden we in de begroting geen rekening met verdere winsten. Die verwachten we wel (zie resultaten MPG 2019). Indien deze zich voordoen worden de winsten conform de Nota Grondbeleid en de Nota Reserves en Voorzieningen 2016 verrekend met de algemene reserve.
Risico’s
Ondanks dat we de ramingen binnen de grondexploitaties met de grootst mogelijke zorgvuldigheid opstellen, blijven er risico’s bestaan. Niemand kan de toekomst voorspellen en de berekeningen zijn gebaseerd op aannames en uitgangspunten, die in de praktijk anders (zowel positief als negatief) kunnen uitvallen. De belangrijkste risico’s die samenhangen met de grondexploitaties hebben betrekking op de planning, de prijs en het programma. Voor de komende 4 jaar (2020 t/m 2023) zijn de opbrengsten geraamd op een totaal van ruim € 142,19 miljoen, gemiddeld zo’n € 35,55 miljoen per jaar. Het college stuurt dan ook actief op de realisatie van deze opbrengsten.
Bij de actualisatie van de grondexploitaties actualiseren wij ook de risico’s. Op totaalniveau is het risicoprofiel gekoppeld aan de benodigde weerstandscapaciteit, zie paragraaf Weerstandscapaciteit. In onderstaande tabel worden de risico’s per project weergegeven.