In 2022 optimaliseren we onze werkprocessen verder na de implementatiefase van de Omgevingswet (OW) en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb).

Naast procedurele wijzigingen heeft de invoering van de OW en de Wkb ook financiële effecten, die deels afhankelijk zijn van de keuzes die de raad maakt in de transitiefase tussen 2022-2029. In de legesbegroting 2022 houden we rekening met de onzekerheden en variabelen door ze stuk voor stuk mee te wegen. De raad zal het komende jaar nog diverse keuzes maken waarbij we steeds de financiële effecten van die keuzes bij de besluitvorming in beeld brengen.

De bouwlocaties nemen af en samen met de invoering van de Wkb zal dit zorgen voor een verschuiving in de werkzaamheden: minder vergunningverlening, meer toezicht en handhaving. Met de komst van de OW ontstaat weer de mogelijkheid om voor milieubelastende activiteiten (omgevingsvergunningen milieu) leges te heffen.

De bodemtaken waar op dit moment de Provincie nog bevoegd gezag voor is zullen gelijktijdig met de komst van de OW overgedragen worden aan de gemeenten, wat een aanzienlijke hoeveelheid meerwerk met zich meebrengt. Het Rijk heeft nog geen inzicht gegeven of gemeenten hiervoor gecompenseerd worden. We verwerken dit budgettair op het moment dat duidelijker is wat de financiële gevolgen zijn.