Uit het voorgaande tabel blijkt dat onze grootste risico’s betrekking hebben op de grondexploitaties, waarvan Oudeland en Wilderszijde de grootste invloed hebben. De genoemde bedragen zijn de mogelijke verdere verliezen op de grondexploitaties als de ontwikkelingen niet lopen zoals we nu inschatten op basis van de huidige marktomstandigheden. Naast bovenstaande incidentele effecten zijn er, als het risico zich voordoet, ook structurele effecten omdat schulden niet of minder snel kunnen worden afgelost. Op basis van de huidige rekenrente grondexploitaties van 1,1% betekent elke € 10 miljoen verdere verlies name op de grondexploitatie een toename van de structurele rentelast op de begroting van € 0,11 miljoen.
Ten opzichte van het laatste P&C-document (jaarrekening 2020) deden zich geen wijzigingen voor in de belangrijkste risico’s.
In het eerste kwartaal 2021 werd bekend dat de aanvraag tweede tranche voor Wilderszijde niet is toegekend. Op basis van de businesscase die ten grondslag lag aan de aanvraag (gebaseerd is op het Masterplan) en rekening houdend met huidige voorziening voor het reeds in exploitatie genomen deel van Wilderszijde, past het tekort (waarbij er geen rekening is gehouden met een bijdrage van het Rijk) binnen het reeds opgenomen weerstandsvermogen van € 26,0 miljoen. Bij het kans percentage staat ‘n.v.t.’ omdat we voor Wilderszijde aansluiting zoeken bij de meest recente doorrekening van het Masterplan en voor het daaruit blijkende tekort een 100% ‘reservering’ maken in de benodigde weerstandscapaciteit. Naast het berekende tekort op basis van het Masterplan spelen er nog aanvullende risico’s, o.a. t.a.v. de te sluiten overeenkomsten en de nadere planuitwerking. Bij het toekomstig vaststellen van het bestemmingsplan en de hieraan gerelateerde grondexploitatie treffen we t.z.t. een voorziening en actualiseren we de risico’s in de risicoparagraaf en het benodigde weerstandsvermogen.
Risico’s verbonden partijen
De gemeente Lansingerland neemt deel in diverse gemeenschappelijke regelingen en verbonden partijen. In de paragraaf verbonden partijen van deze begroting is een overzicht hiervan opgenomen en is per partij ook inzicht gegeven in de risico’s bij de verbonden partij.
Uit de grondexploitaties en risico inventarisaties die ten grondslag liggen aan de jaarrekeningen 2020 (en begrotingen 2022) van de gemeenschappelijke regeling Hoefweg en Bleizo blijkt dat de risico’s die deze partijen lopen nog opgevangen kunnen worden binnen de eigen grondexploitaties (de grondexploitatie bevat zelf nog voldoende weerstandscapaciteit). De gemeente zelf hoeft op basis van de huidige inzichten geen weerstandscapaciteit voor Hoefweg en Bleizo aan te houden.
Voor Bleizo-Oost, het deel ten oosten van de HSL, is inmiddels het bestemminsplan definitief vastgesteld. De economische groei en vraag naar logistieke kavels in de Corridor A12 maakt dat er ruimte is voor logistieke bedrijventerreinen. Partijen in de Corridor A12 hebben hierover met elkaar afspraken gemaakt, waardoor het bestemmingsplan voor Bleizo-Oost vastgesteld kon worden. Voor Bleizo-West doen we onderzoek naar een alternatief ontwikkelprogramma. Hiervoor is een eerste stedenbouwkundige verkenning uitgevoerd. De vaststelling van het bestemmingsplan voor Bleizo-West is opgeschort totdat er meer duidelijkheid is over de uitkomsten van het onderzoek.
Risico’s als gevolg van Corona
Het COVID-19 (Corona) virus heeft direct en indirect invloed op onze financiën. Hoe groot de financiële impact op de rest van het jaar 2021 is en de daarop volgende jaren is nu onmogelijk volledig te bepalen. We monitoren onze risico’s en die van onze partners voortdurend. Om financieel de risico’s te kunnen opvangen besloot de gemeenteraad in mei 2020 om een bestemmingsreserve van € 5 miljoen voor het begrotingsjaar 2020 in te stellen. Bij het vaststellen van de jaarstukken 2020 besloot de Raad het restant van de reserve te gebruiken voor het opvangen van de aan Corona gerelateerde financiële risico’s in 2021. Nu het einde van de Corona-maatregelen in zicht zijn en de samenleving steeds meer open gaat nemen de financiële risico’s iets af, maar op een aantal onderdelen verwachten we ook nog impact in de begrotingsjaren 2022 en verder.
De VNG stelde een aantal handreikingen beschikbaar om de risico’s in beeld te brengen. In zijn algemeenheid geldt dat de risico’s op dit moment wel kwalitatief zijn te duiden, maar nog zeer moeilijk kwantitatief. Deze risico beschouwing is daarom ook vooral kwalitatief van aard en geeft de grootste financiële risico’s weer die het college op dit moment ziet. De lijst is, in willekeurige volgorde, als volgt:
• Toename van het aantal bijstandsgerechtigden; als gevolg van Corona kreeg de economie en daarmee de werkgelegenheid, zeker in bepaalde sectoren, klappen. Het Rijk nam een aantal steunmaatregelen om de werkgelegenheid te behouden (NOW-regeling) en ondernemers te ondersteunen (TVL). Het Rijk kondigde recent de afbouw van deze maatregelen af per 1 oktober 2021. Risico is dat bedrijven alsnog ‘financieel’ in de problemen komen en daardoor een impact ontstaat op de werkgelegenheid. In eerste instantie vallen ‘ontslagen’ medewerkers terug op de WW. Afhankelijk van de duur van de WW valt een deel van deze personen uiteindelijk ook terug op de bijstand. Ons huidige bestand is ongeveer 640 bijstandsgerechtigden. Een verdere stijging van dit aantal is een reëel risico. Daarom houden we in de begrotingscijfers rekening met een stijging gebaseerd op scenario ‘volledig herstel’. Risico is dat zich een negatiever scenario zich voordoet en de lasten sneller gaan stijgen. Het Rijk compenseert deze lasten (op termijn) mogelijk, maar uitgaande van de huidige systematiek voor financiering zal dat veelal met enige vertraging gaan (voordat de Rijksbijdrage om hoog gaat). De stijging van bijstandsgerechtigden betekent ook dat de ambtelijke organisatie meer inzet zal moeten plegen op participatie en rechtmatigheid en dus (tijdelijk) meer formatie nodig heeft.
• Toename van het aantal schuldhulpverleningstrajecten; als gevolg van Corona kreeg de economie en daarmee de werkgelegenheid, zeker in bepaalde sectoren, klappen. Het Rijk nam een aantal steunmaatregelen om de werkgelegenheid te behouden (NOW-regeling) en ondernemers te ondersteunen (TVL). Het Rijk kondigde recent de afbouw van deze maatregelen af per 1 oktober 2021. Risico is dat bedrijven alsnog ‘financieel’ in de problemen komen en daardoor een impact ontstaat op de werkgelegenheid. Ondernemers en (ontslagen) werknemers kunnen in de financiële problemen komen en te maken krijgen met (toenemende) schulden. De gemeente is verantwoordelijk voor de schuldhulpverlening. Dus een toenemend beroep betekent meer werk en meer lasten voor de gemeente.
• Effecten op woningmarkt; diverse partijen voorspellen zwaar(der) weer voor de woningmarkt. Op de korte termijn zijn de effecten nog beperkt, maar niet uit te sluiten valt dat de economische teruggang door sijpelt naar de woningmarkt. Naast economische risico is door Corona ook risico dat productieketens voor grond- en hulpstoffen voor de bouw stil vallen. Risico voor de gemeente is dat projecten vertraging oplopen of stilvallen en inkomsten later of niet binnen komen. Denk hierbij aan inkomsten uit grondverkopen en bouwleges. Op dit moment zijn daar nog geen indicaties van, of goede inschattingen van te maken, maar het college is zich wel bewust van dit risico en we monitoren dit risico nauwlettend. Het college merkt wel op dat de impact van een terugval op de huizenmarkt in financiële zin waarschijnlijk minder impact op Lansingerland zal hebben dan in de vorige crisis. De grondposities van de gemeente zijn fors kleiner, de schuldenlast lager en de rente is ook lager dan destijds.
• Effecten op bedrijventerreinen; door de Corona-crisis kunnen investeerders voorzichtiger worden c.q. investeren bedrijven minder. Dit kan gevolgen hebben voor de nog uit te geven bedrijventerreinen (minder opbrengst, latere opbrengst, etc.).
• Gemeentefonds; de inkomsten van de gemeente komen voor zo’n 50% uit het gemeentefonds. Het gemeentefonds volgt de ‘trap-op-trap-af’ systematiek. Als het Rijk meer uitgeeft gaat er ook meer naar de gemeenten. Het Rijk betaalt nu het crisis maatregelen pakket. Hierdoor zal de Staatsschuld oplopen. Het risico c.q. de verwachting is dat dit op termijn Rijksbezuinigingen nodig maakt. Ook gemeenten zullen dan worden geraakt. Met welke omvang is nog onbekend. Het Rijk bevroor het accres voor 2020 en 2021. Hoe vanaf 2022 met het gemeentefonds wordt omgegaan is aan een nieuw kabinet. De crisis uit 2009/2010 leerde dat in een nieuw regeerakkoord na een crisis ingrijpende maatregelen kunnen zijn opgenomen.
• Toename beroep op voorzieningen WMO en Jeugdwet; de Corona crisis legt op heel veel mensen ook een psychische en fysieke wissel. Met name op ouderen (eenzaamheid) en jongeren (leerlingen/scholieren). Een reëel risico is dat meer mensen uit deze doelgroepen in de problemen gaan komen en er extra hulp of ondersteuning nodig is. De gemeente is, als er geen vangnetten zijn in de eigen omgeving, verantwoordelijk voor deze hulp. Dit betekent een potentiële toename van de lasten in het sociaal domein voor de voorzieningen en ook extra formatie die hier voor nodig is.
• Extra kosten a.g.v. maatregelen; de gemeente en verschillende verbonden partijen maken extra kosten a.g.v. Corona. Denk aan Veiligheid/beveiligers, voorlichting, extra kosten VRR, GGD, fysieke maatregelen gemeentehuis, etc. Deze kosten dekken we in 2021 nog ten laste van de reserve Corona. Voorstel in deze begroting is deze reserve per 31 december 2021 op te heffen en toe te voegen aan de Algemene reserve. Eventuele incidentele lasten in 2022 en verder als gevolg van (de nasleep) Corona komen dan ten laste van de begrotingsjaren en daarmee ten laste van de Algemene reserve.
• Minder inkomsten gemeente; op diverse onderdelen loopt de gemeente risico op minder inkomsten. Bijvoorbeeld inkomsten uit belastingen (OZB), leges, incidentele verhuur van maatschappelijke gebouwen. Mindere inkomsten in 2020 en 2021 (bijvoorbeeld huur sport) dekten we uit de reserve Corona. Eventuele misgelopen inkomsten in 2022 en verder als gevolg van (de nasleep) Corona komen dan ten laste van de begrotingsjaren en daarmee ten laste van de Algemene reserve.