Voor de rechtmatigheid zijn alle overschrijdingen en onderschrijdingen op baten, lasten en investeringskredieten geanalyseerd overeenkomstig door de Raad vastgestelde financiële verordening.
Overschrijding lasten
Programma 1 (€ 749.000 hogere lasten)
Dotatie Voorziening Wethouderspensioenen (€ 761.000 hogere lasten)
De afwijking binnen dit programma wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een extra storting in de voorziening wethouderspensioenen. Op basis van de actuariële berekeningen is een toevoeging van € 761.000 aan de voorziening Wethouderspensioenen in 2024 noodzakelijk. Dit vormt een niet geraamd nadeel in de begroting 2024 welke wordt veroorzaakt door een significante daling van de rekenrente ten opzichte van 2023 en een verhoging van de sterftetabel. Over deze afwijking hebben is de raad reeds geïnformeerd middels raadsbrief U24.06113 met onderwerp Voorziening Wethouderspensioenen. Op grond van artikel 11 lid 4 sub d is deze afwijking acceptabel.
Overige verschillen (€ 12.000 lagere lasten)
Het verschil van € 12.000 bestaat uit diverse afwijkingen, is lager dan € 200.000 en wordt daarom niet verder toegelicht.
Programma 3 (€ 250.000 hogere lasten)
Onderwijshuisvesting basisonderwijs (€ 274.000 hogere lasten)
In 2024 is er volop ingezet op het Integraal Huisvestingsplan Basisonderwijs. De lasten m.b.t. onderwijshuisvesting primair onderwijs zijn hierdoor € 274.000 hoger dan begroot door hogere doorbelasting van interne uren en ingeleend personeel van de projectorganisatie OHV (€ 668.000 nadeel), dit is binnen het budget gedekt door lagere verhuiskosten van tijdelijke huisvesting als gevolg van het doorschuiven van de verhuizingen naar 2025 (€ 394.000 voordeel). Deze afwijking is op basis van de bovenstaande toelichting en de financiële verordening niet acceptabel en derhalve onrechtmatig.
Overige verschillen (€ 24.000 lagere lasten)
Het verschil van € 24.000 bestaat uit diverse afwijkingen, is lager dan € 200.000 en wordt daarom niet verder toegelicht. Op grond van artikel 11 lid 4 is deze afwijking acceptabel.
Programma 4 (€ 853.000 hogere lasten)
SPUK IZA (€ 188.000 hogere lasten)
We financieren personele inzet ter bevordering van het behalen van de doelen uit het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Regionaal Integraal Zorg Akkoord (RIGA). Daarnaast dragen we bij aan de inzet van het regionale programmabureau voor het transformatieplan. De gemaakte kosten worden volledig gedekt vanuit SPUK IZA. Op grond van artikel 11 lid 4 sub a is deze afwijking acceptabel.
Opvang Oekraïne (€ 367.000 hogere lasten)
Het nadeel is ontstaan door projecturen die we ten tijde van de Slotwijziging op een ander programma hebben verantwoord. Deze uren zijn daardoor niet meegenomen in de bijstelling van het budget. Deze kunnen vanuit de bekostigingsregeling vergoed worden en zijn daarom nog doorbelast. Op grond van artikel 11 lid 4 sub a is deze afwijking acceptabel.
SPUK Inburgering (€ 40.000 hogere lasten)
Het verschil is te verklaren door hogere uitvoeringskosten bij de partners. Daarnaast moest een grote groep statushouders doorverhuizen vanuit de Hergerborch. Dit zorgde voor een forse kostenstijging bij Humanitas voor de maatschappelijke begeleiding. De gemaakte kosten worden volledig vergoed uit de SPUK Inburgering. Op grond van artikel 11 lid 4 sub a is deze afwijking acceptabel.
BUIG Uitkeringsgelden (€ 276.000 hogere lasten)
Door een onvoorziene stijging in de huisvesting van statushouders is het aantal toegekende uitkeringen gestegen. Dit resulteert in een nadeel van € 290.000. Op grond van artikel 11 lid 4 sub e is deze afwijking acceptabel.
Toeslagenproblematiek (KOT) (€ 168.000 hogere lasten)
De lasten binnen de Kinderopvangtoeslag problematiek(KOT) zijn afhankelijk van het maatwerk dat geleverd wordt in het kader van de brede ondersteuning. De intensiteit van dossiers en voornamelijk dossiers op basis van de kindregeling zijn het laatste kwartaal toegenomen. Dit resulteert in een nadeel van € 168.000. Deze extra lasten worden volledig vergoed door het Rijk. Op grond van artikel 11 lid 4 sub a is deze afwijking acceptabel.
Overige afwijkingen (€ 186.000 lagere lasten)
Het verschil van € 186.000 bestaat uit diverse afwijkingen, is lager dan € 200.000 en wordt daarom niet verder toegelicht.
Algemene dekkingsmiddelen (€ 502.000 hogere lasten)
Rente en kosten belastingdienst (€ 158.000 hogere lasten)
De boeterente van de Belastingdienst, ter hoogte van € 158.000, vloeit voort uit het boekenonderzoek dat is uitgevoerd. Dit onderzoek heeft geleid tot de constatering van onjuiste of te late aangiftes voor de btw en de loonheffing, waardoor er boeterente in rekening is gebracht. De rente en kosten zijn het gevolg van de geconstateerde afwijkingen tijdens het boekenonderzoek en worden opgelegd als sanctie voor het niet tijdig of correct naleven van de fiscale verplichtingen. Dit bedrag heeft een impact op de financiële resultaten van de organisatie. De aangekondigde naheffingen voor de btw en de loonheffing zijn in de Slotwijziging gemeld en geraamd. De afwijking die in de rechtmatigheidsverantwoording wordt toegelicht betreft alleen de boeterente. Deze was op het moment van het opstellen van de Slotwijziging 2024 niet bekend. De definitieve aanslagen inclusief boeterente/vergrijpboetes zijn ontvangen in december 2024. Op grond van artikel 11 lid 4 sub e is deze afwijking acceptabel.
Voorziening dubieuze debiteuren (€ 226.000 hogere lasten)
De toevoeging aan de voorziening dubieuze debiteuren bestaat hoofdzakelijk uit een toevoeging aan de voorziening dubieuze SVHW. Dit betreft een bedrag van € 95.000 en is gebaseerd op de meest recente berekening van de belastingdebiteuren. Deze voorziening is noodzakelijk om mogelijke verliezen door oninbare vorderingen te dekken, gezien de verwachte betaalbaarheid van de openstaande belastingvorderingen. De hoogte van de toevoeging is afgestemd op de actuele situatie van de debiteurenportefeuille, waarbij rekening is gehouden met de verwachte risico's en het betalingsgedrag van de belastingdebiteuren. Er heeft tevens een toevoeging aan de voorziening dubieuze debiteuren plaatsgevonden van € 131.000 voor de overige debiteuren. Deze afwijking is op basis van de bovenstaande toelichting en de financiële verordening niet acceptabel en derhalve onrechtmatig.
Rente toegerekend aan investeringen in Nutsbedrijven (€100.000 hogere lasten)
De afwijking op de toegerekende rente aan investeringen in nutsbedrijven, ter hoogte van € 100.000, is ontstaan doordat deze rente per abuis niet is geraamd in de oorspronkelijke begroting. Aan de in 2021 aangekochte cumulatief preferente aandelen in Stedin Holding N.V. wordt rente toegerekend. Deze afwijking is op basis van de bovenstaande toelichting en de financiële verordening niet acceptabel en derhalve onrechtmatig.
Overige verschillen (€ 18.000 hogere lasten)
Het verschil van € 18.000 bestaat uit diverse kleinere afwijkingen en valt onder de € 200.000, en wordt daarom niet verder toegelicht.
Overhead (€ 458.000 hogere lasten)
Inhuur (€ 156.000 hogere lasten)
Er zijn binnen verschillende teams afwijkingen die leiden tot een nadelig resultaat van € 156.000. Dit komt doordat er meer personeel is ingehuurd dan begroot, met een overschrijding van € 156.000, voornamelijk door de hogere kosten voor het invullen van vacatures tijdens de wervingsperiode. Deze afwijking is op basis van de bovenstaande toelichting en de financiële verordening niet acceptabel en derhalve onrechtmatig.
Onderhoud gemeentehuis (€ 125.000 hogere lasten)
Daarnaast zijn de uitgaven voor het gemeentehuis hoger dan begroot, met een overschrijding van € 125.000, als gevolg van extra onderhoudswerkzaamheden en hogere kosten voor zowel onderhoud als gemeentelijke belastingen. Het overige verschil wordt veroorzaakt door diverse kleine afwijkingen. Deze afwijking is op basis van de bovenstaande toelichting en de financiële verordening niet acceptabel en derhalve onrechtmatig.
Overige verschillen (€ 177.000 hogere lasten)
Het verschil van € 177.000 bestaat uit diverse afwijkingen, is lager dan € 200.000 en wordt daarom niet verder toegelicht.
Onderschrijdingen lasten en mutaties baten
Voor afwijkingen van de begroting als gevolg van overschrijdingen van baten en/of onderschrijdingen van lasten, investeringen en baten die ontstaan na de laatste tussenrapportage en 31 december kan het melden en verantwoorden in de jaarrekening als tijdig worden geduid. In 2024 hebben er geen onderschrijdingen op de lasten en mutaties op de baten plaatsgevonden die niet adequaat zijn toegelicht in de jaarstukken.
Investeringskredieten
Naast het budgetrecht dat de raad heeft op programmaniveau dienen ook de investeringskredieten door de raad te worden gevoteerd en dienen de kosten van de investeringen binnen dit vastgestelde krediet te blijven. Hieronder hebben wij deze analyse opgenomen. Hieruit blijkt dat er geen overschrijdingen hebben plaatsgevonden op individuele kredieten die groter zijn dan €200.000. Binnen deze grens mag het college op basis van de financiële verordening 2024 afwijkingen binnen kredieten realiseren zonder dat dit vooraf dient te worden gemeld aan de gemeenteraad. In 2024 heeft geen onrechtmatige overschrijding op individuele kredieten plaatsgevonden.
Conclusie: In totaal classificeren we € 2.812.000 aan onrechtmatigheden, waarvan op grond van de financiële verordening € 1.778.000 als acceptabel kan worden aangemerkt.