Programma 4: Sociaal Domein

Beoogd maatschappelijk effect

Terug naar navigatie - Beoogd maatschappelijk effect

Een gezonde, energieke samenleving met veerkrachtige individuen

Een gezonde energieke samenleving

Dit jaar stond voor een groot deel in het teken van corona. Dit heeft een grote invloed gehad op onze inwoners, maatschappelijke partners en zorgaanbieders. Onze samenleving is echter ondernemend, neemt verantwoordelijkheid, heeft oog voor kwetsbaren en kan tegen een stootje. Wij zien deze kracht in onze samenleving en we stimuleren dat iedereen meedoet en erbij hoort: jong en oud, arm en rijk en ongeacht afkomst, geaardheid of geloofsovertuiging. Ook tijdens corona hebben wij de eigen kracht gestimuleerd en boden we ondersteuning of hulp aan inwoners die het nodig hadden. Soms op een alternatieve manier: digitaal of telefonisch. Het stimuleren van samenredzaamheid bleef van grote waarde voor de gezondheid en het welbevinden van onze inwoners.

Veerkracht van de inwoner en van de samenleving

Veerkracht staat centraal in onze visie. Mensen komen het meest tot hun recht wanneer ze mee kunnen en mogen doen in de samenleving. De grootste groep inwoners is in staat om goed voor zichzelf te zorgen en eventuele problemen zelf op te lossen. Lukt dat niet, dan lossen we problemen waar mogelijk samen op en kijken we hoe herhaling voorkomen kan worden. Zo kunnen mensen weer op eigen kracht verder en versterken we de veerkracht van het individu. Als het verhelpen van het probleem niet mogelijk is, zetten we in op het leren omgaan met de situatie waarbij we gebruik maken van het netwerk. Daarmee doen we een beroep op de veerkracht van de samenleving.

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost?
Bedragen x €1.000
Realisatie 2019 Primitief 2020 Begroot 2020 Realisatie 2020 Afwijking 2020
Lasten 40.757 40.866 46.416 54.162 7.746
Baten 9.127 8.805 9.868 17.044 7.176
Geraamde totaal saldo van baten en lasten -31.630 -32.061 -36.548 -37.118 -570
Onttrekkingen 0 1 2.173 2.191 19
Toevoegingen 84 3.013 3.282 3.282 0
Mutaties reserves -84 -3.013 -1.110 -1.091 19

Beleidsveld Samenleving

Wat wilden we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken?

Een sterke en verbonden samenleving waaraan iedereen naar vermogen meedoet

Terug naar navigatie - Een sterke en verbonden samenleving waaraan iedereen naar vermogen meedoet

We droegen eraan bij dat iedereen een plek heeft in de samenleving en dat zoveel mogelijk mensen actief mee doen. Dit vanuit de gedachte dat de onderlinge verbondenheid bijdraagt aan het individuele welzijn en welbevinden. Activiteiten die we vanuit beleidsveld Samenleving organiseren hebben ondanks corona zo veel als mogelijk doorgang gevonden.

Wat hebben we daarvoor in 2020 gedaan?

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost?
Bedragen x €1.000
Realisatie 2019 Primitief 2020 Begroot 2020 Realisatie 2020 Afwijking 2020
Lasten 1.524 2.689 2.620 2.535 -85
Baten 3 3 3 0 -3
Geraamde totaal saldo van baten en lasten -1.521 -2.687 -2.617 -2.535 82
Onttrekkingen 0 0 129 129 0
Toevoegingen 71 0 202 202 0
Mutaties reserves -71 0 -73 -73 0

Waar zitten de financiële afwijkingen?

Terug naar navigatie - Waar zitten de financiële afwijkingen?

Lasten ( €85.000 voordeel)

De grootste afwijking zit op beleidsaccent ‘Elk kind een kans’ (totaal voordeel €125.000) die wordt veroorzaakt door een beperktere uitvoering in 2020.

Op onderzoek en advies is de afwijking €75.000 (nadeel). Dit komt onder andere doordat de kosten voor ICT-licenties hoger zijn uitgevallen dan verwacht.

Als laatste zijn er kleine overige mutaties die optellen tot €35.000 (voordeel) binnen het beleidsveld die dit saldo verklaren.

Baten ( €3.000 nadeel)

De afwijkingen is kleiner dan €100.000 en daarom niet verder toegelicht.

Reservemutaties (€ 0)

De afwijkingen is kleiner dan €100.000 en daarom niet verder toegelicht.

Beleidsveld Jeugd

Wat wilden we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken?

Kinderen en jongeren groeien veilig en gezond op en ontwikkelen zich tot zelfredzame inwoners

Terug naar navigatie - Kinderen en jongeren groeien veilig en gezond op en ontwikkelen zich tot zelfredzame inwoners

Wij hebben de ontwikkeling van jeugdigen gestimuleerd en gefaciliteerd. Op die manier droegen we bij aan een stevige basis voor een veilige en gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren. Die stevige basis wordt in de eerste plaats gelegd door de ouders en/of verzorgers. Naarmate het kind ouder wordt, bouwen onder andere de opvang, school, sportclubs, vrienden en vakantiebaantjes mee aan de basis. Daarnaast zorgden we ervoor dat kinderen de ruimte krijgen om hun eigen talenten te ontplooien. Het ontplooien van talenten vergroot de kansen van kinderen om volledig en volwaardig mee te kunnen draaien in de maatschappij en daar een bijdrage aan te kunnen leveren.

Wat hebben we daarvoor in 2020 gedaan?

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost?
Bedragen x €1.000
Realisatie 2019 Primitief 2020 Begroot 2020 Realisatie 2020 Afwijking 2020
Lasten 16.196 15.181 18.097 18.329 233
Baten 2 0 0 358 358
Geraamde totaal saldo van baten en lasten -16.194 -15.181 -18.097 -17.972 125
Onttrekkingen 0 0 1.904 1.807 -97
Toevoegingen 0 3.000 3.067 3.067 0
Mutaties reserves 0 -3.000 -1.163 -1.260 -97

Waar zitten de financiële afwijkingen?

Terug naar navigatie - Waar zitten de financiële afwijkingen?

Lasten ( €233.000 nadeel)

Voor de GRJR een nadeel van €301.000 (zie verklaring bij de baten).

Voor de jeugd- en opvoedhulp is 2020 positief afgesloten (€113.000 voordeel). De oorzaak hiervan is dat een begrote subsidie uiteindelijk lager is vastgesteld waardoor we een deel van de middelen terug hebben ontvangen.

Voor de pgb’s komen we €82.000 (nadeel) hoger uit. Ondanks de toename op pgb’s hebben we voor het eerst sinds een aantal jaar een daling van de uitgaven ten opzichte van het vorig jaar gerealiseerd (€71.000). Dat is een resultaat van de veranderopgave.

Bij jeugd met een beperking is de realisatie binnen de begroting (voordeel €5.000). Ook de extra uitgaven voor de corona coulanceregeling (€47.000) hebben we binnen de begroting opgevangen.

De jeugd GGZ (voordeel €27.000) is eveneens binnen de begroting gebleven. Er is voor minder kinderen een traject gestart in 2020.

Als laatste zijn er kleine overige mutaties €5.000 (voordeel) binnen het beleidsveld die dit saldo verklaren.

Baten ( €358.000 voordeel)

Voor de GRJR een voordeel van €358.000 op de baten. Hiervan wordt €117.000 (baten) overgeheveld naar 2021. We hebben deze middelen eind 2020 ontvangen voor de versterking van het lokale veld gericht op een veilige thuissituatie. Deze middelen waren echter niet meer te besteden in 2020. Vandaar overheveling naar 2021. Verder zit er nog een voordeel op de baten van €241.000. Dit heeft te maken met de decentralisatie uitkering vrouwenopvang (DUVO). Deze zitten al in de bijdrage die wij aan de GRJR betalen, terwijl zij de decentralisatie uitkering als centrumgemeente ontvangen van het Rijk. Vandaar dat wij dit bedrag retour ontvangen van de gemeente Rotterdam.

Reservemutaties (€ 97.000 nadeel)

Vanuit de reserve is €97.000 (nadeel) minder onttrokken dan geraamd. Dit heeft vooral te maken met lagere kosten voor de praktijkondersteuners. De besluitvorming in de raad vond een maand later plaats dan gepland en door corona kostte het meer tijd om in samenwerking met de huisartsen het project te starten en de eerste praktijkondersteuners te plaatsen.

Beleidsveld Participatie

Wat wilden we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken?

Financieel zelfredzame, betrokken volwassenen die geen beroep hoeven te doen op de gemeente

Terug naar navigatie - Financieel zelfredzame, betrokken volwassenen die geen beroep hoeven te doen op de gemeente

Inwoners die in aanmerking komen voor een uitkering boden we ondersteuning om hen zo snel mogelijk weer financieel zelfredzaam te laten zijn. Onze hulp en ondersteuning was afhankelijk van de specifieke behoeften van de betreffende inwoner (maatwerk). De inwoners met een korte afstand tot de arbeidsmarkt begeleidden we relatief snel naar werk. Inwoners met een langere afstand tot de arbeidsmarkt hadden vaak andere (gecombineerde) vormen van ondersteuning nodig. Afhankelijk van de vraag was dit gericht op maatschappelijk participatie vanuit de Wmo of begeleiding naar re-integratie vanuit de Participatiewet.

Wat hebben we daarvoor in 2020 gedaan?

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost?
Bedragen x €1.000
Realisatie 2019 Primitief 2020 Begroot 2020 Realisatie 2020 Afwijking 2020
Lasten 13.413 13.373 14.497 21.394 6.896
Baten 8.882 8.579 9.641 16.481 6.839
Geraamde totaal saldo van baten en lasten -4.532 -4.795 -4.856 -4.913 -57

Waar zitten de financiële afwijkingen?

Terug naar navigatie - Waar zitten de financiële afwijkingen?

Op het beleidsveld participatie is een negatief resultaat van €57.000. Deze afwijking wordt verklaard door de hieronder beschreven posten:

Bijstandsverlening zelfstandigen (€255.000 voordeel):
Er zijn minder bijstandsverstrekkingen aan zelfstandigen (Bbz) geweest ten opzichte van het vorige jaar. Eén van de oorzaken hiervoor is de introductie van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), waar veel zelfstandig ondernemers tijdens corona gebruik van hebben gemaakt. Daarnaast zijn er meer van de Bbz-kapitaalverstrekkingen (leningen) terugbetaald dan verwacht.

Tijdelijke overbruggingsuitkering zelfstandig ondernemers (Tozo):
Voorjaar 2020 introduceerde de rijksoverheid de Tijdelijke overbruggingsuitkering zelfstandig ondernemers (Tozo) als steunmaatregel. Op basis hiervan kunnen zelfstandigen een tegemoetkoming krijgen als gevolg van de geleden omzetderving door corona. Het Regionaal Bureau Zelfstandigen (RBZ) voert deze regeling voor ons uit. De uitvoeringskosten kosten hiervan bedroegen €685.000.
De regeling is opgesplitst in 3 onderdelen, waarbij Tozo 3 doorloopt in 2021 de totale kosten met betrekking tot de Tozo in 2020 zijn €5.900.000
De uitvoeringskosten, de kosten levensonderhoud en kapitaalverstrekking Tozo kunnen bijna volledig gedeclareerd worden bij het Rijk. Hiervan is €121.000 eigen kosten. Oorzaak hiervan is dat de kosten te laat zijn uitbetaald. Uitvoering hiervan ligt bij de RBZ. Via de hardheidsclausule van het Rijk kunnen we dit bedrag volledig terugvorderen.

Wet sociale werkvoorziening (€178.000 voordeel) en Participatie (€177.000 nadeel):
Vanaf 2020 worden loonkostensubsidies op basis van de Participatiewet en loonkosten op basis van de voormalige Wet sociale werkvoorziening (Wsw) gesplitst zodat het onderscheid zichtbaar is. Abusievelijk is het budget echter nog niet gesplitst. Per saldo is het verschil nihil, namelijk €1.000 voordeel.

Inkomensondersteuning (€157.000 nadeel):
Er werd meer gebruik gemaakt van de inkomensondersteunende voorzieningen zoals het Jeugdsportfonds en de collectieve zorgverzekering. Met de slotwijziging is er budget afgeroomd voor Jeugdsportfonds. Echter bleek dat zij uiteindelijk toch nog meer activiteiten konden uitvoeren dan verwacht, waardoor op dit budget is overschreden.

Individuele bijzondere bijstand (€74.000 nadeel):
Door corona is een groter beroep gedaan op de bijzondere bijstand.

Schuldhulpverlening (€63.000 voordeel):
We waren minder geld kwijt aan de uitbestede werkzaamheden van de formele schuldhulpverleningstrajecten. De informele ondersteuning nam toe. Met het nieuwe plan schuldhulpverlening zetten wij erop in om de doelgroep beter te bereiken, onder andere door de regie in eigen handen te nemen.

Uitkeringen (€58.000 nadeel):
De uitgaven voor de uitkeringen liepen in 2020 grotendeels in de pas met de begroting. Het kleine negatieve verschil wordt veroorzaakt door hogere kosten bijstandsverlening jongeren tot 21 jaar en Besluit bijstandsverlening zelfstandigen startend (Bbz startend). De afwijking is relatief klein in relatie tot het budget van ruim €10.000.000.

Als laatste zijn er overige mutaties €87.000 (nadeel) binnen het beleidsveld die dit saldo verklaren.

Beleidsveld Maatschappelijke Ondersteuning

Wat wilden we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken?

Zelfredzame, betrokken en vitale inwoners

Terug naar navigatie - Zelfredzame, betrokken en vitale inwoners

We droegen eraan bij dat volwassenen voor zichzelf kunnen zorgen en investeren in hun eigen netwerken en in de samenleving. Voor ouderen droegen wij eraan bij dat zij zo zelfstandig als mogelijk functioneren, wonen en participeren.

Wat hebben we daarvoor in 2020 gedaan?

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost?
Bedragen x €1.000
Realisatie 2019 Primitief 2020 Begroot 2020 Realisatie 2020 Afwijking 2020
Lasten 9.623 9.622 11.202 11.904 702
Baten 240 224 224 205 -18
Geraamde totaal saldo van baten en lasten -9.384 -9.399 -10.978 -11.699 -720
Onttrekkingen 0 1 140 255 116
Toevoegingen 13 13 13 13 0
Mutaties reserves -13 -13 126 242 116

Waar zitten de financiële afwijkingen?

Terug naar navigatie - Waar zitten de financiële afwijkingen?

Lasten ( €702.000 nadeel)

De afwijkingen op maatschappelijke ondersteuning bestaan voornamelijk uit een toename van het aantal verstrekte indicaties voor hulp bij het huishouden (€303.000 nadeel) woningaanpassingen (€183.000 nadeel), hulpmiddelen (€115.000 nadeel), begeleiding (€100.000 nadeel), en Wmo vrij toegankelijk (€60.000 voordeel). Ook zien we een overschrijding op ’pgb’s van €110.000. Dit zijn pgb’s voor zowel begeleiding, hulp bij het huishouden als hulpmiddelen.

Enerzijds hebben we te maken met de aanhoudende aanzuigende werking het landelijk ingevoerde abonnementstarief voor Wmo maatwerkvoorzieningen. Inwoners betalen een vaste eigen bijdrage van €19,00 per maand, ongeacht het aantal en de omvang van de voorzieningen en ongeacht hun eigen inkomen. Als we het aantal unieke cliënten in 2019 vergelijken met 2020 zien we een stijging van ruim 30 procent op hulp bij het huishouden. We verwachten dat de stijging bij ongewijzigd rijksbeleid zal aanhouden.

Anderzijds zien we de invloed van de dubbele vergrijzing: meer ouderen en mensen worden gemiddeld steeds ouder. Bovendien wonen ze langer zelfstandig, vaak in een niet-passende woning. Dat leidt tot een toenemende vraag naar hulpmiddelen en woningaanpassingen, mede vanwege het ontbreken van passende alternatieven zoals gelijkvloerse woningen.
Zo zien we over heel 2019 en 2020 een gemiddelde toename van bijna 13% in het gemiddeld aantal verstrekte hulpmiddelen. Ook deze trend zal aanhouden. Voor woningaanpassingen geldt bovendien dat het aantal aanvragen en de kosten van de aanpassingen niet voorzienbaar zijn. Het betreft een openeindregeling. In 2020 zijn er meerdere grote woningaanpassingen geweest waardoor er overschrijding is op het budget.

Tot slot werd door corona de ondersteuning uit het eigen netwerk lastiger, konden mantelzorgers niet altijd hulp bieden en hadden sommige inwoners ook geen particuliere hulp meer. Bijvoorbeeld omdat de particuliere hulp wegens besmettingsgevaar niet meer durfde te komen. Hierdoor waren inwoners sneller aangewezen op maatwerkvoorzieningen als Wmo-begeleiding en hulp bij het huishouden.

Wegens corona is op collectief vervoer dit jaar minder uitgegeven dan begroot (€28.000 voordeel). Als laatste zijn er overige mutaties €21.000 (voordeel) binnen het beleidsveld die dit saldo verklaren.

Baten ( €18.000 nadeel)

De afwijking is kleiner dan €100.000 en daarom niet verder toegelicht.

Reservemutaties (€ 116.000 voordeel)

Er is € 116.000 meer onttrokken uit de reserve crisismaatregelen, dit heeft te maken met de extra kosten die veroorzaakt zijn door corona.

Kengetallen Sociaal Domein

Terug naar navigatie - Kengetallen Sociaal Domein
Kengetal Begroot 2020 Realisatie 2020
Samenleving
Percentage inwoners dat maatwerkondersteuning ontvangt 7,0% 7,5%
Aantal geregistreerde mantelzorgers 850 950
Jeugd
Aantal unieke cliënten dat gebruik maakt van een maatwerkvoorziening Jeugdwet (2e half jaar) 1.300 1.528
Gemiddeld aantal indicaties per cliënt 1,4 1,9
Gemiddelde wachttijd JGGZ Q4 (specialistisch) 6 weken 14,6 weken
Gemiddelde tijd tussen contact met consulent en ondersteuningsplan (bron: GWS) 15 dagen 35
% met een positieve gedragsverbetering door hulp (bron: CEO Jeugd) 65% 89%
% uitval en voortijdig afgesloten trajecten (lokaal) 2,5% 4,6%
Participatie
Aantal unieke cliënten dat gebruik maakt van een voorziening i.h.k.v. de Participatiewet (2e half jaar) 714 728
Aantal lopende bijstandsuitkeringen op 31 december 549 606
% inwoners met een bijstandsuitkering 2% 2%
Aantal kandidaten dat is uitgestroomd naar betaald werk 150 39
Aantal kandidaten dat parttime is gaan werken 20 73
Aantal inwoners waarvoor instroom is voorkomen (preventie) 40 55
Aantal formele en informele schuldhulptrajecten 350 430
Gebruik JCF, JSF en Stichting Leergeld 1.850 915
Gebruik Collectieve zorgverzekering 1.200 1.556
Maatschappelijke ondersteuning
Aantal unieke cliënten (jeugd, volwassenen en ouderen) dat gebruik maakt van een maatwerkvoorziening Wmo (2e half jaar) 1.870 2.439
Gemiddeld aantal indicaties per cliënt (jeugd, volwassenen en ouderen) 1,8 1,9
Tevredenheid kwaliteit ondersteuning (bron: CEO) 87% 84%
% door hulp een betere kwaliteit van leven heeft (bron: CEO) 80% 82%

Toelichting op kengetallen Sociaal Domein

Terug naar navigatie - Toelichting op kengetallen Sociaal Domein

Percentage inwoners dat maatwerkondersteuning ontvangt
Dit percentage betreft de maatwerkvoorzieningen uit de Jeugdwet, Participatiewet en Wmo.

Aantal geregistreerde mantelzorgers
Dit betreft het aantal geregistreerde mantelzorgers bij Steunpunt mantelzorg van Welzijn Lansingerland.

Aantal unieke cliënten dat gebruik maakt van een maatwerkvoorziening Jeugdwet (2e half jaar)
Dit getal geeft aan hoeveel cliënten in (een deel van) het tweede halfjaar gebruik heeft gemaakt van de Jeugdwet. Vooral de ontwikkeling in de tijd is relevant. Ten opzichte van het tweede halfjaar in 2019 (jaarrapportage 2019: 1531) is het aantal cliënten niet gestegen. In de jaren daarvoor steeg het aantal jaarlijks.

Gemiddeld aantal indicaties per cliënt
Cliënten hebben vaak meerdere indicaties, dat kan gelijktijdig of opeenvolgend zijn. Daarom is het gemiddeld aantal indicaties per cliënt groter dan 1. Eind 2020 zijn veel indicaties afgesloten en opnieuw geopend vanwege een upgrade in het berichtenverkeer. Hierdoor is het kengetal hoger dan het gemiddelde in de afgelopen jaren (ca. 1,5) waardoor de kengetallen 2019 en 2020 niet met elkaar te vergelijken zijn.

Gemiddelde wachttijd JGGZ Q3 (specialistisch)
De GRJR registreert vanaf het derde kwartaal van 2020 de wachttijd op een andere, meer realistische manier, namelijk van het moment van aanmelding bij de zorgaanbieder tot de werkelijke start van de zorg. Door de coronacrisis nam de druk op de specialistische jeugdhulp toe. De combinatie met budgetplafonds voor een deel van de specialistische hulp zorgt voor wachttijden.

Gemiddelde tijd tussen contact met consulent en ondersteuningsplan (bron: GWS)
We vinden het belangrijk dat cliënten die bij onze toegang komen zo snel mogelijk hulp krijgen. In 2020 zagen we dat dit kengetal hoger was dan begroot en hoger dan 2019 (2019: 22 dagen). In de tweede lockdown zagen we dat de coronacrisis meer jeugdigen en hun ouders zwaar viel en dat de druk op onze jeugdconsulenten en de jeugdhulp toenam.

% met een positieve gedragsverbetering door hulp (bron: CEO Jeugd)
We meten dit kengetal via cliëntervaringsonderzoeken. De effectiviteit van de hulp kunnen we afmeten aan dit kengetal. Hoe hoger het percentage, hoe beter. Ondanks de druk op de zorg was de score hoger dan ingeschat.

% uitval en voortijdig afgesloten trajecten (lokaal)
We gaan ervan uit dat het succes van een behandeling groter is als de cliënt het traject afrondt volgens plan. Het percentage voortijdig afgesloten trajecten willen we daarom zo laag mogelijk houden. Dat gebeurt in samenspel tussen aanbieder en cliënt. De ambitieuze doelstelling van 2,5%is niet gehaald, wel zien we een verbetering ten opzichte van 2019 (6%).

Aantal unieke cliënten dat gebruik maakt van een voorziening i.h.k.v. de Participatiewet (2e half jaar)
Dit getal geeft aan hoeveel personen in de tweede helft van het jaar gebruik maakt van een voorziening vanuit de Participatiewet: Bijstandsuitkering levensonderhoud, Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).

Aantal lopende bijstandsuitkeringen op 31 december
Dit getal geeft het aantal bijstandsuitkeringen aan op 31 december. Vaak ligt het aantal bijstandsuitkeringen wat lager dan het aantal bijstandsgerechtigden (personen), omdat er meer personen binnen een huishouden van één uitkering afhankelijk kunnen zijn.

% inwoners met een bijstandsuitkering
Percentage bijstandsgerechtigden ten opzichte van de totale beroepsbevolking in Lansingerland.

Aantal kandidaten dat is uitgestroomd naar betaald werk
Het aantal bijstandsgerechtigden dat is uitgestroomd naar betaald werk en niet langer afhankelijk is van een bijstandsuitkering.

Aantal kandidaten dat parttime is gaan werken
Het aantal bijstandsgerechtigden dat parttime is gaan werken en deels afhankelijk is van een bijstandsuitkering

Aantal inwoners waarvoor instroom is voorkomen (preventie)
Het aantal inwoners waarbij de ondersteuningsvraag niet heeft geleid tot het toekennen van een bijstandsuitkering.

Aantal formele en informele schuldhulptrajecten
Formele trajecten: schuldhulpverleningstraject conform de gemeentelijke wet schuldhulpverlening
Informele trajecten: Vrijwillige hulpverlening gericht op financiële kennis en vaardigheden bijbrengen met als doel uit de schulden te komen en te blijven

Gebruik JCF, JSF en Stichting Leergeld
Het aantal toekenningen aan kinderen door het Jeugdfonds Sport en Cultuur (gericht op sport- en cultuurdeelname van kinderen uit minimagezinnen) en Stichting Leergeld (gericht op onderwijsdeelname).

Gebruik Collectieve zorgverzekering
Het aantal inwoners dat gebruik maakt van de collectieve zorgverzekering (gemeentepakket) via de gemeente. Dit aanbod is alleen toegankelijk voor inwoners met een inkomen tot 130% van de bijstandsnorm.

Aantal unieke cliënten (jeugd, volwassenen en ouderen) dat gebruik maakt van een maatwerkvoorziening Wmo (2e half jaar)
Dit getal geeft aan hoeveel cliënten in (een deel van) het tweede halfjaar gebruik heeft gemaakt van de Wmo. Ten opzichte van 2019 (jaarrekening 2019: 2109) is het aantal met 330 unieke cliënten gestegen.

Gemiddeld aantal indicaties per cliënt (jeugd, volwassenen en ouderen)
Cliënten hebben vaak meerdere indicaties, dat kan gelijktijdig of opeenvolgend zijn. Daarom is het gemiddeld aantal indicaties per cliënt groter dan 1.

Tevredenheid kwaliteit ondersteuning (bron: CEO)
We meten dit kengetal via cliëntervaringsonderzoeken. Hoe hoger het percentage, hoe beter.

% door hulp een betere kwaliteit van leven heeft (bron: CEO)
We meten dit kengetal via cliëntervaringsonderzoeken. Hoe hoger het percentage, hoe beter.