Opbouw begroting
De begroting is opgebouwd uit zeven programma’s en de twee overkoepelende overzichten van de algemene dekkingsmiddelen en de overhead. Op dat niveau worden de doelstellingen geformuleerd. Een dergelijk indeling is voorgeschreven. Per programma kunnen gemeenten naar eigen inzicht verschillende beleidsvelden onderscheiden -die een zekere samenhang kennen- met daarin de baten/lasten en de onttrekkingen/toevoegingen aan reserves en een overzicht van kengetallen. Dat geeft het (meerjarig) inzicht wat er in totaal financieel omgaat.
Voor het gemeentebestuur zijn ook de aanpassingen ten opzichte van de vorige begroting relevant; buiten het opnemen een verschillenanalyse per programma zijn er geen voorschriften voor een incrementele totaalopbouw van de cijfers. Met de Kaderbrief 2024 is daarvoor een eerste aanzet gegeven; dat wil zeggen dat de aanpassingen zichtbaar zijn gemaakt vanuit het vertrekpunt van de vastgestelde begroting 2024-2027, ingedeeld naar soort, zoals autonome ontwikkelingen en algemeen (technische) mutaties. Aan de hand van de vastgestelde uitgangspunten is er met behulp van de gereedschapskist met begrotingsknoppen toegewerkt naar een structureel sluitende begroting voor 2025.
Begroting op twee A4-tjes - van Kaderbrief 2025 tot Begroting 2025 - 2028
De raad heeft in het verleden al aangegeven behoefte te hebben meegenomen te worden in de overwegingen en keuzes van het college. Het college geeft hier invulling aan door onder andere het boekwerk 'Gereedschapskist met begrotingsknoppen m.b.t. Begroting 2025-2028' (T24.06443) aan de raad te verstrekken. Voor het college was dat een handzaam document bij de integrale afweging van ambities, budgettaire mogelijkheden en noodzakelijke structurele taakstellingen. Vervolgens biedt het ook de raad inzicht in de mogelijkheden die het college per beleidsveld zag om te intensiveren (meer ambitie met meer middelen) of te bezuinigen (ambitie neerwaarts bij stellen); vandaar de analogie met 'begrotingsknoppen' die meer open of dichtgedraaid kunnen worden. Steeds is daarbij het maatschappelijk effect geduid, de haalbaarheid en de relevante context.
De begroting op twee A4-tjes, een beknopt en compleet cijferoverzicht in relatie tot beleidskeuzes, beleidsintensiveringen en de keuzes voor de bezuinigingen is hieronder weergegeven. Dit overzicht geeft ook duidelijk weer hoe we van Kaderbrief 2025 tot de begroting 2025-2028 zijn gekomen. In het gevraagde overzicht nemen wij –als een soort van leeswijzer- de verwijzing naar de programma's en paragrafen in de begroting op, als toelichting op de ‘wereld achter de cijfers’. Een toelichting op de posten op hoofdlijnen is als volgt:
Stand baseline bij Kaderbrief 2025
Het vertrekpunt voor de Begroting 2025 was de baseline van de Kaderbrief 2025 (U24.02082), waaronder ook de amendementen die door de Raad zijn aangenomen. Voor de leesbaarheid houden we dezelfde volgorde aan als in het ‘Financieel overzicht Begroting 2025-2028’.
Mutaties Meicirculaire 2024
In de raadsinformatiebrief (U24.02647) is het financiële effect gepresenteerd van de Meicirculaire 2024. Voor een toelichting op deze mutaties verwijzen wij dan ook naar de betreffende raadsinformatiebrief. Na verwerking van deze mutaties resteert er nog een structureel tekort van € 3,7 miljoen.
Beleidsarme mutaties
Gezien het resterende tekort is er door het college nog scherper gekeken naar ruimte binnen de budgetten en gezocht naar financieel technische mogelijkheden om het tekort kleiner te maken. Denk hierbij aan actualisaties en doorrekeningen, maar ook aan een kritische blik op structurele onderbestedingen op exploitatiebudgetten. Daarnaast zijn een aantal mutaties met onzekerheden uit de Kaderbrief geactualiseerd naar de huidige inzichten.
A. Bijstelling Meicirculaire
Herijking Algemene Uitkering voor ontwikkeling WOZ-waardes
In de doorrekening van de Algemene Uitkering worden de geraamde WOZ-waarden van het onroerend goed in de gemeente meegenomen als maatstaf. Bij de doorrekening ten tijde van de Meicirculaire was de nieuwe raming van de WOZ-waarden die het SVHW maakt nog niet beschikbaar. Inmiddels is dat wel het geval en is deze verwerkt in de Algemene Uitkering.
In de algemene uitkering die gemeenten ontvangen vanuit het Rijk zit een correctie voor de WOZ-waardes van het onroerend goed in de gemeente. Een gemeente krijgt als het ware een korting gebaseerd op de totale WOZ-waarde van het onroerend goed, ook wel de belastingcapaciteit. De hoogte van de totale WOZ-waarde bepaalt hoeveel inkomsten een gemeente kan binnenhalen aan OZB-opbrengsten. Hoe hoger deze WOZ-waarde, hoe hoger de potentiële OZB-opbrengsten en daarom ook hoe hoger de korting die het Rijk toepast op de Algemene Uitkering.
De nieuwe raming laat een grotere WOZ-waardeontwikkeling zien dan eerder verwacht en daarmee ook een hogere eigen inkomstenbron voor de gemeente, voor zowel woningen als niet-woningen. Als gevolg daarvan is de correctie op de algemene uitkering hoger (negatief effect) dan bij de Meicirculaire. Met andere woorden, wij ramen nu een lagere algemene uitkering dan eerder ingeschat (1.055.000 lagere baten).
B. Sociaal Domein
GRJR
Op basis van recentere cijfers hebben wij een scherpere prognose kunnen maken. Deze prognose komt lager uit dan bij de Kaderbrief en dit is verwerkt in de begroting (€ 643.000 lagere lasten).
C. Technische bijstellingen baseline
Actualisatie MIP, MPG en AOK’s
De actualisaties van de projecten in het meerjareninvesteringsplan (MIP), de meerjarenprognose grondexploitaties (MPG) en de anterieure overeenkomsten (AOK's) zijn verwerkt in de Begroting 2025-2028. Dit levert per saldo een structureel effect op van € 142.000 negatief in 2025, oplopend tot € 717.000 negatief in 2028.
Bijstelling baggeren
In 2025 worden er extra baggerwerkzaamheden uitgevoerd in de grote plassen (hogere lasten € 233.000).
Bijstellingen personeelsbudgetten
Na de Kaderbrief 2025 heeft, zoals gebruikelijk, de definitieve en gedetailleerde doorrekening van de personeelsbegroting (hogere lasten 476.000) en de opleidingskosten (hogere lasten € 98.000) plaatsgevonden. Daarnaast is hieraan toegevoegd het in de zomerrapportage 2024 reeds besloten budget voor de implementatie van een contractenbank (hogere lasten € 150.000).
Tijdelijke capaciteitsuitbreiding ICT en opgavemanager nieuwkomers (structureel i.p.v. incidenteel)
De tijdelijke extra kosten voor de opgavemanager nieuwkomers wordt gezien door de provincie als een structurele taak van de gemeente, wij zien en behandelen dit als tijdelijk budget. In de Zomerrapportage is voor 2024 budget toegekend om tijdelijk de capaciteit bij team ICT uit te breiden voor een beoogde periode van 2-3 jr. In de begroting 2025 voegen we in het verlengde van de vastgestelde zomerrapportage de budgetten voor 2025 en 2026 toe. De totale (tijdelijke) intensivering hiervan is daarom opgenomen voor 2 jaar in de structurele kosten (hogere lasten € 405.000).
Extra budget Concernstaf functie VIC,
Met ingang van boekjaar 2023 is de rechtmatigheidsverantwoording van kracht. Omdat vanuit deze wet duidelijke is welke eisen aan de administratieve organisatie en interne controle worden gesteld en vanwege andere regelingen die op ons afkomen is er een benchmark uitgevoerd door Berenschot ‘Naar een toekomstbestendige Concernstaf. Op basis van deze benchmark wordt voorgesteld de VIC structureel ‘in huis’ te halen en daarvoor een meer uitvoerende VIC-er in dienst te nemen. Door deze uitbreiding op control is de concernstaf in staat de VIC’s uit te voeren, om opvolging van bevindingen beter te begeleiden, om de organisatie te helpen leren, om de 1e lijn te ondersteunen in het nemen van verantwoordelijkheid voor hun eigen interne controle. (hogere lasten 98.000)
Diverse mutaties
In kader van zero base begroten zijn alle mutaties in de meerjarenbegroting integraal beoordeeld en hierdoor zijn er budgetten afgeraamd en herrubricering plaatsgevonden van de incidentele en structurele posten in de begroting . (lagere lasten € 515.000)
D. Dekkingsbronnen
Niet alleen aan de lastenkant hebben zich er sinds de Kaderbrief 2025 wijzigingen voorgedaan. Ook in de baten zijn er aanpassingen doorgevoerd.
WOZ-Waardeontwikkeling
Herijking OZB voor WOZ-ontwikkeling woningen
Tweemaal per jaar maakt het SVHW een nieuwe raming van de WOZ-waardes in de gemeente. De totale WOZ-waarde wordt bijgesteld met enerzijds de areaaluitbreiding (nieuwe woningen en ander vastgoed) en anderzijds met de waardeontwikkeling van dat vastgoed.
De geraamde WOZ-waardes voor woningen zijn naar boven bijgesteld in de nieuwe SVHW-raming. Dit zou, naar verwachting, dan ook leiden tot hogere OZB-opbrengsten. Echter, de gemeenteraad heeft in een eerder stadium vastgesteld dat de stijging van WOZ-waardes gecompenseerd worden in het OZB-tarief, zodat de OZB in euro’s niet zou stijgen, los van een toegepaste indexatie. Met andere woorden, een huishouden waarvan de woningwaarde gestegen is, ziet die stijging niet terug in de OZB-aanslag die zij ontvangt.
Herijking OZB voor WOZ-ontwikkeling niet-woningen
Ook de geraamde WOZ-waardes voor niet-woningen zijn naar boven bijgesteld in de nieuwe SVHW-raming. Voor niet-woningen betekent dit ook direct meer OZB-opbrengsten, omdat deze hogere WOZ-waardes tegen het eerdere berekende tarief doorgerekend worden. (€ 872.000 hogere baten)
Herijking belastingen en leges (excl. OZB)
In 2025 zijn de opbrengsten van de lokale heffingen in de Meerjarenbegroting gestegen ten opzichte van de Meerjarenbegroting 2024. De stijging wordt veroorzaakt door verschillende factoren. In lijn met de vastgestelde begrotingspunten van de kaderbrief zijn de lokale lasten met 4% geïndexeerd. Voor bouwleges ontvangen wij extra inkomsten door aanvragen van grote nieuwbouwprojecten, aan afvalstoffenheffing ontvangen wij extra inkomsten omdat de extra lasten met betrekking tot het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval worden doorberekend in de afvalstoffenheffing.(€ 1.933.000 hogere baten)
Herijking rioolheffing
De gemeente kiest voor doelmatig en risico gestuurd werken. Er wordt zoveel mogelijk integraal en wijkgericht gewerkt. Om de kosten als gevolg van de activiteiten te kunnen dekken, stijgt de rioolheffing vanaf 2022 geleidelijk met 1,25% per jaar tot een kostendekkend niveau in 2041. Dit is conform het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Aanvullend hanteren we in 2025 een indexatie percentage van 1,6% in verband met sterk toegenomen prijzen (€ 468.000 hogere baten)
E. Overige bijstellingen
N.v.t.
Dekking uit begrotingsknoppen
Net als vorig jaar hebben wij een gereedschapskist met begrotingsknoppen opgesteld (T24.06443) waarin maatregelen zijn opgenomen die ingezet zouden kunnen worden om een structureel sluitende begroting te realiseren. Het college heeft dit overzicht meegenomen bij de integrale afweging en de daarin opgenomen maatregelen geclassificeerd naar de mate van (technische en juridische) uitvoerbaarheid en impact voor onze bewoners, bedrijven en (maatschappelijke) organisaties. Uiteindelijk is er besloten om een totaal aan maatregelen in te zetten voor een bedrag van € 1 miljoen. Voor de toelichting over welke maatregelen (“begrotingsknoppen”) dit betreft, verwijzen wij u naar de onderstaande tabel en de gereedschapskist met begrotingsknoppen (T24.06443)
Dekking uit technische maatregelen
Aangezien de Begroting 2025 met inzet van de hierboven genoemde begrotingsknoppen alsnog een structureel tekort van € 1.372.000 liet zien, is er besloten tot het inzetten van een aantal aanvullende financieel-technische maatregelen. Voor de toelichting over welke maatregelen (“begrotingsknoppen”) dit betreft, verwijzen wij u naar de onderstaande tabel en de gereedschapskist met begrotingsknoppen (T24.06443)
Eindstand structureel begrotingssaldo
Na verwerking van al de bovenstaande mutaties is het structurele begrotingssaldo van een tekort van € 7,4 miljoen bij de Kaderbrief 2025 gewijzigd in een overschot van € 93.000 in 2025. Daarmee is de Begroting voor 2025 structureel sluitend, al resteert er voor de daaropvolgende jaren nog een tekort dat oploopt tot ruim € 5,3 miljoen in 2028.
Incidentele claims en de bijbehorende dekking
Naast de structurele mutaties ten opzichte van de Kaderbrief 2025, zijn er ook een aantal incidentele mutaties verwerkt in de Begroting 2025-2028. Dit is in lijn met het verzoek van uw raad om nieuw beleid zoveel als mogelijk te dekken met incidenteel geld (M2022-020).