Paragrafen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) stelt dat een aantal verplichte paragrafen moet worden opgenomen in de programmabegroting. Zij geven, als een dwarsdoorsnede door de programma’s, inzicht in een aantal bedrijfsvoeringsaspecten van de gemeente. De paragrafen zijn:

  1. Lokale heffingen
  2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
  3. Onderhoud kapitaalgoederen
  4. Financiering
  5. Bedrijfsvoering
  6. Verbonden partijen
  7. Grondbeleid
  8. Openbaarheidsparagraaf Wet open overheid (Woo)

Paragraaf Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf geeft inzicht in de belastingen, heffingen en leges die de gemeente Lansingerland heft. De paragraaf toont de tariefontwikkeling, de opbrengsten en de lokale lastendruk. De lokale heffingen zijn een belangrijke bron van inkomsten voor de gemeente.

We onderscheiden twee soorten heffingen: heffingen waarvan de besteding gebonden is aan  de activiteit waarop de heffing betrekking heeft (zoals de rioolheffing en de afvalstoffenheffing) en de gemeentelijke heffingen die als algemene dekkingsmiddel mogen worden ingezet, waarvan de besteding niet van te voren is bestemd (zoals de onroerende zaakbelasting en de hondenbelasting). 

De gemeente Lansingerland kent de volgende belastingen en rechten:
1. Onroerende zaakbelasting (OZB);
2. Afvalstoffenheffing;
3. Rioolheffing;
4. Lijkbezorgingsrechten;
5. Leges burgerzaken;
6. Leges bouw;
7. Hondenbelasting;
8. Marktgelden;

Precario belasting is per 2022 komen te vervallen.

Overzicht opbrengst lokale heffingen

Terug naar navigatie - Overzicht opbrengst lokale heffingen

In onderstaand overzicht staan de opbrengsten aan lokale heffingen van de belangrijkste heffingen in zowel 2021 en 2022 en de afwijking in 2022 ten opzichte van de begroting.

De hogere opbrengst op lokale heffingen wordt met name veroorzaakt door hogere baten op zowel de OZB voor woningen (door een hogere waardegrondslag) als niet-woningen (door een lager aantal verminderingen dan begroot en door een latere realisatie van een inkomst over 2021). 

Bedragen x € 1.000
Realisatie 2021 Primitief 2022 Begroot 2022 Realisatie 2022 Afwijking 2022
OZB woningen 8.802 8.954 8.954 9.097 142
OZB niet-woningen 6.701 8.083 8.938 9.655 717
Afvalstoffenheffing 7.039 7.175 7.175 7.199 24
Rioolheffing 6.782 6.825 6.941 6.974 33
Lijkbezorgingsrechten 307 240 240 209 -32
Leges burgerzaken 590 517 675 656 -19
Leges bouw 2.971 2.465 2.465 2.515 50
Hondenbelasting 307 299 299 311 12
Marktgelden 48 71 71 52 -19
Precariobelasting, uitstallingen 40 45 45 44 -1
Precariobelasting, kabels en leidingen 201 0 0 0 0
Totaal 33.788 34.674 35.803 36.711 908

COELO 2022 en woonlasten

Terug naar navigatie - COELO 2022 en woonlasten

Het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) publiceert ieder jaar de zogeheten “Atlas van de lokale lasten”. Onderdeel van deze atlas is een tarievenoverzicht. Het overzicht 2022 is hieronder opgenomen, aangevuld met de gegevens van Lansingerland.

De onderstaande tabel laat zien dat de door gemeente Lansingerland gehanteerde OZB-tarieven van woningen en niet-woningen in 2022 onder het landelijk gemiddelde lagen. Desondanks zijn de gemiddelde woonlasten in Lansingerland 8% hoger dan het landelijk gemiddelde. Belangrijke oorzaak hiervan is een relatief hoge gemiddelde WOZ-waarde in de gemeente Lansingerland (€ 406.000) ten opzichte van het landelijk gemiddelde (€ 315.000).

Bedragen x € 1,-
Laagste 2022 Gemiddelde 2022 Hoogste 2022 Lansingerland 2022 afwijking in %
OZB woningen (eigenaar) 0,0342% 0,0978% 0,2393% 0,0896% -8,38%
OZB niet-woningen (eigenaar+gebruiker) 0,1212% 0,5209% 1,2791% 0,4625% -11,21%
Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishouden) 39 317 491 309 -2,40%
Rioolheffing 91 207 500 257 24,04%
Hondenbelasting (eerste hond) 25 40 129 84 110,25%
Woonlasten (meerpersoonshuishouden) 667 904 1.736 977 8,09%
Bron: Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO)

De onderstaande tabel laat de gemeentelijke woonlasten van Lansingerland in 2022 zien, bij een gemiddelde WOZ-waarde van € 406.000:

Meerpersoonshuishouden met eigen woning en een WOZ-waarde van € 406.000 in 2022 Bedragen x € 1,-
Lokale lasten Lansingerland Aanslag 2021 Aanslag 2022 Verschil in € Verschil in %
OZB 386,92 363,78 -23,14 -5,98%
Afvalstoffenheffing 305,58 309,40 3,82 1,25%
Rioolheffing 253,59 256,76 3,17 1,25%
Aanslag gemeentelijke belastingen (via SVHW) 946,09 929,94 -16,15 -1,71%
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar ervoor Realisatie 2021 Realisatie 2022
A) OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 386,92 363,78
B) Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 253,59 256,76
C) Afvalstoffenheffing voor een gezin 305,58 309,40
D) Eventuele heffingskorting 0,00 0,00
E) Totale woonlasten gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A+B+C-D) 946,09 929,94
F) Landelijke gemiddelde jaar ervoor 776,00 811,00
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar ervoor (E/F) x 100% 121,92% 114,67%

Woonlasten en de tarieven in de regio

Terug naar navigatie - Woonlasten en de tarieven in de regio

In de Atlas van de lokale lasten wordt inzicht gegeven in de gemeentelijke woonlasten. Daarbij wordt het gemiddelde bedrag berekend dat een meerpersoonshuishouden op basis van de gemiddelde WOZ waarde van een eigen woning in de betreffende gemeente betaalt aan OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. In de ons omringende gemeenten hebben de gemiddelde woonlasten voor meerpersoonshuishoudens zich als volgt ontwikkeld.

De woonlasten 2022 bedragen landelijk gemiddeld € 904. Net als in Lansingerland zijn in alle omliggende gemeenten de lokale lasten gestegen ten opzichte van 2022. In Delft is de stijging met 20,6% het hoogst; in Pijnacker-Nootdorp is de stijging met 4,9% het laagst. De stijging in Lansingerland is voornamelijk veroorzaakt door een toename van het tarief afvalstoffenheffing, evenals een toename van de gemiddelde OZB-aanslag door een stijging van de waardegrondslag.

In onderstaande tabel ziet u de stijging van de gemiddelde woonlasten per gemeente in onze regio:

Bedragen x € 1,-
Gemeenten 2021 2022 Mutatie t.o.v. 2021
Lansingerland 920 977 6,2%
Pijnacker-Nootdorp 926 971 4,9%
Delft 867 1.045 20,6%
Zuidplas 845 940 11,2%
Zoetermeer 792 922 16,4%

De onderstaande tabel laat de OZB-aanslagen en woonlasten 2022 in de regio zien:

OZB-aanslag tov WOZ-waarde Gemiddelde WOZ-waarde WOZ-waarde t.o.v. landelijk gemiddelde OZB-tarief Gemiddelde OZB aanslag OZB-aanslag t.o.v. landelijk gemiddelde Verhouding WOZ-waarde OZB-aanslag
Lansingerland 406.000 129% 0,0896% 410,94 118% 0,92
Delft 288.000 91% 0,0967% 396,34 92% 1,01
Pijnacker-Nootdorp PM PM 0,0843% 365,13 106% PM
Zoetermeer 291.000 92% 0,1388% 485,36 125% 1,35
Zuidplas 342.000 109% 0,1082% 431,26 102% 0,94
Nederland 315.000 100% 0,0978% 380,00 100% 1
Woonlasten tov WOZ-waarde Gemiddelde WOZ-waarde WOZ-waarde t.o.v. landelijk gemiddelde Gemiddelde woonlasten MPH MPH t.o.v. landelijk gemiddelde Verhouding WOZ-waarde woonlasten
Lansingerland 406.000 129% 977,10 108% 0,84
Delft 288.000 91% 1.045,20 116% 1,26
Pijnacker-Nootdorp PM PM 971,49 107% PM
Zoetermeer 291.000 92% 922,13 102% 1,10
Zuidplas 342.000 109% 939,68 104% 0,96
Nederland 315.000 100% 904,00 100% 1,00

Onroerende zaakbelasting (OZB)

Terug naar navigatie - Onroerende zaakbelasting (OZB)

Er zijn twee soorten OZB: de eigenarenbelasting en de gebruikersbelasting. Voor woningen bestaat er alleen een eigenarenbelasting. Voor niet-woningen (onder andere bedrijfspanden, maatschappelijke voorzieningen zoals scholen en zwembaden, maar ook bouwgronden) bestaat er zowel een eigenaren- als een gebruikersbelasting. Jaarlijks bepaalt de gemeente de waarde van de onroerende zaak, de zogeheten WOZ-waarde.

Lansingerland kent een tariefdifferentiatie voor woningen en niet-woningen. Tariefdifferentiatie tussen woningen en niet – woningen wordt in heel Nederland toegepast. De tarieven voor niet-woningen liggen hoger dan voor de woningen. 

Voorheen betaalden zowel de eigenaar als de gebruiker van een niet-woning OZB. De OZB voor gebruikers kan echter alleen worden geïnd als er een gebruiker van het pand is. Voor kantoren en bedrijven die leeg staan werd derhalve geen OZB-gebruikersbelasting betaald. De effecten van deze leegstand op de belastingrealisatie waren onvoorspelbaar, en kenden een toenemend effect. Om de belastingheffing te versimpelen en misgelopen realisatie op leegstaande onroerende zaken te voorkomen, is gekozen om per 2022 de OZB-gebruikers voor niet-woningen te verleggen naar de OZB-eigenaren.

Het OZB-tarief wordt berekend naar een percentage van de WOZ-waarde. Het verloop van de OZB-tarieven over de afgelopen jaren ziet er als volgt uit:

Tarieven Onroerende Zaakbelasting Tarief 2020 Tarief 2021 Tarief 2022 Mutatie t.o.v. 2021
Eigenaar (woning) 0,1003% 0,0953% 0,0896% -6,0%
Eigenaar (niet-woning) 0,2325% 0,2332% 0,4625% 98,3%
Gebruiker (niet-woning) 0,1889% 0,1895% - -
Gecombineerd (niet-woning) 0,4214% 0,4227% 0,4625% 9,4%

Opbrengsten onroerende zaakbelasting

Terug naar navigatie - Opbrengsten onroerende zaakbelasting

De gerealiseerde OZB-opbrengsten 2022 wijken af met de begroting na slotwijziging . De OZB eigenaren (woning) is €142.000 hoger dan begroot gerealiseerd, wat toe te schrijven is aan een iets toegenomen waardegrondslag ten opzichte van de prognose. Voor de OZB eigenaren (niet-woningen) is de realisatie €717.000 hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door €407.000 aan inkomsten over het belastingjaar 2021 welke in het vierde kwartaal nog gerealiseerd zijn, evenals een lager niveau aan verminderingen door bezwaar ten opzichte van de prognose.

Bedragen x € 1.000
Opbrengst OZB Realisatie 2021 Primitief 2022 Begroot 2022 Realisatie 2022 Afwijking 2022
Woningen (eigenaren) 8.802 8.954 8.954 9.097 143
Niet-woningen (eigenaren) 4.069 8.083 8.937 9.655 718
Niet-woningen (gebruikers) 2.633
Subtotaal niet-woningen 6.702 8.083 8.937 9.655 718
Totaal 15.504 17.037 17.891 18.752 861

Waardering Onroerende zaken (WOZ)

Terug naar navigatie - Waardering Onroerende zaken (WOZ)

Uitvoering
SVHW te Klaaswaal voert per 1 januari 2013 de Wet WOZ en de heffing en inning van gemeentelijke belastingen uit voor onze gemeente.

Waarderingskamer
De Waarderingskamer (WAKA) heeft de uitvoering van de WOZ binnen het voorzieningengebied van SVHW beoordeeld als ‘goed’. Dit algemeen oordeel wordt afgegeven aan een organisatie die WOZ-taxaties van goede kwaliteit levert en daarnaast op alle onderdelen van het WOZ-werkproces voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. Het SVHW heeft ook voldoende maatregelen getroffen voor adequate aansturing en kwaliteitsbeheersing van de werkzaamheden. Zie hiervoor ook de website van de Waarderingskamer: www.waarderingskamer.nl/nc/alle-beoordelingen/gemeentepagina/lansingerland/.

Bezwaarschriften
Het aantal ingediende bezwaarschriften is met 26,5% gedaald ten opzichte van 2021, nadat er zich in 2020 en 2021 forse stijgingen voordeden. Het aantal ingediende bezwaren door no-cure-no-pay (ncnp) bureaus bij woningen is voor het eerst in jaren gedaald. Het SVHW voert actief campagne om het aandeel bezwaarschriften dat via ncnp-bureaus binnenkomt te verkleinen. SVHW heeft hiervoor samen met andere belastingkantoren een werkgroep gevormd om gezamenlijk op te trekken in de richting van de ncnp-bureaus. Daarnaast heeft de SVHW een taskforce opgericht om het aantal WOZ-bezwaren van ncnp-bureaus te verminderen. Communicatie speelt hierbij een belangrijke rol, onder andere door ervoor te zorgen dat bezwaar maken via de website van de SVHW heel eenvoudig is. 

Het aantal nog openstaande bezwaarschriften in 2022 heeft als peildatum 13 januari 2023, waar dit cijfer vergeleken wordt met peildatum 31 januari voor 2020 en 2021. SVHW heeft bevestigd dat het tussen 13 en 31 januari 2023 nog eens 70% van de openstaande bezwaarschriften is afgehandeld.

Aantallen bezwaarschriften WOZ 2020 2021 2022 Mutatie t.o.v. 2021
Ingediend 839 937 960 2,5%
Nog in behandeling (januari 2023) 77 98 135 37,8%
Waarvan afgehandeld:
Toegekend 276 400 554 38,5%
Afgewezen en anderszins afgedaan 486 439 369 -15,9%

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

De gemeente Lansingerland kent voor de afvalstoffenheffing een gedifferentieerd tarief voor één- persoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens. Het verloop van de tarieven afvalstoffenheffing over de afgelopen jaren ziet er als volgt uit: 

Bedragen x € 1,-
Tarieven afvalstoffenheffing Tarief 2020 Tarief 2021 Tarief 2022 Toename t.o.v. 2021
Eenpersoonshuishoudens 232,39 244,47 247,52 1,2%
Meerpersoonshuishoudens 290,49 305,58 309,40 1,3%

Baten en lasten afvalstoffenheffing en dekkingspercentage

Terug naar navigatie - Baten en lasten afvalstoffenheffing en dekkingspercentage

In 2022 zijn de opbrengsten van de diverse afvalstromen toegenomen. We realiseerden € 82.000 meer dan begroot. Ook de kosten waren € 115.000 lager dan begroot waardoor de kostendekkendheid in 2022 101% was. Dit overschot storten we in de egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing.

Bedragen x € 1.000
Afvalinzameling Realisatie 2021 Begroot 2022 Realisatie 2022 Afwijking 2022
Baten: afvalstoffenheffing 7.039 7.175 7.199 24
Baten: overige opbrengsten 661 583 641 58
Lasten: directe kosten -5.638 -6.089 -6.048 41
Lasten: toerekening BTW -1.093 -1.161 -1.175 -14
Lasten: toerekening overhead -412 -427 -356 71
Lasten: kwijtschelding -193 -209 -192 17
Saldo 364 -128 69 197
Dekkingspercentage 105% 98% 101%

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

Het tarief is een vast bedrag voor maximaal 500 m3 afgevoerd afvalwater voor huishoudens. Voor de zogenaamde grootverbruikers geldt dat boven de 500 m3 voor iedere volgende 500 m3 afgevoerd afvalwater of een gedeelte daarvan een opslag wordt geheven. In de Rioolverordening 2020 is besloten de huidige methodiek te handhaven en geen differentiatie in tariefeenheden aan te brengen.

Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP)
De gemeente kiest voor doelmatig en risico gestuurd werken. Er wordt zoveel mogelijk integraal en wijkgericht gewerkt. Om de kosten als gevolg van de activiteiten te kunnen dekken, is het tarief in 2022 met 1,3% gestegen. Het tarief van de rioolheffing  stijgt vanaf 2016 in 25 jaar geleidelijk met 1,7% per jaar tot een kostendekkend niveau van € 345,45 in 2041. Dit is conform Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP).

Bedragen x € 1,-
Tarieven rioolheffing Tarief 2020 Tarief 2021 Tarief 2022 Mutatie t.o.v. 2021
Woningen 249,35 253,59 256,76 1,3%

Baten en lasten rioolheffing en dekkingspercentage

Terug naar navigatie - Baten en lasten rioolheffing en dekkingspercentage

Doordat er minder kosten aan het onderhoud en inspectie zijn geweest, is de dotatie in de voorziening € 41.000 hoger dan begroot. Lagere lasten zijn het gevolg van een tekort aan materialen op de markt.

Het gerealiseerde saldo van € 1.186.000 is door middel van een storting verrekend met de voorziening riolering.

Bedragen x € 1.000
Rioolheffing Realisatie 2021 Begroot 2022 Realisatie 2022 Afwijking 2022
Baten: rioolheffing 6.781 6.941 6.974 33
Baten: overige opbrengsten 79 13 34 21
Lasten: directe kosten -4.060 -4.408 -4.447 -39
Lasten: toerekening BTW -558 -629 -617 12
Lasten: toerekening overhead -561 -563 -585 -22
Lasten: kwijtschelding -176 -209 -173 36
Saldo 1.505 1.145 1.186 41
Dekkingspercentage 129% 120% 120%

Lijkbezorgingsrechten

Terug naar navigatie - Lijkbezorgingsrechten

De gemeente Lansingerland heeft het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen vastgelegd in een beheerverordening. De vigerende beheerverordening van de gemeente Lansingerland dateert uit 2021.
De lijkbezorgingsrechten zijn per 1 januari 2022 niet aangepast. In onderstaande tabel staan de begrote en gerealiseerde bedragen in 2021 en 2022.

Bedragen x € 1.000
Lijkbezorgingsrechten Realisatie 2021 Begroot 2022 Realisatie 2022 Afwijking 2022
Begraafplaatsrechten 307 240 209 -31

Leges Bouwvergunningen

Terug naar navigatie - Leges Bouwvergunningen

De gerealiseerde baten vanuit bouwleges zijn in lijn met de begroting. De uiteindelijke baten voor 2022 vallen € 50.000 hoger uit dooreen hoger aantal aanvragen voor bouw- en sloopvergunningen. 

Bedragen x € 1.000
Bouwleges Realisatie 2021 Begroot 2022 Realisatie 2022 Afwijking 2022
Leges bouw 2.971 2.465 2.515 50

Hondenbelasting

Terug naar navigatie - Hondenbelasting

Voor de hondenbelasting bestaat een tarief voor de eerste hond, een tarief voor de tweede en volgende hond en voor een geregistreerde kennel. Het verloop van de tarieven hondenbelasting over de afgelopen jaren is ongewijzigd en ziet er als volgt uit:

Bedragen x € 1,-
Hondenbelasting Tarief 2020 Tarief 2021 Tarief 2022 Mutatie t.o.v. 2021
Eerste hond 81,48 82,78 84,10 1,6%
Elke volgende hond 114,12 115,95 117,81 1,6%
Geregistreerde kennel 244,68 248,59 252,57 1,6%

Marktgelden en precariobelasting (uitstallingen)

Terug naar navigatie - Marktgelden en precariobelasting (uitstallingen)

De marktrechten zijn per 1 januari 2022 met de CPI aangepast. In onderstaande tabel staan de begrote en gerealiseerde bedragen in 2021 en 2022.

Bedragen x € 1.000
Markgelden en precariobelasting Realisatie 2021 Begroot 2022 Realisatie 2022 Afwijking 2022
Marktgelden 48 71 52 -19
Precariobelasting 40 45 44 -1

Leges burgerzaken

Terug naar navigatie - Leges burgerzaken

De opbrengsten van de gemeentelijke leges burgerzaken in 2021 en 2022 staan in onderstaand overzicht nader gespecificeerd.

De gerealiseerde baten uit de leges burgerzaken zijn in 2022 zijn in lijn met de begroting  en fors toegenomen ten opzichte van 2021. Ook in 2022 heeft zich een zichtbare inhaalslag voorgedaan op aanvragen burgerlijke stand en reisdocumenten.

Bedragen x € 1.000
leges Realisatie 2021 Begroot 2022 Realisatie 2022 Afwijking 2022
Leges burgerlijke stand 125 169 172 3
Leges basisadministratie persoonsgegevens 22 24 25 1
Leges reisdocumenten 173 259 251 -8
Leges rijbewijzen 211 182 166 -16
Leges naturalisatie (vanaf 2014 inclusief overige leges) 48 28 58 30
Leges gehandicaptenparkeerkaart 11 15 15 0
Totaal 590 677 688 11

Kwijtscheldingen

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingen

De ontwikkelingen met betrekking tot de aangevraagde kwijtscheldingen geven het volgende beeld:

Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2021 2022 Mutatie t.o.v. 2021
Ingediende aanvragen 758 794 4,7%
Nog in behandeling 0 0 0,0%
Waarvan afgehandeld:
Toegekend (geheel of gedeeltelijk) 654 637 -2,6%
Afgewezen 104 157 51,0%

Lasten kwijtscheldingen

Terug naar navigatie - Lasten kwijtscheldingen

Het totaal aantal aanvragen tot kwijtschelding is in 2022 toegenomen ten opzichte van 2021. Het aantal toegekende kwijtscheldingen is licht gedaald. 
De uitgaven aan kwijtscheldingen van de gemeentelijke belastingen en rechten geeft het volgende overzicht:

Bedragen x € 1.000
Lasten kwijtschelding Realisatie 2021 Begroot 2022 Realisatie 2022 Afwijking 2022
Afvalstoffenheffing 193 209 190 -19
Rioolheffing 176 209 172 -37
Hondenbelasting 0 0 0 0
Onroerende-zaakbelasting 1 0 1 1
Totaal 370 418 363 -55

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft aan in hoeverre de gemeente Lansingerland in staat is om haar financiële risico’s op te vangen en welke methode gebruikt wordt voor het bepalen van het risicoprofiel. Daarnaast beschrijft de paragraaf op hoofdlijnen op welke wijze ‘risicobeheersing’ onderdeel is van de bedrijfsvoering van de gemeente. Het is belangrijk risico’s in beeld te hebben omdat deze het bereiken van onze doelen in de weg kunnen zitten. Van belang is een goed systeem van interne sturing en beheersing te hebben met daarin de juiste mix van middelen en maatregelen om de geïdentificeerde risico’s, binnen redelijke grenzen, terug te brengen naar een voor de organisatie acceptabel niveau.

Er is een toenemende behoefte aan transparante informatie over gemeente specifieke inzichten en lange termijn perspectieven. Daarmee borgen we continuïteit van bedrijfsvoering. Een aantal ontwikkelingen hebben mogelijk effect op de continuïteit, daarom is het van belang deze te benoemen. In deze paragraaf geven we daarom, naast verplichte financiële kengetallen op basis van het BBV, een kwalitatieve duiding van risico’s en ontwikkelingen die niet kwantitatief vertaald kan worden. Ook frauderisico heeft invloed op continuïteit. Dit onderwerp staat in de paragraaf bedrijfsvoering.

De verplichte financiële kengetallen op grond van de BBV nemen we op in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en het jaarverslag om de leden van provinciale staten en de gemeenteraad gemakkelijker inzicht te geven in de financiële positie van hun provincie of gemeente.

Risicobeheersing in de gemeente Lansingerland

Terug naar navigatie - Risicobeheersing in de gemeente Lansingerland

De nota risicomanagement en weerstandsvermogen 2020-2023 beschrijft op welke wijze Lansingerland structureel haar risico’s beheerst en hier verantwoording over af legt. De nota beschrijft o.a. welke informatie we in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing opnemen. Daarnaast is in het interne controleplan 2022 opgenomen dat in 2022 een risicoanalyse en een frauderisicoanalyse wordt uitgevoerd. Overeenkomstig het plan is dit uitgevoerd (zie voor een samenvatting van de frauderisicoanalyse ook de paragraaf bedrijfsvoering). In deze jaarstukken (een document dat terugkijkt op het afgelopen jaar) ligt het accent vooral op het weerstandsvermogen en de risico’s op incidentele tegenvallers.

Op basis van de huidige inzichten loopt Lansingerland haar grootste incidentele financiële risico’s bij de grondexploitaties. Het risico op de grondexploitaties houdt verband met de hoge boekwaarde van reeds gedane investeringen in grond en de marktomstandigheden. Het risico is dat grond niet, later, of voor een lagere prijs wordt verkocht dan nu voorzien. Om dit risico te ‘beheersen’ moeten we vooral inspelen op de marktontwikkelingen en het onderscheidende vermogen van de gemeente als toekomstige woongemeente of vestigingsplaats voor een bedrijf. Dit is daarom ook een speerpunt van het college. Om de boekwaarde op de huidige grondexploitaties niet (verder) op te laten lopen is de gemeente terughoudend met het doen van nieuwe uitgaven. Uitgaven doen we pas als deze noodzakelijk zijn om 'inkomsten' te genereren. Waar mogelijk benutten we schaalvoordelen om werkzaamheden te clusteren. In 2022 is de boekwaarde van de meeste projecten verder afgenomen. Dit betekent dat de inkomsten uit grondverkopen hoger zijn geweest dan de uitgaven. Voor een verdere toelichting op de risico’s van de grondexploitaties zie Paragraaf Grondbeleid.


De grootste risico’s op structurele tegenvallers zijn er binnen het sociaal domein. In de begroting 2023-2026 zijn deze lasten op basis van de inzichten medio 2022 zo adequaat mogelijk geraamd. In de eerste begrotingswijziging 2023 zijn zekere budgetbijstellingen op basis van de Slotwijziging 2022 verwerkt. De maatwerkvoorzieningen in het sociaal domein betreffen open-einden regelingen waarbij niet of nauwelijks financiële plafonds zijn in te bouwen. De afgelopen jaren laten zien dat o.a. door besluiten van het Rijk (bijvoorbeeld abonnementstarief Wmo) de lasten in een korte periode zeer snel kunnen groeien en het tempo van de groei ook steeds sneller toeneemt. Voor de Jeugdwet werken we aan een maatregelen in lijn met de Landelijke Hervormingsagenda dat moet leiden tot een afvlakking c.q. stabilisering van de stijging van de lasten (los van de groei van het aantal inwoners). De potentiële opbrengsten/besparingen van deze maatregelenzijn in de meerjarenraming verwerkt. Risico is dat we deze besparingen uiteindelijk niet (kunnen) realiseren en er structurele tegenvallers ontstaan. De eerstvolgende actualisatie van deze risico’s op structurele tegenvallers in het meerjarenbeeld vindt zoals gebruikelijk plaats bij de begroting (2024).

Continuïteit
Op basis van de door ons uitgevoerde risico-inventarisatie, de weerstandsratio van 1,7 en het beeld van onze meerjarenbegroting is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland van mening dat de normale bedrijfsvoering financieel kan worden voortgezet. Zie voor de onderbouwing onderstaande toelichtingen.

Inventarisatie risico’s

Terug naar navigatie - Inventarisatie risico’s

Op basis van het risicoprofiel van de gemeente Lansingerland kan worden bepaald hoeveel middelen nodig zijn om alle risico’s te kunnen opvangen. Daarbij maken we onderscheid tussen ‘incidentele risico’s’ en het risico op structurele tegenvallers. Incidentele risico’s dienen te worden afgedekt door het beschikbare weerstandsvermogen en voor het opvangen van structurele risico’s zal voldoende ‘flexibiliteit’ in de begroting aanwezig moeten zijn. Dit laatste maken we jaarlijks inzichtelijk door in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting een aantal scenario’s te schetsen die zich voor kunnen doen en daarbij aan te geven wat de financiële impact is op de saldi van de meerjarenbegroting.

De benodigde weerstandscapaciteit voor incidentele risico’s wordt berekend op basis van een risicosimulatie. Uitgangspunt hierbij is een statistische benadering die ervan uitgaat dat nooit alle risico’s zich tegelijk én in hun maximale omvang zullen voordoen. Indien dat wel het geval is, zou op basis van de in beeld gebrachte risico’s, hiermee een bedrag gemoeid zijn van € 55 miljoen (feitelijk het absoluut maximum aan financieel gevolg van de in beeld gebrachte risico’s, met uitzondering van de gevoeligheidsscenario’s grondexploitatie).

Dit is als volgt te verdelen over de algemene dienst en de grondexploitaties:
Algemene dienst € 17 miljoen
Grondexploitaties € 38 miljoen

Top 10 risico’s gemeente Lansingerland

De top 10 aan risico’s zijn op basis van hun aandeel in het totaal benodigde weerstandsvermogen:

Bedragen x € 1.000
Nr. Risico Kans Maximaal bedrag
1 Ontwikkeling Wilderszijde o.b.v. bestemmingsplan N.v.t., zie toelichting 40.000
2 Fiscale optimalisatie Westpolder wordt niet gerealiseerd. 30% 12.500
3 Vraag naar bedrijventerrein Oudeland komt onder druk 30% 3.500
4 Kavels kunnen niet worden verkocht i.v.m. aanwezigheid CO leiding 70% 2.000
5 Lagere dekking Rijk inkomensdeel BUIG 30% 4.000
6 Verwachte versnelling eind exploitatie Groenzoom vindt niet plaats 30% 2.000
7 Risico op verkeerde aannames besluitvorming sociaal domein 30% 1.000
8 Ramp en schade aan gemeentehuis dat (deels) niet verzekerd is 10% 3.000
9 Kavel uitgegeven in meerdere kleinere kavels. Minder opbrengsten en meer kosten 30% 950
10 Aanspraak op borgstelling gemeente 10% 2.800

toelichting risico's

Terug naar navigatie - toelichting risico's

Uit de voorgaande tabel blijkt dat onze grootste risico’s betrekking hebben op de grondexploitaties, waarvan Oudeland, Westpolder en Wilderszijde de grootste invloed hebben. De genoemde bedragen zijn de mogelijke verdere verliezen op de grondexploitaties als de ontwikkelingen niet lopen zoals we nu inschatten op basis van de huidige marktomstandigheden. Naast bovenstaande incidentele effecten zijn er, als het risico zich voordoet, ook structurele effecten omdat schulden niet of minder snel kunnen worden afgelost. Op basis van de huidige rekenrente grondexploitaties van 1,1% betekent elke 
€ 10 miljoen verdere verlies name op de grondexploitatie een toename van de structurele rentelast op de begroting van € 0,11 miljoen.

Ten opzichte van het laatste P&C-document (begroting 2023) is een aantal risico’s uit de top 10 gemuteerd, waardoor risico’s die eerder buiten de top 10 vielen alsnog in de top 10 landen. Dit betreft veelal risico’s met en kleine kans maar grotere impact qua bedrag (bijvoorbeeld kans dat er een partij een beroep doet op borgstelling door de gemeente Lansingerland).  

Het grootste risicobedrag is gerelateerd aan de gebiedsontwikkeling Wilderszijde (risico nummer 1). Gezien de omvang van de ontwikkeling, de looptijd en de huidige economische omstandigheden is het risicobedrag fors toegenomen. Eind 2021 stelde de gemeenteraad het bestemmingsplan vast en is het hele gebied een ‘actieve’ grondexploitatie geworden. Dit betekent dat we ook een specifieke risicoanalyse maken voor het gebied. De gebied specifieke risico’s tellen op tot een benodigd risicobedrag van circa € 12 miljoen. Naast deze risico’s is het financiële resultaat van Wilderszijde ook afhankelijk van algemene ontwikkelingen, zoals de eventuele (snellere) stijging van kosten en ontwikkelingen van vrij op naam (VON)-prijzen. In dat kader zijn heel veel scenario’s mogelijk, zowel in positieve als negatieve zin. Voor het weerstandsvermogen is een zwaarder weer scenario doorgerekend waarbij de kosten 2% per jaar sneller stijgen dan nu doorgerekend in de gebiedsexploitatie en de grondprijzen/woningprijzen 2% per jaar minder stijgen. Dit scenario levert een circa € 28 miljoen nadeliger resultaat op dan het resultaat op basis van de huidige uitgangspunten. In de herziening MPG 2022 werd voor Wilderszijde nog een positief resultaat verwacht van circa € 20 miljoen. Door de economische omstandigheden in 2022 en 2023 zijn de verwachtingen fors naar beneden bijgesteld. De inflatie is dusdanig hoog dat de kosten voor civiele werken, VTA etc. zijn bijgesteld. Ook houden we rekening met een prijscorrectie op de opbrengsten. In de grondexploitatie zelf is er dus, in tegenstelling tot vorig jaar, geen buffer om risico’s op te vangen. Daarom hogen we het bedrag op dat benodigd is aan weerstandsvermogen (van € 20 miljoen naar € 40 miljoen). Gezien het beginstadium van het project is het ook wenselijk een robuuste ‘buffer’ aan te houden. De abnormale marktomstandigheden van 2022 en 2023 maken dit ook zichtbaar. Als alternatieve (of toetsende) methode is via de methode van de Rekenkamer (zie ook de nota Weerstandsvermogen voor een nadere toelichting hierop) een berekening gemaakt. Uitgaande van 10% van de nog te realiseren opbrengsten en 10% van de boekwaarde per 1/1/2023 is dan een weerstandsvermogen nodig van € 19 miljoen. Gezien de huidige marktomstandigheden en het feit dat we als gemeente een verfijndere methode hanteren stellen we voor in het benodigd weerstandsvermogen rekening te houden met ons ‘eigen’ berekende bedrag, dat veel hoger ligt dan de methode Rekenkamer.  

Van het Rijk ontvangt de gemeente jaarlijks geld voor de uitvoering van het inkomensdeel van de Participatiewet, de zogenoemde BUIG-uitkering. Indien de werkelijke lasten voor de uitkeringen hoger liggen dan geldt eerst een eigen risico, daarboven kan de gemeente een aanvraag indien voor een aanvullende uitkering. Met het oog op de mogelijke economische nasleep van Corona gaan we in de meerjarenraming uit van een stijging van de uitkeringslasten, maar ook een stijging van de BUIG-uitkering. Mocht deze laatste ontoereikend zijn dan komt een eventueel nadeel tot de drempel voor een aanvullende uitkering ten laste van de gemeente. Het risico baseren we op elk jaar van de meerjarenraming een tekort van maximaal € 1 miljoen. De kans achten we beperkt omdat we enerzijds zelf deels kunnen sturen op het aantal bijstandsgerechtigden, via re-integratie, en anderzijds het Rijk de BUIG laat meebewegen met de macro-economische situatie.

Risico’s verbonden partijen
De gemeente Lansingerland neemt deel in diverse gemeenschappelijke regelingen en verbonden partijen. In de paragraaf verbonden partijen van deze begroting is een overzicht hiervan opgenomen en is per partij ook inzicht gegeven in de risico’s bij de verbonden partij.

Uit de grondexploitaties en risico inventarisaties die ten grondslag liggen aan de jaarrekeningen 2022 van de gemeenschappelijke regeling Hoefweg en Bleizo blijkt dat de risico’s die deze partijen lopen nog opgevangen kunnen worden binnen de eigen grondexploitaties (de grondexploitatie bevat zelf nog voldoende weerstandscapaciteit). De gemeente zelf hoeft op basis van de huidige inzichten geen weerstandscapaciteit voor Hoefweg en Bleizo aan te houden.

Voor Bleizo-Oost, het deel ten oosten van de HSL, is inmiddels het bestemminsplan definitief vastgesteld. De economische groei en vraag naar logistieke kavels in de Corridor A12 maakt dat er ruimte is voor logistieke bedrijventerreinen. Partijen in de Corridor A12 hebben hierover met elkaar afspraken gemaakt, waardoor het bestemmingsplan voor Bleizo-Oost vastgesteld kon worden. Voor Bleizo-West doen we onderzoek naar een alternatief ontwikkelprogramma. Hiervoor is een eerste stedenbouwkundige verkenning uitgevoerd. De vaststelling van het bestemmingsplan voor Bleizo-West is opgeschort totdat er meer duidelijkheid is over de uitkomsten van het onderzoek.

Door een ontwikkelaar is de GR Bleizo aansprakelijk gesteld, in relatie tot de opzegging van een Intentieovereenkomst door GR Bleizo. Voorafgaande aan de opzegging zijn de mogelijke gevolgen en risico’s van de voorgenomen opzegging juridisch goed bekeken en vermeld in het besluit van het Dagelijks Bestuur. Met een eventuele juridische vervolgstappen van Adventure World Holding werd rekening gehouden. Het risico op een verplichting tot betaling van een schadeclaim omdat GR Bleizo niet onrechtmatig handelt of haar contractuele afspraken niet nakomt werd destijds niet aanwezig geacht. In 2023 heeft Adventure World Holding BV conservatoir beslag laten leggen op gronden van GR Bleizo en GR Bleizo aansprakelijk gesteld voor schade. In de grondexploitatie per 1-1-2023 is een budget opgenomen voor juridische kosten i.r.t. het conservatoir beslag en de te schadeclaim van Adventure World Holding BV. De extra uitgaven voor de externe juridische kosten zijn voorzien en geen risico meer. Sinds 2021 was er geen sprake van feiten of omstandigheden die een ander oordeel over de risico’s  met zich mee brengt. GR Bleizo neemt de schadeclaim uiterst serieus, gaat hiermee zorgvuldig om, laat zich consequent juridisch bijstaan door een advocatenkantoor en stemt haar opereren bovendien af met de juridisch deskundigen van beide deelnemende gemeenten. Vooralsnog is er geen reden om aan t nemen dat GR Bleizo verplicht zou zijn of worden tot het betalen van een schadeclaim. Hiervoor zijn derhalve geen uitgaven voorzien in de grondexploitatie van de GR Bleizo per 1-1-2023 en is dit risico evenmin opgenomen in de risicoanalyse behorende bij deze grondexploitatie en jaarrekening 2022. De accountant van GR Bleizo verstrekt over de jaarrekening 2022 een goedkeurende verklaring m.b.t. getrouwheid. Om de eventuele risico’s zo veel mogelijk te blijven beheersen wordt voortdurend ingespeeld op actuele ontwikkelingen in dit proces.

Effect van wereld en rijks ontwikkelingen op financiële risico’s gemeente
Het COVID-19 (Corona) virus had direct en indirect invloed op onze financiën. Op dit moment lijkt COVID-19 onder controle, maar nieuwe uitbraken zijn niet uit te sluiten. Diverse vangnetregelingen voor ondernemers zijn gestopt. Hoe groot de financiële impact in 2022 was en de daarop volgende jaren zal zijn is nu onmogelijk volledig te bepalen. We monitoren onze risico’s en die van onze partners voortdurend. Om financieel de risico’s te kunnen opvangen besloot de gemeenteraad in mei 2020 om een bestemmingsreserve van € 5 miljoen voor het begrotingsjaar 2020 in te stellen. Deze reserve wenden en wendden we aan om de incidentele extra lasten en incidentele gederfde inkomsten te dekken. Deze aanwending hangt samen met een aantal risico’s die hieronder zijn beschreven en zich afgelopen jaren ook hebben gemanifesteerd. Bij de bestemming van het resultaat 2022 stellen we voor deze reserve op te heffen.   

Ook de oorlog in Oekraïne heeft voor ons gevolgen en brengt risico’s met zich mee. Door zowel de Corona-crisis als de oorlog in Oekraïne kunnen investeerders voorzichtiger worden c.q. investeren bedrijven minder. Dit kan gevolgen hebben voor de nog uit te geven bedrijventerreinen (minder opbrengst, latere opbrengst, etc.). Ook de energiecrisis en hoge inflatie zijn daarvan een gevolg. gedeeltelijk compenseert het Rijk hiervoor. In zijn  algemeenheid geldt dat de risico’s op dit moment wel kwalitatief zijn te duiden, maar nog zeer moeilijk kwantitatief. Deze eerste risico beschouwing is daarom ook vooral kwalitatief van aard en geeft de grootste financiële risico’s weer die het college op dit moment ziet. De lijst is, in willekeurige volgorde, als volgt:

Sociaal domein
•    Toename van het aantal bijstandsgerechtigden; als gevolg van stijging energiekosten, hoge inflatie, rentestijgingen en daarbij gepaard gaande onzekerheid krijgt de economie en daarmee de werkgelegenheid forse klappen. In eerste instantie vallen ‘ontslagen’ medewerkers terug op de WW. Afhankelijk van de duur van de WW valt een deel van deze personen uiteindelijk ook terug op de bijstand. Ons huidige bestand is ongeveer 600 bijstandsgerechtigden. Een stijging van dit aantal is een reëel risico, al is de werkeloosheid momenteel laag. We houden in de begrotingscijfers 2023-2026 rekening met een stijging op basis van inwonergroei. Risico is dat zich een nog negatiever scenario voordoet en de lasten sneller gaan stijgen. Het Rijk compenseert deze lasten (op termijn) mogelijk, maar uitgaande van de huidige systematiek voor financiering zal dat veelal met enige vertraging gaan (voordat de Rijksbijdrage omhoog gaat). De stijging van bijstandsgerechtigden betekent ook dat de ambtelijke organisatie meer inzet zal moeten plegen op participatie en rechtmatigheid en dus (tijdelijk) meer formatie nodig heeft.
•    Toename van het aantal schuldhulpverleningstrajecten; als gevolg van genoemde potentiële crises krijgt de economie en daarmee de werkgelegenheid forse klappen. Ondernemers en (ontslagen) werknemers kunnen in de financiële problemen komen en te maken krijgen met (toenemende) schulden. De gemeente is verantwoordelijk voor de schuldhulpverlening. Dus een toenemend beroep betekent meer werk en meer lasten voor de gemeente. Vanaf de begroting 2022 is reeds rekening gehouden met een stijging van het budget voor formele en informele schulddienstverlening van 5% per jaar tot aan 2025. In 2022 lag de groei overigens lager dan deze 5%.
•    Toename beroep op voorzieningen Wmo en Jeugdwet; de Corona crisis legde en legt op heel veel mensen ook een psychische en fysieke wissel. Met name op ouderen (eenzaamheid) en jongeren (leerlingen/scholieren). Een reëel risico is dat meer mensen uit deze doelgroepen in de problemen gaan komen en er extra hulp of ondersteuning nodig is. De gemeente is, als er geen vangnetten zijn in de eigen omgeving, verantwoordelijk voor deze hulp. Dit betekent een potentiële toename van de lasten in het sociaal domein voor de voorzieningen en ook extra formatie die hier voor nodig is.

Woningmarkt
Diverse partijen voorspellen zwaar(der) weer voor de woningmarkt (ook omdat de rente en de inflatie stijgen, waardoor huishoudens minder geld over hebben voor hypotheeklasten). Op de korte termijn zijn de effecten nog beperkt, maar het valt niet uit te sluiten dat de economische teruggang doorsijpelt naar de woningmarkt. Naast het economische risico is door stikstofwetgeving, Corona en de oorlog in Oekraïne ook een risico dat productieketens voor grond- en hulpstoffen voor de bouw stil vallen. Risico voor de gemeente is dat projecten vertraging oplopen of stilvallen en inkomsten later of niet binnen komen. Denk hierbij aan inkomsten uit grondverkopen en bouwleges. Voor Wilderszijde houden we hier ook rekening mee bij het bepalen van het weerstandsvermogen (zie eerder deze paragraaf). Het college merkt wel op dat de impact van een terugval op de huizenmarkt in financiële zin waarschijnlijk minder impact op Lansingerland zal hebben dan in de vorige crisis. De grondposities van de gemeente zijn fors kleiner, de schuldenlast lager en de rente is ook lager dan destijds (en de gemeente beschikt over eigen geld in de vorm van de opbrengst Eneco). Risico is wel dat, als de risico’s zoals nu in beeld zijn zich voordoen, de algemene reserve kan dalen. 

Gemeentefonds
De inkomsten van de gemeente komen voor zo’n 50% uit het gemeentefonds. Het gemeentefonds volgt de ‘trap-op-trap-af’ systematiek. Als het Rijk meer uitgeeft gaat er ook meer naar de gemeenten. Het Rijk betaalt nu het crisis maatregelen pakket. Hierdoor zal de Staatsschuld oplopen. Het risico c.q. de verwachting is dat dit op termijn Rijksbezuinigingen nodig maakt. Ook gemeenten zullen dan worden geraakt. Met welke omvang is nog onbekend.

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit betreft de middelen die de gemeente heeft of ter beschikking kan krijgen om de financiële gevolgen van risico’s op te vangen. Het uitgangspunt daarbij is dat structurele risico’s opgevangen moeten worden door structurele ‘weerstandscapaciteit’ en incidentele risico’s opgevangen worden door incidentele ‘weerstandscapaciteit’. Dit onderscheid is ook van belang met het oog op het ‘structureel evenwicht’ in de begroting en het toezicht van de provincie hierop.

Incidentele weerstandscapaciteit
De gemeente Lansingerland rekent alleen de algemene reserve tot de incidentele weerstandscapaciteit. De overige reserves rekenen wij niet tot de beschikbare weerstandscapaciteit. Dit zijn de bestemmingsreserves en de stille reserves. Bestemmingsreserves worden niet meegenomen, omdat hier al een bestemming aan is toegekend. Stille reserves (ontstaan wanneer de boekwaarde van de activa lager is dan de verkoopwaarde) worden niet meegenomen, omdat deze pas geïncasseerd kunnen worden als de activa verkocht wordt. Echter, als er expliciete besluiten worden genomen om stille reserves te gelden te maken, dan worden deze toegevoegd aan de weerstandscapaciteit.

Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit betreft de flexibiliteit die er in de begroting is. Dit betreft de mate waarin lasten verder zijn terug te brengen (door bezuinigingen), inkomsten te verhogen en de inzet van de post onvoorzien. Zodoende bestaat structurele weerstandscapaciteit uit:
•    Onbenutte belastingcapaciteit; 
•    Post onvoorzien;
•    Bezuinigingspotentieel lastenniveau tot wettelijke taken.
De onbenutte belastingcapaciteit is in theorie niet gemaximeerd. Er zijn geen maximum tarieven voor de OZB. Wel zijn er landelijk afspraken over de maximale jaarlijkse stijging van de OZB (macro-norm) en geldt voor het doen van een aanvraag tot artikel 12 dat de OZB boven de drempelpercentages ligt (gebaseerd op 120% van het landelijk gemiddelde OZB-percentage).

De post onvoorzien bedroeg in de begroting 2018-2021 nog structureel € 250.000. Op grond van de financiële verordening 2017 bepaalt het college jaarlijks opnieuw de omvang van de post onvoorzien en motiveert de omvang in de begroting. Vanaf de begroting 2022 is de post onvoorzien gekoppeld aan het aantal inwoners en is deze € 1 per inwoner. De post onvoorzien in is 2022 niet ingezet. 

Ten behoeve van de kadernota 2015 is het bezuinigingspotentieel in beeld gebracht indien de gemeente alleen de wettelijke taken zou uitvoeren en op taken met een inspanningsverplichting het minimale zou doen. In dat geval zou de gemeente nog enkele miljoenen kunnen bezuinigen. Dit zou dan wel gepaard gaan met veel maatschappelijke onrust en de bezuinigingen zijn veelal niet direct in het eerstvolgende begrotingsjaar in te voeren. De flexibiliteit op dit punt is beperkt.

In de grondexploitaties en kredieten is meestal ook een post ‘onvoorzien’ opgenomen. Binnen de grondexploitaties en projecten zelf is dus ook enige mate van weerstandscapaciteit aanwezig. Bij het bepalen van het weerstandsvermogen op gemeenteniveau houden we geen rekening met deze posten ‘onvoorzien’.

Benodigde weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Benodigde weerstandscapaciteit

De omvang van alles risico’s is na identificatie ingeschat middels het benoemen van een kans en een gevolg (kwantificering). Op basis van de ingevoerde risico’s is de risicosimulatie uitgevoerd. Op basis van deze simulatie kan (met een zekerheidspercentage van 90%) gesteld worden dat alle risico’s kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 58,9 miljoen.

De benodigde weerstandscapaciteit is als volgt te verdelen:
Algemene dienst € 3,3 miljoen
Grondexploitaties € 55,6 miljoen

De Rekenkamer Lansingerland gaat als ‘benchmark’ voor de risico’s op grondexploitaties uit van een benodigde weerstandscapaciteit van 10% van de boekwaarde van de grondexploitaties in exploitatie en 10% van de nog te realiseren opbrengsten en kosten. Op basis van de jaarrekening 2022 en de onderliggende grondexploitaties is dan circa € 36,5 miljoen nodig voor de gemeentelijke grondexploitaties (inclusief Wilderszijde). Voor Hoefweg is dit circa € 2,0 miljoen en voor Bleizo circa 
€ 12 miljoen. Totaal dus circa € 50,5 miljoen. Deze berekeningswijze van de Rekenkamer is sterk genormeerd en houdt geen rekening met de specifieke omstandigheden. Enige afwijking tussen deze berekening en de eigen berekening is dus logisch. De eigen berekening van circa € 55 miljoen is € 4,5 miljoen hoger dan de € 50,5 miljoen op basis van de methode Rekenkamer. Dit is een beperkt verschil en de risico inschatting van de gemeente zelf is hoger. Op basis hiervan is er geen reden het risicoprofiel van de gemeente bij te stellen voor de bepaling van het weerstandsvermogen.

Beoordeling weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Beoordeling weerstandsvermogen

De beschikbare weerstandscapaciteit van Gemeente Lansingerland bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken.


Het weerstandsvermogen geeft aan of de gemeente in staat is om financiële tegenvallers op te vangen zonder de noodzaak om direct te bezuinigen en/of de lokale lasten te verhogen.

Met een ratio weerstandsvermogen van 1,6 (2021: 2,2) is Lansingerland hier toe in staat. De ratio van 1,6 ligt iets hoger dan oorspronkelijk begroot voor eind 2022 (1,5). Dit komt vooral doordat de jaarrekeningen 2021 en 2022 een overschot kennen en het feit dat de Raad in 2022 besloot de investering in het Cultuurhuis te dekken uit de reserve Eneco in plaats van de Algemene reserve. De ratio ligt daarmee eind 2022 binnen de bandbreedte van de door de raad gewenste marge 'ruim voldoende' (tussen de 1,4 en 2,0), waarbij de Raad streeft naar een ratio van 1,7.

Bedragen x € 1.000
Weerstandsvermogen Voorstel resultaatbestemming 2022 Reserves onderdeel weerstandsvermogen
Stand algemene reserve per 31 december 2022 voor resultaat 2022 86.605
Weerstandsvermogen voor resultaatbestemming 86.605
Resultaatbestemming 2022:
Verkiezingsmaterialen t.b.v. inclusieve stembureaus -82
Cultuurhuis blok B -28
Sporthoeklaan, kosten voor NUTS aansluitingen en leges -1.420
Individuele bijzondere bijstand, energie armoede -473
Meerkosten Oekraïne sociaal domein (december circulaire) -32
Horti Science -170
Aanbesteding overbrenging Archief naar stadsarchief Rotterdam door Becis -72
Implementatie Wet open overheid -75
Energietoeslag (december circulaire) -680
Corona steunpakker (december circulaire) -49
Gezond in de stad (december circulaire) -30
Versterken sociale basis (december circulaire) -32
Leerlingenvervoer Oekraïne (december circulaire) -18
Resultaat boekjaar 11.913
Subtotaal -3.161 11.913
Totale weerstandscapaciteit ultimo 2022 95.357
Benodigde weerstandscapaciteit 58.900
Ratio weerstandsvermogen 1,6

Prognose ontwikkeling weerstandsvermogen en (risico) Vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Prognose ontwikkeling weerstandsvermogen en (risico) Vennootschapsbelasting

In de begroting 2023 is de meest recente prognose van de ontwikkeling van het weerstandsvermogen opgenomen. Ten opzichte van die prognose is de ratio eind 2022 in werkelijkheid beter, vooral door het verhogen van de algemene reserve bij besluitvorming omtrent het cultuurhuis . Het eerstvolgende moment voor actualisatie van de meerjarenprognose van het weerstandsvermogen is de begroting 2024. 

Met ingang van 2016 is de gemeente voor haar ondernemersactiviteiten belastingplichtig voor de Vennootschapsbelasting (Vpb). Op basis van een analyse van o.a. PWC gaan we er vooralsnog vanuit dat Lansingerland voor het grondbedrijf (nog) niet door de ondernemingspoort gaat en daardoor geen Vpb hoeft te gaan betalen. Mocht dit wel het geval zijn, dan wordt de jaarlijkse belastinglast geschat op circa € 0,5 miljoen per jaar.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.

 

Netto schuldquote

De netto schuldquote (en de quote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) is in lijn met de jaarstukken 2021, maar hoger dan verwacht bij de begroting 2022. Dit komt door hogere baten dan geraamd, maar ook een lager saldo aan liquide middelen en uitzettingen bij de schatkist. De schuldquote ligt onder de 90% en daarmee in de minst risicovolle categorie van de Provincie Zuid-Holland.

Bedragen x € 1.000
Netto schuldquote Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Jaarrekening 2022
A Vaste schulden (cf. art. 46 BBV) 138.097 121.851 121.897
B Netto vlottende schuld (cf. art. 48 BBV) 5.026 7.000 6.034
C Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV) 20.247 15.000 22.507
D Financiële activa (cf. art. 36 lid d, e en f) 376 376 376
E Uitzetting < 1 jaar (cf. art. 39 BBV) 117.108 12.000 101.689
F Liquide middelen (cf. art. 40 BBV) 209 113.616 208
G Overlopende activa (cf. art. 49 BBV) 5.218 3.000 9.152
H Totale baten cf. art. 17 lid c BBV) 190.847 172.441 198.316
Netto schuldquote ((A+B+C-D-E-F-G)/H) x 100% 21% 9% 20%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Omdat er bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal worden terugbetaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden te berekenen. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en wat dat betekent voor de schuldenlast. Bij beide berekeningen worden bij de financiële activa de verstrekte leningen opgenomen.

Bedragen x € 1.000
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Jaarrekening 2022
A Vaste schulden (cf. art. 46 BBV) 138.097 121.851 121.897
B Netto vlottende schuld (cf. art. 48 BBV) 5.026 7.000 6.034
C Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV) 20.247 15.000 22.507
D Financiële activa (cf. art. 36 lid d, e en f) 2.187 1.227 3.584
E Uitzetting < 1 jaar (cf. art. 39 BBV) 117.108 12.000 101.689
F Liquide middelen (cf. art. 40 BBV) 209 113.616 208
G Overlopende activa (cf. art. 49 BBV) 5.218 3.000 9.152
H Totale baten cf. art. 17 lid c BBV) 190.847 172.441 198.316
Netto schuldquote ((A+B+C-D-E-F-G)/H) x 100% 20% 8% 18%

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente.

De solvabiliteit is ten opzichte van 2021 iets verbeterd en in lijn met de begroting 2022. De solvabiliteit valt eind 2022 in de minst risicovolle categorie.

Bedragen x € 1.000
Solvabiliteit Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Jaarrekening 2022
A Eigen vermogen (cf. art. 42 BBV) 248.498 232.229 251.414
B Balanstotaal 449.290 403.892 442.164
Solvabiliteit (A/B) x 100% 55% 57% 57%

Structurele exploitatieruimte

Dit kengetal geeft het structurele en reële evenwicht van de begroting weer. Thans wordt er onderscheid gemaakt tussen de structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaren voordoen. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering en eigen belastinginkomsten. Bij structurele lasten zijn dat bijvoorbeeld de personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen.

Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

De begroting 2022 was structureel sluitend. De jaarrekening 2022 laat een licht structureel overschot zien (1%). Dit komt vooral doordat op posten met een structureel karakter, zoals bijvoorbeeld de Algemene Uitkering, incidentele voordelen zijn ontstaan. Voor de komende jaren is nog sprake van een begroot structureel tekort. 

Bedragen x € 1.000
Structurele exploitatieruimte Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Jaarrekening 2022
A Totaal structurele lasten 141.037 136.691 142.494
B Totaal structurele baten 136.198 134.333 144.297
C Totaal structurele toevoegingen aan reserves 718 22 0
D Totaal structurele onttrekkingen aan reserves 901 2.717 158
E Totale baten (cf. art. 17 lid c BBV) 190.847 172.441 198.316
Structurele exploitatieruimte ((B-A)+D-C))/E -2,4% 0% 1%

Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden
De belastingcapaciteit van de gemeente geeft de belastingdruk voor een gezin bij een gemiddelde WOZ-waarde ten opzichte van het landelijk gemiddelde (t-1) weer. Een percentage > 100% geeft weer dat de belastingdruk van de gemeente hoger is dan het landelijk gemiddelde.

Bedragen x € 1,-
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar ervoor Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Jaarrekening 2022
A OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 386,92 341,71 363,78
B Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 253,59 256,76 256,76
C Afvalstoffenheffing voor een gezin 305,58 309,40 309,40
D Eventuele heffingskorting 0,00 0,00 0,00
E Totale woonlasten gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A+B+C-D) 946,09 914,17 929,94
F Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in t-1 776,00 811,00 811,00
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar ervoor (E/F) x 100% 122% 113% 115%

Grondexploitatie

Dit kengetal geeft een indicatie van risico's van de boekwaarde van de bouwgronden op de totale baten van de gemeente. De boekwaarde van de bouwgronden moet terugverdiend worden via de totale baten. Het betreft de verhouding tussen de boekwaarde van de bouwgronden en de totale baten. > 100% betekent dat de boekwaarde hoger is dan de totale baten in enig jaar. Dit betekent een verhoogd risico voor de gemeente.

Ten opzichte van de jaarstukken 2021 is het geïnvesteerde vermogen in de grondexploitatie afgenomen. Dit komt doordat de baten uit verkoop van gronden hoger zijn dan de uitgaven voor de grondexploitaties 2022. Het kengetal valt qua signaalwaarde van de Provincie in de categorie 'risicovol'. 

Bedragen x € 1.000
Grondexploitatie Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Jaarrekening 2022
A Bouwgronden in exploitatie (cf. art. 38 lid b BBV) 105.748 11.446 93.847
B Totale baten (cf. art. 17 lid c BBV) 190.847 172.441 198.316
Grondexploitatie ((A+B)/C) x 100% 55% 7% 47%

Beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie
Door de Provincie zijn een aantal signaleringswaarden geformuleerd voor de kengetallen. Samengevat ziet het beeld voor Lansingerland er op basis van de jaarrekening 2022 als volgt uit:

Categorie A: minst risicovol Categorie B: neutraal Categorie C: meest risicovol
1. Netto schuldquote
a. zonder correctie doorgeleende gelden < 90% 90-130% > 130%
b. met correctie doorgeleende gelden < 90% 90-130% > 130%
2. Solvabiliteitsratio > 50% 20-50% < 20%
3. Grondexploitatie < 20% 20-35% > 35%
4. Structurele exploitatieruimte Begr > 0% Begr = 0% Begr < 0%
5. Belastingcapaciteit < 95% 95-105% > 105%
Kengetal Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Jaarrekening 2022
1. Netto schuldquote
a. zonder correctie doorgeleende gelden 21% 9% 20%
b. met correctie doorgeleende gelden 20% 8% 18%
2. Solvabiliteitsratio 55% 57% 57%
3. Grondexploitatie 55% 7% 47%
4. Structurele exploitatieruimte 0% 0% 0%
5. Belastingcapaciteit 119% 112% 119%

Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Een groot deel van het gemeentelijk vermogen is geïnvesteerd in kapitaalgoederen. Deze kapitaalgoederen zijn van groot belang voor het functioneren van onze gemeente, onder andere op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, verkeer, vervoer en recreatie.

Beheerplannen

Terug naar navigatie - Beheerplannen

Het beheer en onderhoud van kapitaalgoederen is gebaseerd op door de raad vastgestelde beheerplannen (IBP, GRP, MJOP). In de beheerplannen is opgenomen op welke wijze het onderhoud, zowel regulier als periodiek, plaatsvindt. Voor alle beheerplannen geldt dat het vastgestelde onderhoudskwaliteitsniveau minimaal B is.  Randvoorwaarde is het waarborgen van de veiligheid en het voorkomen van kapitaalvernietiging. In de centra en stationsgebieden onderhouden we op onderhoudsniveau A.

Het Integraal Beheerplan (IBP) Openbare ruimte 2017-2024 zorgt ervoor dat we het beheer zo integraal mogelijk aanpakken. Op deze manier zorgen we voor een zo hoog mogelijke kwaliteit en werken we efficiënt. In onderstaande tabel is een overzicht van de beheerplannen opgenomen.

Omschrijving Beheerplan Vastgesteld door de raad Frequentie Actualisatie Actualisatie Financiële vertaling in de begroting Achterstallig onderhoud Reserves en Voorzieningen
Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2017-2024 27 oktober 2016 4 jaar. In 2018 verwerkten we eenmalig eerder genomen besluiten. 2023 Ja Nee Reserve baggeren
Gemeentelijk Rioleringsplan 2022-2025 26 november 2020 5 jaar 2024 Ja Nee Voorziening Riolering
Beheerplan Gebouwen 2017-2024 27 oktober 2016 2023 Ja Nee Reserve GO Gemeentelijke gebouwen

Groen

Terug naar navigatie - Groen

De vooraf gestelde doelen voor 2022 zijn behaald. We verrichtten jaarlijks terugkerend onderhoud, voerden inspecties uit en vervingen groen waar dat technisch noodzakelijk was. Daarbij hanteerden we een duurzame aanpak. Voorbeelden daarvan zijn de toepassing van goede standplaatsverbetering en het stimuleren van biodiversiteit door rekening te houden met de beplantingskeuze. We hielden ook rekening met duurzaamheid door invulling te geven aan social return, het toepassen van klimaatbestendige maatregelen en de verbetering van ecologisch maaibeheer.

In 2022 zetten we extra in op klimaatadaptatie, biodiversiteit en participatie. In het door het Rijk vastgestelde Deltaplan Klimaatadaptatie werd gemeenten gevraagd passende maatregelen te nemen. Bij realisatie van nieuw openbaar groen zijn er specifieke keuzes gemaakt en dragen we als gemeente bij aan een hogere biodiversiteit en houden we rekening met klimaatadaptatie. Ons groenbeheer is zo vormgegeven dat het de biodiversiteit ten goede komt.

Civiele Kunstwerken (water)

Terug naar navigatie - Civiele Kunstwerken (water)

We bereikten de doelen voor 2022 en alle werkzaamheden voerden we conform het onderhoudsplan uit.

In 2022 werkten we aan het vervangen van duikers in de Zuidersingel (Berkel en Rodenrijs) en de renovatie van een duiker in de Julianalaan (Bergschenhoek). In 2022 werkten we ook aan de vervanging van verschillende steigers binnen de gemeente. 

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

We bereikten de doelen voor 2022 en alle werkzaamheden voerden we conform het onderhoudsplan uit.

In 2022 voerden we de projecten Kerkstraat (Bergschenhoek) en Zuidersingel (Berkel en Rodenrijs) uit. Ook werkten we aan meerjarige wijkaanpakken van de Vogelbuurt (Berkel en Rodenrijs), de Bloemenbuurt (Berkel en Rodenrijs) en de Schildersbuurt (Bleiswijk). 

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Het Gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2025 is het kader voor beheer- en onderhoudsactiviteiten voor het kapitaalgoed Riolering. Dit plan geeft duidelijkheid over wat we doen om de waarde in stand te houden van leidingen, kolken en gemalen in de openbare ruimte. Zo hebben we ca. 50 kilometer aan riolering gereinigd en geïnspecteerd en hebben we naar aanleiding van NEN-keuringen de gemaalkasten verbeterd.

Bij de meerjarige integrale renovatieprojecten de Bloemenbuurt (Berkel en Rodenrijs) en de Schildersbuurt (Bleiswijk) wordt het bestaande riool volledig vervangen.

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

De gemeente is juridisch eigenaar van circa 60 vastgoedobjecten. De vastgoedportefeuille bestaat onder andere uit het gemeentehuis, gemeentewerf, afvalbrengstation, sporthallen, maatschappelijke accommodaties, kinderdagopvang, strategische objecten en onderwijsgebouwen. Van deze laatste groep (onderwijsgebouwen) zijn 20 stuks overgedragen aan schoolbesturen voor primair onderwijs. Van 2 onderwijsgebouwen is de gemeente vooralsnog eigenaar en zijn wij in onderhandeling met schoolbesturen over het formeel in gebruik geven of in eigendom overdragen van deze schoolgebouwen.

Wij streven naar maatschappelijk en financieel rendement van ons vastgoed. Uitgangspunt is dat er alleen sprake is van eigendom en/of exploitatie daar waar dat noodzakelijk is voor de uitoefening van een publieke taak. We pakten mogelijkheden om niet essentieel vastgoed van de hand te doen op.

Het beheer en de exploitatie van 17 gebouwen was in 2022 door de gemeente bij Sportfondsen belegd. Het groot onderhoud voerde de gemeente uit, conform het Beheerplan Gebouwen en het bijbehorende Meerjaren-Onderhoudsprogramma (MJOP). De kosten voor het groot onderhoud werden gedekt door de bestemmingsreserve Gebouwen.

Daar waar sprake is van vervanging bekeken we of er mogelijkheden waren om de producten te verduurzamen. Het verduurzamen van ons vastgoed voerden we uit conform de principes van Trias Energetica: beperk de energievraag, gebruik duurzame energie en gebruik fossiele brandstoffen efficiënt  en maken wij onderdeel van het MJOP. Hiermee voorkwamen wij kapitaalvernietiging en pasten op natuurlijke momenten verduurzaming toe. 

In 2022 maakten we het pand Jan van de Heijdenstraat 6 (brandweerkazerne) in Bleiswijk geheel gasloos. We verzwaarden de elektra-aansluiting aan de Stampioendreef 3 (Bergschenhoek) en ronden dit bij Anthuriumsingel 148-150 (Berkel en Rodenrijs) en de Gouden Uillaan 30 (Berkel en Rodenrijs) bijna af. Voor deze panden zijn de voorbereidende werkzaamheden opgestart om in 2023 definitief gasloos te worden. Voor het verduurzamen van het zwembad de Windas schakelden we een extern adviseur in voor onderzoek en advies. 

We renoveerden de entree van sporthal Het Berghonk (Bergschenhoek). We verwijderden de keuken en bar die al meer dan tien jaar niet gebruikt werden. Ook deelden we ruimtes van de vaste huurders opnieuw in. Tijdens de renovatie pasten we diverse duurzaamheidsmaatregelen toe, zoals Ledverlichting, extra isolatie en vervingen de bestaande verwarming voor infrarood panelen. 

Een aantal werkzaamheden stelden wij uit om investeringen af te kunnen stemmen op het verduurzamen van gemeentelijk vastgoed, er is geen sprake van een structurele onderhoudsachterstand.

Paragraaf Financiering en treasury

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf beschrijft de uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie (treasury). Hoofddoel van deze functie is dat er tijdig voldoende geld aanwezig is om aan alle financiële verplichtingen te voldoen.

Met betrekking tot treasury is wet- en regelgeving van toepassing die zowel extern als intern van aard is.
De belangrijkste externe wet- en regelgeving omvat:

  • Wet Financiering Decentrale Overheden (FiDo) 
  • Regeling Uitzetting Derivaten Decentrale Overheden (Ruddo)
  • Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof)
  • Regeling Schatkistbankieren
  • Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
  • Gemeentewet (toezichthoudende rol Provincie)
  • Financiële-verhoudingswet (toezichthoudende rol Provincie)

De belangrijkste interne regelgeving omvat:

  • Treasurystatuut 2020
  • Financiële Verordening Gemeente Lansingerland 2017

Treasurybeleid

Terug naar navigatie - Treasurybeleid

De gemeente onderscheidt een drietal subdoelstellingen van de treasuryfunctie:

  1. Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities.
  2. Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals met name renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s.
  3. Het streven, binnen de kaders van wet- en regelgeving en binnen de bepalingen van het Treasurystatuut, naar een optimale financieringsstructuur en beheersing van de daarmee gemoeide kosten.

Om deze doelstellingen te realiseren richt de treasuryfunctie richt zich op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de huidige en toekomstige financiële inkomende en uitgaande geldstromen, financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Binnen de wettelijke kaders is het doel om tegen zo laag mogelijke kosten te financieren.
Daarbij is het van belang om de financiële inkomende en uitgaande geldstromen adequaat te administreren en betrouwbare prognoses te hebben van toekomstige geldstromen. Onze liquiditeitsprognoses worden in beginsel op weekbasis geactualiseerd.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Bij het risicobeheer staat het risicoprofiel van de gemeente ten aanzien van treasury centraal. De risico’s vallen in de volgende soorten uiteen:

  • Renterisico’s op vaste en vlottende schuld (opgenomen geld);
  • Kredietrisico's;
  • Liquiditeitsrisico’s.

Het renterisico treedt op bij het aantrekken van nieuw geld. Wij beperken deze risico’s doordat wij dagelijks de renteontwikkeling monitoren. Met behulp van een in beginsel wekelijks geactualiseerde liquiditeitsprognose wordt de geldbehoefte gevolgd en tijdig afgedekt. Het risico dat op enig moment geen geld beschikbaar zou zijn, is volgens onze geldverstrekkers voor gemeenten verwaarloosbaar.

Renterisico’s op vaste en vlottende schuld (opgenomen geld)

Om een grens te stellen aan korte financiering (rentetypische looptijd tot één jaar) is in de Wet FiDo de kasgeldlimiet opgenomen. Het doel van de kasgeldlimiet is het voorkomen dat fluctuaties in korte rente (schulden minder dan 1 jaar) direct een grote impact hebben op de rentelasten in het exploitatiejaar. De kasgeldlimiet voor gemeenten bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. Deze wordt gedefinieerd als alle lasten op de begroting vóór verdeling van de reserves. De hoogte van de kasgeldlimiet is voor 2022 berekend op €16,3 miljoen. In 2022 is de kasgeldlimiet niet overschreden. In onderstaande tabel staat het kasgeldlimiet 2022 uitgesplitst per kwartaal.

Renterisiconorm

In het kader van de wet FiDo wordt jaarlijks de renterisiconorm vastgesteld. Het doel van het beheersen van de renterisiconorm is spreiding in de aflossing en / of renteherziening in de leningenportefeuille waardoor mogelijke renterisico’s worden beperkt. Door deze spreiding wordt voorkomen dat op een bepaald moment veel leningen op hetzelfde moment moeten worden afgelost of de rente herzien wordt waardoor sterk afwijkende marktrentes grote gevolgen hebben op de begrotingssaldi.

De renterisiconorm is wettelijk bepaald op 20% van de op 1 januari bestaande omvang van het begrotingstotaal. De hoogte van de renterisiconorm bedraagt voor 2022: € 38,4 miljoen. De aflossingen op vaste leningen bedroegen in 2022 € 16,2 miljoen en bleef daarmee binnen de renterisiconorm. 

Kredietrisico's

Het kredietrisico is het risico op een waardedaling van een uitstaande vordering ten gevolge van het niet (tijdig) kunnen nakomen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit. De gemeente Lansingerland kent garantieleningen, garantstellingen en waarborgen.  

Garantieleningen

De gemeente Lansingerland heeft enkele garantieleningen lopen die in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw zijn verstrekt aan de woningcorporatie 3B Wonen. Het betreffen leningen waarbij de aflossingen en de rentebetalingen één op één worden doorgezet naar de corporatie en wij als garantsteller fungeren. Ultimo 2022 bedragen deze leningen in totaal € 0,9 miljoen. Het betreffen annuïtaire leningen en deze zijn contractueel geheel afgelost in 2030.     

Garantstellingen en borgstellingen

De gemeente heeft aan verschillende partijen garantstellingen en waarborgen afgegeven. Een nadere toelichting hierop staat verderop in deze paragraaf.

Liquiditeitsrisico's

Het liquiditeitsrisico is het risico dat een gemeente over onvoldoende middelen beschikt om aan onze directe verplichtingen te voldoen. In onze liquiditeitsprognose wordt onze geldbehoefte gevolgd en tijdig afgedekt. Gezien de kredietwaardigheid van de overheden is, volgens onze geldverstrekkers, het risico verwaarloosbaar dat op enig moment geen geld beschikbaar zou zijn. Dit risico heeft zich in 2022 niet voorgedaan.

Bedragen x € 1.000
Kasgeldlimiet 2022 Q1 Q2 Q3 Q4
Vlottende schuld - - - -
Vlottende middelen 95.854 93.490 102.539 92.252
Netto vlottende schuld -95.854 -93.490 -102.539 -92.252
Toegestane kasgeldlimiet 16.878 16.878 16.878 16.878
Ruimte (+) of overschrijding (-) 112.732 110.368 119.417 109.130

Renteschema

Terug naar navigatie - Renteschema

In de notitie rente 2017 van de commissie BBV is een renteschema opgenomen. Met dit schema wordt inzicht gegeven in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. Het schema voor Lansingerland is als volgt:

Bedragen x € 1.000
Schema rentetoerekening 2022
De externe rentelasten over de korte en lange financiering 3.183
De externe rentebaten -595
Saldo externe rentelasten en rentebaten 2.587
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -1.173
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 0
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente -1.173
Saldo door te rekenen externe rente 1.414
Rente over eigen vermogen 0
Rente over voorzieningen (die gewaardeerd zijn op contante waarde) 0
Totaal rentetoerekening intern 0
De aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht Overhead) toe te rekenen rente (renteomslag) 1.414
Boekwaarde vaste activa die integraal zijn gefinancierd per 1 januari 2022 193.953
Berekende omslagrentepercentage 0,73%
Gekozen renteomslagpercentage (mag 0,5% afwijken van berekend) 0,75%
De werkelijk aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht Overhead) toegerekende rente (renteomslag) 1.455
Renteresultaat op het taakveld treasury 40

Rentelasten

De rentelasten voor 2022 bedragen € 3,2 miljoen voor alle langlopende en kortlopende leningen. De rentelasten met betrekking tot de leningen van de woningcorporatie ad € 0,02 miljoen worden weer geheel doorbelast aan deze woningcorporatie.

Rente bouwgrond in exploitatie (BIE)

In 2022 is € 1,2 miljoen rentelasten toegerekend aan de bouwgrond in exploitatie (BIE). Deze toerekeningsmethodiek is dwingend voorgeschreven.

Renteomslagpercentage

Voor 2022 bedraagt het renteomslagpercentage 0,73%. Op basis van dit renteomslagpercentage zijn de rentelasten toegerekend aan de verschillende taakvelden. Dit wijkt af van het berekende percentage bij de begroting, dat gesteld was op 0,75%. Gezien de afwijking kleiner is dan 0,5% dan het berekende percentage en minder dan 25%  afwijkt van het begrote bedrag aan toe te rekenen rente hebben wij ervoor gekozen de rente niet te herrekenen.

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

De gemeente voert activiteiten uit die meerjarig worden gefinancierd. Dit zijn de investeringen van de gemeente, zoals die blijken uit de staat van activa en de investeringen die zijn en worden gedaan in de grondexploitatie. Bij deze laatste worden eerst de kosten (zoals aankoop, bouw- en woonrijp maken) gemaakt, en later worden deze in beginsel terugverdiend door grondverkopen. Afhankelijk van de looptijd van een grondexploitatie liggen de gelden over een lange periode vast en is financiering nodig. Ter financiering kunnen ook leningen worden aangetrokken.

Leningenportefeuille

Per 1 januari 2022 bedraagt de huidige leningenportefeuille voor Lansingerland € 138 miljoen, waarvoor een gemiddeld gewogen aan de banken te betalen rentepercentage geldt van 2,30%. Gebaseerd op de afgesloten leningsovereenkomsten dienen komende jaren de volgende aflossingen (rente en aflossing van bestaande leningen) plaats te vinden (exclusief bedragen voor herfinanciering):

2023 € 69,2 miljoen

2024 € 12,2 miljoen

2025 € 12,2 miljoen

In totaal betreft de aflossing over de jaren 2023-2025 € 93,6 miljoen. In 2023 wordt een lening van de BNG ad € 50,0 miljoen in één keer afgelost. Door de instroom van de Eneco-gelden en de verwachte positieve liquiditeitsbijdrage vanuit de GREX, is de verwachting dat er op basis van onze liquiditeitspositie in de periode 2023-2025 geen acute herfinanciering nodig is.

 

Garantstellingen en borgstellingen

Terug naar navigatie - Garantstellingen en borgstellingen

De gemeente heeft aan verschillende partijen garantstellingen en waarborgen afgegeven.

Er zijn achtervangovereenkomsten afgesloten met de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Deze borgstellingen hebben betrekking op het aantrekken van vaste langlopende leningen door woningstichtingen voor (her)financiering van al bestaande gewaarborgde geldleningen. In 2021 is de achtervangovereenkomst met het WSW herzien.

Aan particulieren zijn gemeentegaranties afgegeven onder de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW). Deze stichting is in 1995 verzelfstandigd onder de naam Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Er komen geen gemeentegaranties meer bij en het totale bedrag aan gewaarborgde geldleningen neemt af met de door particulieren gedane aflossingen.

Voor de WSW en SWS en de particuliere hypotheken is het gemeentelijk aandeel beperkt tot 50%.

De garantie inzake de hypotheken van personeel betreffen een tweetal hypotheekleningen afgesloten bij het Hypotheekfonds voor Overheidspersoneel (HvO). Er worden geen nieuwe hypotheekgaranties voor overheidspersoneel meer afgegeven.

Per 31 december 2022 bedraagt het totaal van gewaarborgde geldleningen € 243,3 miljoen.

Bedragen x € 1.000
Waarborgsommen en garantieleningen Primaire zekerheid Secundaire zekerheid Tertiaire zekerheid Oorspronkelijk bedrag Restant 31-12-2021 Restant 31-12-2022
Garantiefonds WSW Woningbouwvereniging WSW Gemeente (50%) 209.693 186.270 201.048
Garantiefonds SWS Sportvereniging SWS Gemeente (50%) 343 104 187
Hypotheken particulieren Particulier WEW Gemeente (50%) 1.034 734 571
Hypotheken personeel Personeel Gemeente (100%) - 225 225 225
Onderwijsinstellingen Instelling Gemeente (100%) - 53.439 42.118 40.414
Overige instellingen Instelling Gemeente (100%) - 1.605 1.045 960
Totaal 261.340 239.838 243.405

EMU saldo

Terug naar navigatie - EMU saldo
1. Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan of onttrekking uit reserves 2.914
2. Afschrijvingen ten laste van de exploitatie -7.841
3. Bruto toevoegingen aan voorzieningen ten laste van de exploitatie -5.165
4. Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd -23.793
5. Bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen in relatie tot de onder 4. genoemde investeringen 2.138
6. Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa 1.013
7. Aankoop van grond en uitgaven aan bouwrijp en woonrijp maken -22.517
8. Baten bouwgrondexploitatie 37.606
9. Betalingen ten laste van voorzieningen -2.276
10. Kosten transacties met derden, ten laste van de reserves 0
Berekend EMU saldo -17.921
11. Verkoop van deelnemingen en aandelen:
11a. Gaat u effecten verkopen? nee
11b. Indien ja: wat is de verwachte boekwinst? n.v.t.

Paragraaf Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf bedrijfsvoering geeft volgens het BBV inzicht in de beleidsvoornemens en het gevoerde beleid op het gebied van de bedrijfsvoering. De term ‘bedrijfsvoering’ verwijst naar de ondersteunende processen om ambities te realiseren. Ondanks de verschillende aspecten binnen de bedrijfsvoering, is er een gezamenlijk doel: proactief werken, aantoonbaar en zichtbaar betrokken zijn bij de ontwikkelingen in Lansingerland en adviseren op basis van integrale afwegingen.

Per bedrijfsvoeringsonderdeel geven we inzicht in de ontwikkelingen het afgelopen jaar en de stappen die in 2022 zijn gezet.

Personeel en Organisatie

Terug naar navigatie - Personeel en Organisatie

Ook 2022 kenmerkte zich door grote uitdagingen op de arbeidsmarkt. Landelijk wisselen steeds meer mensen van baan en zien we het ziekteverzuimpercentage weer stijgen. Voor ons als groeigemeente is dit extra uitdagend. Enerzijds hebben we te maken met werving voor reguliere vacatures (door wisselingen op bestaande functies) en anderzijds groeit onze benodigde capaciteit als gevolg van de toenemende hoeveelheid werk door de groei van de gemeente. Daarnaast neemt het aantal taken en opdrachten dat (soms onverwacht) erbij komt ook toe, zoals de opvang van ontheemden Oekraïners, de werkzaamheden rondom de energietoeslag en de afhandeling kinderopvangtoeslagaffaire. 

De totale formatie per 31 december 2022 was 479,6 FTE. Hiervan waren 399,7 FTE bezet door 442 (vaste) medewerkers. De vacatureruimte was hierdoor 79,9 FTE. Deze vacatures waren per die datum in werving, tijdelijk bezet door inhuur (bijvoorbeeld omdat de vacatures lastig vervulbaar zijn) of al vervuld door afronding van een wervingsprocedure maar ligt de in-dienst datum in de toekomst. Per 31 december 2022 bedroeg het aantal ingehuurde FTE 135. Deze inhuur vond plaats voor de 7 categorieën inhuur, zoals uiteengezet in de brief aan de Raad d.d. 10 november 2022 met kenmerk U22.05378. 

Het grote aantal te vervullen vacatures maakt onze organisatie kwetsbaar. Op 28 september 2022 verzorgde de gemeentesecretaris een beeldvorming over het ‘reilen en zeilen’ van ambtelijke organisatie en welke aanpak er is om knelpunten op te pakken. De organisatie werkt deze aanpak momenteel verder uit.   

Waar we in 2021 een daling zagen van het ziekteverzuim (5,05%) ten opzichte van de jaren daarvoor, is het ziekteverzuim in 2022 gestegen naar 7,3%. Naast het feit dat corona nog niet helemaal weg was (en is), het niet op prijs gesteld wordt om verkouden op het werk te verschijnen speelt het personeelstekort hier mogelijk ook een rol bij. Medewerkers ervaren, overigens volledig in lijn met het landelijke beeld, een hoge werkdruk. Deze druk ontstaat doordat de hoeveelheid werk voor gemeenten steeds verder groeit en voor al dit werk op de arbeidsmarkt eigenlijk onvoldoende capaciteit is. Dit betekent dat we, naast alle inspanningen op recruitment, de komende periode zowel ambtelijk als bestuurlijk steeds scherpere keuzes zullen gaan maken ten aanzien van de hoeveelheid werk dat we aan kunnen. Hiervoor ontwikkelen we diverse instrumenten, een voorbeeld is het project portfoliomanagement. 

Door de verder toegenomen krapte op de arbeidsmarkt hebben we te maken met flinke concurrentie en moeten we alle zeilen bijzetten om ‘aantrekkelijk’ te zijn en blijven als werkgever. Onder het motto ‘Zet jij ons op de kaart?’ is aan het begin van het 2e kwartaal 2022 een frisse arbeidsmarktcampagne gelanceerd waarmee wij nieuwe medewerkers – ervaren, maar ook jong professionals – willen interesseren voor het werken bij de gemeente Lansingerland. In 2022 hebben we voor 121 vacatures invulling gevonden, dit is 17,5% meer dan in 2021 (103). In totaal zijn er 95 nieuwe collega’s ingestroomd en 62 collega’s zijn om wisselende redenen uitgestroomd. Naast het vervullen van vacatures is ook ‘boeien en binden’ een speerpunt voor de organisatie. In dat kader houden we in beeld wat de reden is dat collega’s bij onze vertrekken, zodat we hier rekening mee kunnen houden bij aanpassingen rondom het te voeren personeelsbeleid. 


Ook in 2022 was er blijvende aandacht voor de vitaliteit en inzetbaarheid van medewerkers. In het najaar van 2022 is er een MedewerkersTevredenheidsOnderzoek (MTO) onder de (vaste) medewerkers gehouden. Ruim 87% van de medewerkers heeft de digitale vragenlijst ingevuld. Medewerkers zijn trots op de collega’s en de onderlinge samenwerking en noemen de werkdruk als belangrijk verbeterpunt. Met de uitkomsten van het MTO gaan we in 2023 aan de slag.

Financiën en Planning & Control

Terug naar navigatie - Financiën en Planning & Control

De gemeenteraadverkiezingen hebben deels invloed gehad op de Planning & Control in 2022. Pas na het aantreden van het nieuwe college van B&W in juni konden besluiten worden genomen over de financiële implicaties van nieuwe ambities en noodzakelijk oplossingsrichtingen bij de financiële knelpunten voor de Begroting 2023-2026. De analyse en verificatie van de effecten uit de Meicirculaire 2022 hebben enige tijd gevergd –het ging immers om een omvangrijke systeemwijziging- en het nieuw aangetreden college heeft eind augustus op grond van alle beschikbare informatie (zoals accres en de berekende uitkomsten herijking, maar ook diverse bijgestelde ramingen als gevolg van nieuw beschikbare informatie) de integrale afweging kunnen maken van alle bouwstenen op basis waarvan de Begroting 2023-2026 kon worden opgesteld. Daarbij werden ook oplossingsrichtingen uit het ‘Overzicht indicatieve taakstellingen 2023-2026 (T22.04463)’ gepresenteerd. Begin september heeft het college de raad daarover separaat geïnformeerd. 

In het algemeen kent de septembercirculaire van het Gemeentefonds geen meerjarige aanpassingen, echter gezien de aanzienlijke inflatie heeft het Rijk in september nog besloten om gemeenten in 2022 en latere jaren daarvoor aanvullend te compenseren. Het college heeft de financiële effecten uit de Septembercirculaire 2022 verwerkt in de 1e Begrotingswijziging 2023. Hoewel deze late beschikbaarheid van relevante financiële informatie voor gemeenten een extra belasting betekent voor het P&C-proces, gaat het hierbij om een niet-voorziene omstandigheid. Het is goed dat het Rijk daarbij duidelijkheid heeft gegeven over de meerjarige compensatie. Over de effecten van de Decembercirculaire 2022, die net vóór het kerstreces beschikbaar is gekomen, is de raad in het eerste kwartaal van 2023 geïnformeerd.

Voor Financiën en Planning & Control was 2022 een bewogen jaar. Nogmaals is gebleken dat de economische en politiek-bestuurlijke ontwikkelingen op landelijk niveau van grote invloed zijn op de gemeentelijke financiën. Die ontwikkelingen zijn volatiel; dat legt een zwaar beslag op onze P&C-cyclus. In combinatie met de krappe arbeidsmarkt voor goede gemeentelijke financials en daarmee uitdagingen voor de bezetting van bijvoorbeeld team Financiën betekent dit dat er ook wel eens dingen niet goed gaan. Daar leren we dan van. We scherpen financiële processen aan en versterken het vier-ogen-principe. Met deze grote afhankelijkheid van de informatieverstrekking van het Rijk, die ook vaak pas laat beschikbaar komt, is het presenteren van een afgewogen en stabiel financiële beeld aan de raad op onze geëigende P&C-momenten (bij kaderbrief en begroting) geen sinecure. Hoe verder het instrument ‘kadernota’ te gebruiken en over het proces van totstandkoming van de begroting gaat het college in 2023 met de raad in gesprek.

Audit en AO/IC

Terug naar navigatie - Audit en AO/IC

In de organisatie is een nadrukkelijke scheiding aangebracht tussen de beslissende en (financieel) beleid makende en beheersende rol enerzijds en de toetsende en controlerende rol anderzijds. De eerste rol is belegd bij de inhoudelijke teams en team Financiën. De tweede rol is belegd bij de Concernstaf. Binnen gemeentelijke organisaties zien we een toenemende behoefte aan deze onafhankelijke rol en positie. Zo eisen de AVG en de Wpg, zijnde de Wet Politiegegevens, in 2022 al (intern) onafhankelijk toezicht op het systeem van privacy borging in de organisatie. Deze onafhankelijke rol is ook nodig in het kader van ENSIA en vanaf 2023 op grond van de rechtmatigheidsverantwoording voor de kritische processen in de organisatie. Door de toetsende en controlerende rol bij Concernstaf te beleggen is de organisatie in staat om onafhankelijk controle en advisering op gebieden als interne controle, privacy en informatiebeveiliging uit te voeren. Deze toetsende en controlerende rol zit enerzijds in dagdagelijks werk,  in de vorm van de toetsing van alle collegevoorstellen en directievoorstellen. Anderzijds zit dit in een cyclus van ‘in control’/management gesprekken op het niveau van teammanagers, directie en college. 

In 2022 hebben wij daarnaast het volgende gedaan:  

•    Uitvoeren van de (verbijzonderde)  interne controle. Dit is een noodzakelijk instrument voor het in control zijn van onze organisatie en het doel is het vaststellen van de juistheid, volledigheid en de rechtmatigheid van de in de financiële administratie verantwoorde opbrengsten en uitgaven. Ter voorbereiding op de implementatie van de rechtmatigheidsverantwoording stelde het college een intern controleplan voor de interne controle 2022 vast en bood dit plan ter kennis name aan de BAC (en de accountant) aan. Onderdeel van dit plan zijn een (fraude-)risicoanalyse en het intern controleplan Sociaal Domein. Mede hiermee bieden we een gestructureerde basis onder de toekomstige rechtmatigheidsverantwoording. 

•    In het controleplan prioriteerden we de financiële processen en maakten een planning voor de controles. We hebben de uitkomsten van de interne controle geanalyseerd en hebben daar waar nodig acties ondernomen. Zoals elk jaar had de naleving van de aanbestedingsregels daarbij onze extra aandacht. 

•    Gezien de omvang van de lasten in het sociale domein (circa 30% van de gemeentebegroting) en de aard van de uitgaven stelden we voor het sociaal domein een specifiek intern controleplan op (dat wel integraal onderdeel vormt van het intern controleplan dat het college vast stelde). Om goed zicht te houden op de rechtmatigheid van de uitgaven in het sociaal domein controleren we het sociaal domein uitgebreider dan op basis van de eisen van de accountant voor de jaarrekening 2022 nodig zou zijn. De uitkomsten gebruikt de organisatie om processen te versterken. We rapporteren in een afsluitende rapportage aan het college. 

•    In 2022 voerden we de ENSIA-audit uit. De audit is tijdig uitgevoerd en vastgelegd in de ENSIA-tool van het Ministerie. De tool is de basis voor de verantwoording over informatiebeveiliging die het college, gelijktijdig met de jaarstukken, aflegt aan de raad. Voor de inhoudelijke uitkomsten van de ENSIA-audit verwijzen wij naar het onderdeel Informatieveiligheid en privacy. 

Voor 2022 stonden geen specifieke doelmatigheidsonderzoeken gepland. 

Informatievoorziening en Automatisering

Terug naar navigatie - Informatievoorziening en Automatisering

Op vlak van hybride werken is de afdeling in 2022 doorgegaan op de ingeslagen weg. Dit door te investeren in beschikbaarheid en stabiliteit van de ICT-systemen en applicaties, het hybride inrichten van werkomgevingen zoals diverse vergaderruimten en raadszaal en inzetten van technologie ter ondersteuning van (digitaal) vergaderingen binnen zowel de ambtelijke organisatie als het College en de Raad.

Op vlak van informatieveiligheid zijn aanvullende maatregelen getroffen binnen de netwerkinfrastructuur en is de wijze van inloggen bij diverse informatiesystemen uitgebreid met Multi Factor Authenticatie. Hiermee zijn stappen gezet in het verlagen van het risico bij een eventuele aanval/ misbruik. Ook is er gewerkt aan het verbeteren van de continuïteit, door in te zetten op de vernieuwing van het monitoringssysteem, waardoor proactief geschakeld kan worden om verstoringen te voorkomen en de continuïteit te verbeteren. Er is gestart met de aanbesteding voor SIEM/SOC ter verbetering van informatiebeveiliging. De SIEM/SOC dienstverlening maakt misbruik van de systemen inzichtelijk en biedt de mogelijkheid om vroegtijdig in te grijpen bij een eventuele indringer. De implementatie start in 2023.
 
Op het vlak van projecten kende ook 2022 een goed gevulde kalender met afronding van de Europese aanbesteding voor het 2e datacenter in verband met de toekomstige sloop van de Spil in Bleiswijk, afronding van Europese aanbesteding voor het vervangen van onze storage en services, het gereed maken van aantal vergaderruimten voor Hybride vergaderen en voorbereidingen voor het gebruik van Teams in plaats van Skype voor vergaderen. De implementatie van deze projecten volgt (verder) in 2023.

Op vlak van GEO informatievoorziening is in 2022 extra capaciteit geïnvesteerd in het wegwerken van de achterstanden en het verhogen van de kwaliteit van gegevens in de basisregistraties. Expertise is ingehuurd voor een analyse op het GEO systeemlandschap ter bepaling hoe deze beter in te richten zodat GEO data op efficiëntere wijze beheerd kan worden en bij kan dragen aan besluitvorming binnen de beleidsvelden. Dit traject zal in 2023 een vervolg krijgen. Een automatische mutatiedetectie waarbij een vergelijking is gemaakt tussen luchtfoto’s en gegevens binnen de basisregistraties heeft bijgedragen aan het verhogen van de kwaliteit en digitaliseren en optimalisatie van de GEO processen.

Op gebied van informatievoorziening en data gedreven werken hebben we stappen gezet die aansluiten bij de vastgestelde visie op informatievoorziening en ICT. In 2022 is managementinformatie ontwikkeld waarmee maandelijks de voortgang gemonitord kan worden op vlak van financiën en HR en wordt binnen het sociaal domein data meer en meer gebruikt om meer grip te krijgen.

Binnen het cluster Informatiebeheer is een vervolg gegeven aan het traject voor het wegwerken van achterstanden van de herindeling. Een gedeelte van het fysieke archief is in goede, geordende staat gebracht, de bouwvergunningen van de voormalige gemeente Bergschenhoek zijn bewerkt en voor de bewerking van het bouwvergunningarchief van Berkel en Rodenrijs troffen wij de voorbereidingen. Binnen het fysieke archief maakten wij een grote inhaalslag in de vernietiging zodat deze cyclus weer up-to-date is. Wij rondden twee archieven af verkregen via schenking, zodat deze via Stadsarchief Rotterdam beschikbaar zijn.

Vanuit oogpunt verbeteren van digitaal informatiebeheer is een nieuw handboek vastgesteld ter vervanging voor documenten in het zaaksysteem, zijn een aantal processen efficiënter ingericht met behulp van informatiesystemen en machtigde de gemeente de VNG voor het voorbereiden van een aanvullende selectielijst voor e-mailarchivering. Onderwerpen die in 2023 een vervolg zullen krijgen. 

Op vlak van organisatieontwikkeling is in 2022 de Ondernemingsraad akkoord gegaan met het advies en is in de 2e helft van 2022 een start gemaakt met de transitie naar een professionelere en toekomstbestendige organisatie. Besteding van het voor deze transitie ontvangen budget heeft in 2022 niet volledig plaats gevonden als gevolg van het ontvangen hebben op basis van fulltime-equivalent voor een totaal boekjaar terwijl de transitie gedurende het jaar is gestart waaronder het aantrekken van nieuwe personeelsleden. 

Juridische zaken

Terug naar navigatie - Juridische zaken

Juristen zijn schaars, terwijl de hoeveelheid werk al jaren toeneemt (door de groei van het aantal inwoners, nieuwe taken etc.). In 2022 heeft daarom de nadruk gelegen op het werven van personeel. In 2022 zijn er uiteindelijk 6 nieuwe collega’s gestart waardoor de vaste capaciteit grotendeels is ingevuld. Daarmee is uitvoering gegeven aan het rapport van Haagse Beek. Ook is er gestart met het uitdenken en de opbouw van juridische kwaliteitszorg organisatiebreed. Dat zal in 2023 zijn vervolg krijgen.

2022 is ook een jaar waarin het totaal aantal zaken voor team JZI opnieuw is toegenomen. Denk dan aan het aantal aansprakelijkstellingen, bezwaren, klachten, inzage- en Woo-verzoeken. Nog steeds komen er bezwaren binnen tegen de TOZO besluiten als gevolg van de coronamaatregelen. Ook tegen de weigering van de toekenning van de energietoeslag komen regelmatig bezwaren binnen. Dit drukt op de capaciteit van team JZI.

Dienstverlening

Terug naar navigatie - Dienstverlening

Ook in 2022 heeft het team Service & Contact de dienstverlening wederom uitstekend neergezet. Binnen alle, in een deel van 2022, geldende Corona-maatregelen garandeerde de gemeente een goede dienstverlening zonder wachttijden aan de balie of de receptie en zeer korte wachttijden aan de telefoon. We zorgden er voor dat inwoners veel zelf kunnen regelen: de digitale dienstverlening is volop in ontwikkeling en veel producten kunnen 24 uur per dag, 7 dagen in de week vanaf elk gewenst apparaat en vanaf elke locatie worden aangevraagd. Voor hen die persoonlijk contact nodig hadden, bleef het gemeentehuis open. In elke situatie en met alle maatregelen zorgden we voor een persoonlijke ontvangst en hulp aan de balie. We boden in alle situaties een luisterend oor aan die inwoners en ondernemers die ons, om welke reden dan ook, nodig hadden.

Inkoop

Terug naar navigatie - Inkoop

Per 1 september 2022 is het subteam Inkoop sinds jaren op volledige sterkte. Dit betekent echter wel dat  het grootste deel van 2022 is ingezet op een basisniveau van advisering richting collega’s en de toets op rechtmatigheid. Professionalisering, herzien van het beleid en de inzet op het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen zijn uitgesteld naar 2023.

Communicatie

Terug naar navigatie - Communicatie

De gemeente communiceert op verschillende wijzen over diverse onderwerpen. Zowel namens het college van B&W (extern) als de ambtelijke organisatie (intern + extern). Onderwerpen zoals beleid, visies, projecten, besluiten of dienstverlening. 

De gemeente werkt aan het communicatiever maken van de organisatie. Bijvoorbeeld door een online training helder brieven schrijven. Maar ook door het bieden van een online toolkit, waar handige formats in te vinden zijn. Daarnaast geven we als gemeente zo goed mogelijk antwoord op vragen die gesteld worden. Op deze manier houdt zij betrokkenheid bij haar inwoners, ondernemers, verenigingen en instellingen.
Factor C (stakeholdersanalyse) ondersteunt bij beleidsplannen om mensen te betrekken, en het doel en de fase in het proces scherp te krijgen. De interne organisatie wordt, naast het intranet, maandelijks op de hoogte gehouden van projecten en initiatieven via Home@work en de interne nieuwsbrief. 

Corona, asielopvang en opvang Oekraïners
Het afgelopen jaar stond weer grotendeels in het teken van crisiscommunicatie. Met coronacommunicatie in het begin van 2022, de tijdelijke opvanglocatie voor asielzoekers en de opvang van ontheemde mensen uit Oekraïne. Zowel kortdurende als langdurige opvang. Door elk onderwerp een eigen pagina te ‘geven’ op de website en betrokkenen te informeren via informatiebijeenkomsten, social media, nieuwsbrieven en inzet lokale media zijn we optimaal transparant in onze communicatie. Ook de samenwerking met RTV Lansingerland bij de opvanglocatie Tobias heeft bijgedragen aan meer begrip onder inwoners. 
Uitgangspunt is steeds: dat wat we weten en kunnen delen, delen we. Als we iets niet weten, zeggen we het ook. 

Hoe de opvanglocatie aan de Sporthoeklaan tot stand is gekomen, is een goed voorbeeld van participatie en samen kijken naar de beste oplossing. 

Missie en visie van communicatie
In 2022 is er een missie en visie van communicatie gemaakt. De visie geeft een aantal (interne) basisafspraken weer. Met als voorbeeld: we hanteren de huisstijlregels of dat perscontacten via team woordvoering gaan. Tevens staat het leidende principe van het team communicatie verwoord.  

Promotiefilm
In het laatste half jaar van 2022 is hard gewerkt aan een promotiefilm om Lansingerland op de kaart te zetten als aantrekkelijke gemeente om te wonen, leven, werken, recreëren en verblijven. De lancering van de film was tijdens de nieuwjaarsreceptie op 9 januari 2023. Het is “lekker leven in Lansingerland”. 

Verkiezingen
Voor de gemeenteraadsverkiezingen ondersteunde we het verkiezingsteam met opkomst bevorderende informatie en filmpjes. Uiteraard werd er ook gecommuniceerd over de uitslagen en installatie van het nieuwe gemeentebestuur. 

Informatieveiligheid en Privacy

Terug naar navigatie - Informatieveiligheid en Privacy

De AVG, het dreigingsbeeld informatiebeveiliging Nederlandse gemeenten, landelijk incidenten, securitytesten, diverse audits op informatiebeveiliging en onze ervaringen maken continu duidelijk dat informatiebeveiliging en privacy aandacht blijven vragen, zo ook in 2022. Voor beide onderdelen stelden we een twee jarenplan op, dat we deels uitvoerden in 2022. Mede als gevolg van personeelswisselingen, toenemende beveiligingsmeldingen en niet planbare werkzaamheden konden helaas niet alle activiteiten worden uitgevoerd of afgerond. Zo liepen een aantal DPIA’s vertraging op, is de actualisatie van het verwerkingsregister nog niet afgerond, blijven beleidsstukken achter qua actualiteit en zijn er in 2022 geen metingen omtrent naleving uitgevoerd.

Via o.a. de VNG/IBD hebben we toegang tot actuele informatie rondom informatiebeveiligings-vraagstukken en zijn we in staat om ons beleid en processen aan te passen aan de actualiteit. Zo werden we eind 2021, net als de rest van de wereld, geconfronteerd met de effecten van het log4j beveiligingslek. Naar aanleiding van dit lek is gestructureerd geanalyseerd welke applicaties in Lansingerland hier kwetsbaar voor zijn, welke risico’s dit met zich meebrengt en welke maatregelen we hiervoor kunnen nemen om deze risico’s te beheersen. Op grond van die analyse zijn diverse applicaties (tijdelijk) uitgeschakeld. Dit had en heeft wel gevolgen voor diverse bedrijfsprocessen. Hierover informeerde het college de gemeenteraad begin 2022. Inmiddels lijkt de storm op dit vlak te zijn gaan liggen en zijn alle applicaties weer ingeschakeld. Dit beveiligingsincident maakte de noodzaak duidelijk om te beschikken over een systeem dat geautomatiseerd opvallendheden uit logging kan halen. Dit om zo snel mogelijk te kunnen reageren en (verdere) potentiële schade te voorkomen. We zijn hierom in 2022 dan ook gestart met de aanbesteding van een Security Information en Event Management (SIEM) en Security Operations Center (SOC). Waarbij de laatstgenoemde, het SOC, de dienst is die de opvallende computer- en netwerkactiviteiten beoordeelt en op basis van prioritering terugkoppelt aan de organisatie. In 2023 zal er een partij worden gekozen en kan SIEM-SOC gefaseerd worden geïmplementeerd.  

Het succes van borging van informatiebeveiliging en privacy staat of valt met mensen. Om deze reden was continue bewustwording van medewerkers ook in 2022 weer een speerpunt. Zo volgden nieuwe collega’s een interactieve presentatie, speelden teams het informatiebeveiligingsspel, werden berichten geplaatst op @Work (het intranet van de organisatie) over actuele informatiebeveiligingsvraagstukken en is informatiebeveiliging en privacy ook periodiek onderwerp van gesprek in college, directie en MT overleggen. Deze bewustwording wordt in samenhang met privacy opgepakt gezien het feit dat houding en gedrag van mensen bepalend is. 

In 2022 voerden we voor diverse processen Privacy Impact Assessments (PIA’s) uit, bijvoorbeeld voor Diftar, leerplicht en de boa’s. Een PIA is een beoordeling van de risico’s bij gegevensverwerking en geeft maatregelen om die aan te pakken. Deze PIA’s leiden vervolgens tot organisatorische en technische maatregelen die we treffen om persoonsgegevens voldoende te beschermen. Naast deze ‘thema’ PIA’s is er ook doorlopend aandacht voor het waarborgen van de privacy bij de implementatie van nieuwe systemen en gegevensverwerkingen. Waar nodig voeren we een PIA uit. 
Jaarlijks legt het college apart verantwoording af over de informatieveiligheid via ENSIA. De ENSIA-verantwoording 2021 van het college aan de Raad en de externe partijen (Rijk, BKWI) is afgerond in voorjaar 2022 en de verantwoordingen zijn met het college gedeeld.

Het jaarplan op het gebied van Privacy 2022-2023 is deels opgepakt. Zaken die niet urgent waren, zoals het herzien van het privacybeleid, zijn echter blijven liggen vanwege onderbemensing. De nadruk heeft gelegen op urgente zaken zoals datalekken (het voorkomen en oplossen daarvan), verwerkersovereenkomsten bij inkooptrajecten en bewustwording bij (nieuwe) medewerkers. 

De Functionaris Gegevensbescherming, kortweg FG, brengt over het jaar 2022 een toezichtsverslag uit. Conclusie van dit verslag is in lijn met 2021 en luidt dat de gemeente nog flinke stappen moet zetten op het gebied van privacy. Zowel in het actueel zijn van overkoepelend beleid en maatregelen (denk aan het verwerkingsregister) als in het nemen van maatregelen in de diverse teams en processen in de organisatie. Zeker in een organisatie als een gemeente, waar veel privacy gevoelige informatie wordt verwerkt, is het belangrijk deze verwerkingen beheerst te laten plaatsvinden. Om dit te kunnen doen zijn wel capaciteit en middelen nodig. De FG vraagt daar aandacht voor en adviseert hiertoe een ‘verbeterplan’ op te stellen inclusief mijlpalen en voldoende middelen om dit plan ook uit te voeren. Eind 2022 is opdracht gegeven om een inhaalslag in te zetten op privacy. Dat zal in 2023 verder worden opgepakt.

Organisaties met boa’s zijn verplicht interne en externe audits uit te voeren in het kader van de Wpg (Wet politie gegevens). Wij hebben boa’s op openbare orde, milieu en leerplicht. We lieten in 2022 een audit over 2021 uitvoeren en informeerden de Autoriteit Persoonsgegevens over de uitkomsten. Hieruit blijkt dat, net als in de meeste gemeenten, er nog diverse slagen nodig zijn om te voldoen aan de eisen van de Wpg. We hebben nadrukkelijk ingezet op verbetermaatregelen, waaronder procesbeschrijving boa’s, aantoonbaarheid maatregelen om privacy te waarborgen. De resultaten van deze maatregelen volgen in komende audits.

Frauderisico

Terug naar navigatie - Frauderisico

Jaarlijks maakt de concerncontroller een frauderisicoanalyse. Het doel hiervan is om frauderisico’s in kaart te brengen en na te gaan welke maatregelen het college en de organisatie moeten nemen om deze risico’s te beheersen en/of terug te brengen naar een (financieel) aanvaardbaar niveau. Het uitvoeren van deze analyse heeft voor een fundamentele rol bij het ontwikkelen, implementeren en borgen van de interne beheersingsmaatregelen. Tevens zorgt dit ervoor dat de zwakke plekken in de processen in kaart worden gebracht en bewustzijn wordt gecreëerd.

In het controleplan 2022 is opgenomen dat we de frauderisicoanalyse uitvoeren en conform dit plan hebben we dat gedaan. Uit de analyse blijkt dat  het management zich bewust is van de frauderisico’s en dat ze beheerst worden. De gemeente beschikt over spelregels op het gebied van integriteit, heeft voorzieningen getroffen om vraagstukken bespreekbaar te maken waar dat nodig is en er zijn mogelijkheden om (anoniem) meldingen te doen. Er zijn in 2022 bij de verantwoordelijke organen geen signalen bekend (gemaakt) dat er sprake is van vermoedens van fraude of onregelmatigheden.  Het voorkomen van  frauderisico's vraagt blijvende aandacht.  De rechtmatigheidsverantwoording en de vereisten rondom het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik helpen in de doorontwikkeling. De analyse bespreken we met de accountant en de begeleidingscommissie accountantscontrole. 

 

Paragraaf Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Van een financieel belang is sprake indien de gemeente risico loopt met aan deze partijen beschikbaar gestelde middelen of als de gemeente aangesproken kan worden als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Van bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, vanwege vertegenwoordiging in het bestuur of vanwege het hebben van stemrecht.

De visie op en de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen

Als gemeente kunnen wij door toenemende uitbreiding en complexiteit niet al onze taken meer zelfstandig uitvoeren. Samenwerking met andere partners, waaronder andere overheden, kan dan een oplossing bieden. De ‘Nota verbonden partijen 2021 – 2024’ (corsanummer T21.04396) geeft inzicht in het (wettelijk) kader en geeft het afwegingskader een handvat voor het toe- en uittreden bij verbonden partijen. Daarnaast besteedt de nota aandacht aan de spelregels voor governance en het uitvoeren van risicomanagement met de bestaande (wettelijke) instrumenten van informatievoorziening en aanvullende mogelijkheden om bij te dragen aan de kaderstellende, toezichthoudende en controlerende rol van de raad. Belangrijk hierbij is dat de raad middels een zienswijze hun reactie kunnen geven op de begrotingen van de verbonden partijen. De begrotingswijzigingen die worden aangedragen door de verbonden partijen worden niet middels een zienswijze aan de raad voorgelegd.

Overzicht

Terug naar navigatie - Overzicht

In onderstaand overzicht staat de meest essentiële financiële informatie van de verbonden partijen. In de latere tabellen staat per verbonden partij de informatie die op grond van artikel 15 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) verplicht is inclusief bij welk programma uit de begroting het hoort en op welke wijze de verbonden partij bijdraagt aan de realisatie van de doelstelling van het programma. Daarnaast schrijft artikel 15 BBV voor dat de lijst van verbonden partijen, wordt onderverdeeld in:

1. gemeenschappelijke regelingen;

2. vennootschappen en coöperaties;

3. stichtingen en verenigingen

4. overige verbonden partijen.

in de navolgende tabellen nemen wij de verplichte informatie op per verbonden partij, zoals gesteld in het BBV.

 

Gemeenschappelijke regelingen Gemeenschappelijke regelingen Programma Begroot 2022 Realisatie 2022
Bedrijvenschap Hoefweg Bedrijvenschap Hoefweg 6. Lansingerland Ontwikkelt Niet van toepassing Niet van toepassing
Bleizo Bleizo 6. Lansingerland Ontwikkelt Niet van toepassing Niet van toepassing
DCMR Milieudienst Rijnmond DCMR Milieudienst Rijnmond 6. Lansingerland Ontwikkelt
Jeugdhulp Rijnmond Jeugdhulp Rijnmond 4. Maatschappelijke ondersteuning
MRDH (Metropoolregio Rotterdam-Den Haag) MRDH (Metropoolregio Rotterdam-Den Haag) 6. Lansingerland Ontwikkelt
Openbare Gezondheidszorg Rotterdam-Rijnmond Openbare Gezondheidszorg Rotterdam-Rijnmond 4. Maatschappelijke ondersteuning 490.387 490.387
Recreatieschap Rottemeren Recreatieschap Rottemeren 3. Sport, cultuur en onderwijs
Schadevergoedingsschap HSL-Zuid Schadevergoedingsschap HSL-Zuid 6. Lansingerland Ontwikkelt Niet van toepassing Niet van toepassing
SVHW (Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie, Heffingen en Waardebepaling) SVHW (Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie, Heffingen en Waardebepaling) 8. Algemene dekkingsmiddelen
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 2. Openbare orde en veiligheid
Vennootschappen en coöperaties Vennootschappen en coöperaties Programma Begroot 2022 Realisatie 2022
Dunea (vh Duinwater-bedrijf Zuid-Holland) Dunea (vh Duinwater-bedrijf Zuid-Holland) 8. Algemene dekkingsmiddelen Niet van toepassing Niet van toepassing
Stedin Holding N.V. Stedin Holding N.V. 8. Algemene dekkingsmiddelen 420.000 438.000
Vennootschappen en coöperaties Vennootschappen en coöperaties Programma Begroot 2022 Realisatie 2022
Vennootschappen en coöperaties Vennootschappen en coöperaties Programma Begroot 2022 Realisatie 2022
BNG (Bank Nederlandse Gemeenten) BNG (Bank Nederlandse Gemeenten) 8. Algemene dekkingsmiddelen Niet van toepassing Niet van toepassing

Bedrijvenschap Hoefweg

Terug naar navigatie - Bedrijvenschap Hoefweg
Naam verbonden partij Bedrijvenschap Hoefweg
Vestigingsplaats Bleiswijk
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) Ontwikkeling van het bedrijventerrein Hoefweg (Hoefweg Noord) voor vestigingsmogelijkheden voor bedrijven. Met de ontwikkeling van dit gebied wil de gemeente een gunstig economisch klimaat en daarmee indirect een interessant werk – en woongebied creëren voor de inwoners.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Geen structurele bijdrage aan of van het Bedrijvenschap. Art. 24 en 25 van de GR: de gemeente levert een financiële bijdrage aan het startkapitaal, de gemeenten zorgen voor voldoende middelen zodat de GR aan verplichtingen aan derden kan voldoen. De inbreng en risicoverdeling is op 50%- 50% voor elke gemeente vastgesteld. De GR neemt voor 30% deel aan de CV Prisma en voor 31% in de BV Prisma.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (Uit: jaarrekening 2022) Per 1-1-2022: € 9,45 mln. Per 31-12-2022: € 9,86 mln.
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (Uit: jaarrekening 2022) Per 1-1-2022: € 17,4 mln. Per 31-12-2022: € 10,9 mln.
Financieel resultaat 2022 (Uit: jaarrekening 2022) € 0,4 mln.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2022 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Geen. Het financiële belang blijft gelijk.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? De grondexploitatie Hoefweg kent per 1-1-2022 een positief resultaat van € 12,1 mln. (netto contante waarde). Ten opzichte van 2020 blijft het resultaat hiermee nagenoeg gelijk. De risicoanalyse toont aan dat er geen risicovoorziening getroffen hoeft te worden. Het risico met de meeste invloed op de uitkomst van de grondexploitatie betreft de uitgifteprijs. De Vpb-afdracht is inmiddels afgestemd met de Belastingdienst.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Het onderzoek naar het ontwikkelprogramma van Bleizo-West kan mogelijk een wijziging van de opdracht voor de GR Bleizo oplveren. Een bestuurlijke keuze over de ontwikkelrichting is hierover nodig. Ook afstemming met stakeholders zal moeten plaatsvinden. De afwikkeling van Prisma BV/CV is van invloed op de mogelijke opheffing van Bedrijvenschap Hoefweg. Zolang Prisma niet opgeheven is, kan Bedrijvenschap Hoefweg ook niet opgeheven worden.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Financiële analyse: Gemiddeld Bestuurlijke analyse: Laag De grondexploitatie van Bedrijvenschap Hoefweg is ruim positief loopt tot en met 2024. In deze periode is bijsturing nog goed mogelijk. Bestuurlijk hebben we (indirecte) invloed.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? De ontwikkeling van het bedrijventerrein Hoefweg stimuleert de vestigingsmogelijkheden voor bedrijven en een gunstig economisch klimaat.

BLEIZO

Terug naar navigatie - BLEIZO
Naam verbonden partij BLEIZO
Vestigingsplaats Bleiswijk
Deelnemende partijen Gemeente Zoetermeer en Gemeente Lansingerland
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) Het doel van deze GR is het ontwikkelen van het gebied rondom het OV knooppunt Bleizo (station Lansingerland-Zoetermeer), gericht op het realiseren van een nieuw economisch knooppunt met een eigen identiteit. Met de ontwikkeling van een OV-knooppunt en het gebied daarom heen wil de gemeente een gunstig economisch klimaat en een interessant werk- en woongebied creëren voor de inwoners.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) (art. 32 GR Bleizo) Beide gemeenten staan ervoor in dat de GR Bleizo altijd over voldoende middelen beschikt om verplichtingen aan derden te voldoen. Een batig/nadelig saldo komt voor 50% ten gunste/laste van Lansingerland.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (Uit: jaarrekening 2022) Per 1-1-2022: € 3,7 mln Per 31-12-2022: € 4,7 mln
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (Uit: jaarrekening 2022) Per 1-1-2022 € 44,6 mln Per 31-12-2022 € 40,9 mln
Financieel resultaat 2022 (Uit: jaarrekening 2022) € 0,9 mln
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2022 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Het financiële belang van Lansingerland is ongewijzigd: 50% van winst of verlies van GR Bleizo.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? De grondexploitatie Bleizo kent per 1-1-2022 een positief resultaat van € 15,1 mln. (netto contante waarde). Ten opzichte van 2020 is het resultaat met € 6 mln. verbeterd na belasting. Dit wordt met name veroorzaakt door de een kosten- en opbrengstenstijging door aanpassing van de parameters, de vrijval van kosten voor bouw- en woonrijpmaken en de aanpassing van de verwachte VPB-last. De risicoanalyse toont aan dat er geen risicovoorziening getroffen moet te worden. De risico’s met de meeste invloed op de uitkomst van de grondexploitatie zijn de opbrenstenindexering, de rentelasten en de afwijking van de eenheidsprijzen.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Het onderzoek naar het ontwikkelprogramma van Bleizo-West kan mogelijk een wijziging van de opdracht voor de GR Bleizo opleveren. Een bestuurlijke keuze over de ontwikkelrichting is hierover nodig. Ook afstemming met stakeholders zal moeten plaatsvinden. De kavels in Bleizo-Oost zijn verkocht.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Financiële analyse: Gemiddeld Bestuurlijke analyse: Laag De GR Bleizo kent nog een behoorlijke looptijd. Ondanks dat de belangen aanzienlijk zijn, maakt dit dat bijsturing mogelijk is. Bestuurlijk hebben we (indirecte) invloed.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? De realisatie van vervoersknooppunt Bleizo (station Lansingerland-Zoetermeer) en de ontwikkeling van het gebied rondom het knooppunt dragen bij aan de ontwikkeling van Lansingerland als gemeente waarin aantrekkelijk en op duurzame wijze kan worden gewerkt en gewoond.

DCMR Milieudienst Rijnmond

Terug naar navigatie - DCMR Milieudienst Rijnmond
Naam verbonden partij DCMR Milieudienst Rijnmond
Vestigingsplaats Schiedam
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) Uitvoeren van de Wet Milieubeheer (Wm), de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Wet bodembescherming (Wbb) voor de Gemeente Lansingerland en advisering op het gebied van milieu en ruimtelijke ordening. Het publieke belang is het bereiken van een goed leefmilieu voor burgers en bedrijven.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) 2023: € 1.742.357 2022: € 1.567.146
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2022: € 4.866.000 Per 31-12-2022: € 4.403.000
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2022: € 14.137.000 Per 31-12-2022: € 12.414.000
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Het financieel resultaat over 2022 na bestemming bedraagt € 584.000
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2021 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Er zijn geen wijzigingen in het financiele belang dat de gemeente in de DCMR heeft.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? De benoemde risico's uit 2020-2021 die samenhingen met het op orde krijgen van de bedrijfsvoeringssystemen, vormen nauwelijks tot geen risico meer. De nu begrote en vanuit de eigen exploitatie van de DCMR gedekte bedragen zijn zo realistisch mogelijk geraamd. Voor de overdracht van diverse bodemtaken vanuit de provincie naar de gemeente (wijziging bevoegd gezag per inwerkingtreding van de Omgevingswet) stellen we bij de begroting 2024 voor extra middelen te reserveren.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Een aandachtspunt is de glastuinbouw en de ontwikkelingen die hier spelen in combinatie met strenger wordende regelgeving. Voor rozentelers loopt (regionaal) een verlengde maatwerkprocedure en dit speelt ook bij brijnlozingen. Dit vraagt extra inzet van de DCMR, maar de verwachting is dat dit geen substantiele (en zeker geen strucurele) financieringsverzwaring met zich meebrengt.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Het financiële risico is gemiddeld tot laag. Dit heeft te maken met het feit dat in de Gemeenschappelijke Regeling een garantstelling voor de deelnemende gemeenten is opgenomen en ook het weerstandsvermogen is nog steeds voldoende. Het bestuurlijke (inhoudelijke) risico is laag, omdat de belangen van DCMR hetzelfde zijn als onze belangen, er duidelijke afspraken met de DCMR zijn gemaakt die we regelmatig monitoren en we veel vertrouwen in deze verbonden partij hebben.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? De DCMR Milieudienst Rijnmond levert met inzet van wettelijke instrumenten en vanuit zijn specifieke deskundigheid een bijdrage aan het verlagen van de milieubelasting van bedrijven en aan het verhogen van de milieukwaliteit en veiligheid in het Rijnmondgebied. Hiermee draagt het bij aan de ontwikkeling van Lansingerland als gemeente waarin aantrekkelijk kan worden gewoond, gewerkt en gerecreëerd.

Jeugdhulp Rijnmond

Terug naar navigatie - Jeugdhulp Rijnmond
Naam verbonden partij Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR)
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) 1. Uitvoering te geven aan de wettelijke verplichtingen tot regionale samenwerking uit de Jeugdwet in het kader van Veilig Thuis, jeugdreclassering en jeugdbescherming. 2. Het uitvoeren van bovenlokale taken door middel van het contracteren en/of subsidiëren van aanbieders van jeugdhulp, -reclassering en -beschermingsmaatregelen in het kader van de Jeugdwet. 3. Realiseren van overleg, kennisontwikkeling- en overdracht tussen de bij de GRJR aangesloten gemeenten.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) De Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond is opgericht voor de inkoop van verschillende vormen van jeugdhulp waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn. Bepaalde vormen van zorg kunnen gezamenlijk efficiënter ingekocht worden dan door iedere gemeente voor zich. De inleg van de gemeente Lansingerland op basis van de GRJR begroting bedraagt in 2022 €10,1 miljoen (inclusief organisatiekosten) ten opzichte van het totaal van €284,6 miljoen. Op basis van de 11 maands jaareindeverwachting is het beeld dat de gemeente Lansingerland nog €0,1 miljoen moet gaan inleggen. De eindafrekening over 2022 volgt halverwege 2023. Het Algemeen Bestuur van de GRJR heeft besloten om per eind 2021 de vlaktaks af te schaffen. Dit was een meerjarige financiele afhandelingssystematiek, de verschillen tussen begroting en realisatie werden verdeeld over de gemeenten. 2022 is het eerste jaar dat de vlaktaks niet meer wordt gebruikt, vanaf nu wordt per jaar per gemeente afgerekend op basis van het jeugdzorgverbruik van kinderen uit de gemeente. De openstaande bedragen tot en met 2021 zijn eind 2022 in één keer verrekend, dit gaat om een teruggave aan Lansingerland van €0,3 miljoen. Het verschil tussen begroot jeugdzorgverbruik en werkelijk jeugdzorgverbruik over het jaar 2022 wordt na het vaststellen van de jaarrekening in de zomer van 2023 in één keer verrekend.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (Uit: jaarrekening 2022) Per 1-1-2022: € 0 Per 31-12-2022: € 0
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (Uit: jaarrekening 2022) Vreemd vermogen: Per 1-1-2022: € 68.373.000 Per 31-12-2022: €55.087.000
Financieel resultaat 2022 (Uit: voorlopige jaarrekening 2022) € 0 (de extra gemeentelijke bijdrage à € 22,1 mln op basis van het voorlopige jaarrekeningresultaat 2022 is aan de baten toegevoegd waardoor het resultaat € 0 is).
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2022 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft De primitieve begroting GRJR van 2022 bedroeg € 254,1 miljoen. In de loop van het jaar waren er ontwikkelingen waardoor de begroting is aangepast. Het ging om de volgende punten: 1. Op basis van de eindcijfers van het zorgverbruik in 2021, is de begroting voor 2022 opgehoogd met € 16,1 miljoen. 2. Door het woonplaatsbeginsel per 1 januari 2022 komt meer zorg voor rekening van GRJR gemeenten, verhoging van € 1,7 miljoen. 3. Verhoging van de begroting voor adolescentenstrafrecht en Veilig Thuis, € 1,8 miljoen. 4. Indexatie van de looncomponent, een verhoging van € 2,8 miljoen. 5. Een verhoging van € 7,5 miljoen voor de aanpak wachttijden. Hier was € 15 miljoen voor begroot, maar aanvankelijk was de helft ervan (€ 7,5m) verwerkt in de begroting omdat er geen inkomsten tegenover stonden. Die kwamen uiteindelijk wel vanuit het Rijk. Bovenstaande leidde uiteindelijk tot de eerste begrotingswijziging in 2022, een verhoging van € 254,1 miljoen naar € 284,6 miljoen. Voor Lansingerland kwam dit neer op een extra inleg van €0,7 miljoen.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? Toenemend zorggebruik in een openeinde regeling: De jeugdwet bevat een open einde regeling. Omdat er in onze gemeente sprake is van een toenemend zorggebruik, zowel in aantallen als in zwaarte, levert dit een financieel risico op. Wij sturen hierop door middel van de (lokale) toegang, de samenwerking met onze toegangspartners en samenwerking met huisartsen. Jeugd Bescherming Rotterdam Rijnmond (JBRR) ervaart problemen in de bedrijfsvoering. Dit is opgevangen door middel van tussentijdse verhoging van de begroting. Een aanbieder van onder andere gesloten jeugdhulp heeft in 2022 ook problemen met de bedrijfsvoering gekregen. De gemeenten zijn ervoor verantwoordelijk dat deze cruciale zorg beschikbaar blijft voor kinderen en hebben extra financiële steun voor de aanbieder binnen de GRJR begroting van 2022 kunnen oplossen. De keer op keer stijgende kosten van de jeugdhulp hebben de rijksoverheid ertoe aangezet om aan de gemeenten tijdelijke extra middelen beschikbaar te stellen. De rijksoverheid heeft uit het transformatiefonds aan de regio Rijnmond transformatiemiddelen beschikbaar gesteld om transformatie en sturend vermogen te bevorderen. Tegelijkertijd is een landelijke Hervormingsagenda ontwikkeld, die er uiteindelijk toe moet leiden dat de kosten van jeugdhulp landelijk structureel dalen. Over deze agenda was eind 2022 landelijk nog geen overeenstemming tussen de rijksoverheid en gemeenten.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? 1. De rijksoverheid gaat ervanuit dat gemeenten vanaf 2022 al besparingen realiseren op basis van de Hervormingsagenda en is van plan de bijdragen aan gemeenten te verlagen. Vanaf 2027 moet er landelijk jaarlijks één miljard euro bespaard worden op jeugdhulp. Begin 2023 is hierover nog geen overeenstemming tussen de rijksoverheid en gemeenten. Mocht Lansingerland gekort worden, terwijl de gemeente de opgelegde besparingen niet kan realiseren ondanks onze inspanningen, dan is dat een financieel risico. Daarnaast vraagt het doorvoeren van de beoogde hervormingen aanzienlijke capaciteit, terwijl daar geen extra middelen tegenover staan. 2. In het licht van de (financiële) ontwikkelingen in de specialistische jeugdhulp zetten wij in op de realisatie van de veranderopgave jeugdhulp. Dat betekent dat wij waar mogelijk sturen op vermindering van het gebruik van specialistische jeugdhulp. Door inrichting van betere dataverzameling en analyse heeft de gemeente meer inzicht in de instroom van kinderen, via welke verwijsroutes en het zorgverbruik per zorgvorm. 3. In lokaal en regionaal verband werken we aan de uitvoering van de regiovisie "Nabij en Passend" ter versterking van de jeugdhulp. De ontwikkelingen van de landelijke Hervormingsagenda lopen hieraan synchroon en zijn hiermee in lijn. Een deel van de beoogde hervormingen, zoals meer laagdrempelige hulp dichtbij huis, zijn al ingezet in de regio en in Lansingerland. 4. Doorontwikkeling van de informatievoorziening zodat inzicht verkregen wordt op betrouwbare basisinformatie voor onder andere cliëntstromen en wachttijden. 5. Het versterken van contractmanagement met zorgaanbieders bij de start van de implementatie van nieuwe contracten met zorgaanbieders per 1 januari 2023. Zowel de GRJR als de gemeente Lansingerland hebben in 2022 alle jeugdhulp opnieuw aanbesteed. Dit vraagt ook nieuwe werkwijzen in de uitvoering, waar in 2023 voor het eerst mee gewerkt wordt.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Risicobeleid GR Op basis van een risico-inventarisatie die in samenwerking met de gemeenten is opgesteld is geconcludeerd dat de omvang van het gewogen risico beheersbaar is en dat er geen apart weerstandsvermogen gevormd hoeft te worden. Voor de deelnemende gemeenten in de GRJR geldt dat eventuele overschrijdingen in de begroting door de gemeenten moeten worden vergoed. De extra inbreng is op basis van daadwerkelijk zorgverbruik en wordt per jaar afgerekend. De uitvoeringsorganisatie van de GRJR geeft twee keer per jaar een "jaareindeverwachting" per gemeente, met de inschatting waar het zorgverbruik en daarmee de kosten op uit zullen komen aan het einde van het jaar. De laatste jaren is dit proces verbeterd door betere onderliggende data, waardoor de prognose steeds dichterbij de werkelijke kosten komt te liggen. Deze jaareindeverwachting helpt om tijdig de begroting bij te stellen. Gemeentelijk risicobeleid - Op basis van de financiële analyse is er een hoog risico verbonden aan de GR Jeugdhulp. De gemeente heeft een hoge jaarlijkse financiële bijdrage. In 2015 is besloten dat eventuele tekorten door de deelnemende gemeenten worden gedekt, waardoor gebruik wordt gemaakt van het weerstandsvermogen van de gemeenten. - Op basis van de bestuurlijke analyse is er een gemiddeld risico verbonden aan de GR. De te leveren afspraken zijn van invloed op de gemeentelijke doelstellingen. Lansingerland is vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur, waar een wethouder van elke GRJR gemeente in zit. Hier worden gezamenlijk de besluiten genomen die Lansingerland raken.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? De Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond heeft tot taak de gemeenschappelijke inkoop zodanig vorm te geven dat lokale ambities kunnen worden gerealiseerd en dat zorgcontinuïteit is geboden. Met de in 2021 vastgestelde regiovisie 'Nabij en Passend' en de aangescherpte inkoopstrategie 2023 is een beweging naar meer lokale sturing tot stand gebracht. Wij organiseren de zorg voor onze jeugdigen zo veel als mogelijk lokaal. Voor dusdanig specialistische zorg die niet lokaal kan worden georganiseerd schalen we op naar zorg die we inkopen via de GRJR. Zo draagt de GRJR bij aan onze doelstelling dat probleemsituaties van jongeren verbeteren of stabiliseren.

Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH)

Terug naar navigatie - Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH)
Naam verbonden partij Metropoolregio Rotterdam Den-Haag (MRDH)
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling van de VP: Hoe ziet ons publiek belang eruit? Het versterken van de internationale concurrentiepositie van de regio door verbetering van de bereikbaarheid en het economisch vestigingsklimaat.
Wat draagt Lansingerland financieel bij aan deze VP: hoe ziet ons financieel belang eruit? De MRDH is gestoeld op twee pijlers: Vervoersautoriteit (Va) en Economisch Vestigingsklimaat (EV). In eerste pijler wordt gewerkt aan verbetering van de bereikbaarheid in twee programma's: Exploitatie Verkeer en Openbaar Vervoer, en Infrastructuur Verkeer en Openbaar Vervoer. Voor beide programma's is de Brede Doeluitkering (BDU) van het Rijk de belangrijkste dekking voor de kosten. De BDU bedraagt jaarlijks ruim € 500 miljoen. Daarvan wordt ca. 80% besteed aan het programma Exploitatie Verkeer en Openbaar Vervoer, en de overige 20% aan investeringen. Het Investeringsprogramma Vervoersautoriteit (IPVa) beschrijft waar de deze middelen concreet aan worden besteed. De tweede pijler van de MRDH betreft het economisch vestigingsklimaat. Voor het gelijknamige programma Economisch Vestigingsklimaat (EV) wordt de begroting bepaald door een gemeentelijke afdracht per inwoner van € 2,77. Uitgaande van 64,118 inwoners op 1 januari 2022 betreft de totale afdracht van Lansingerland aan het EV-programma voor dat jaar € 177.607.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021 en begroting 2023) Per 1-1-2022: € 32.507.907 Per 31-12-2022: € 33.389.157
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (Uit: jaarrekening 2021 en begroting 2023) Per 1-1-2022: € 1.435.141.064 Per 31-12-2022: € 1.312.629.597
Financieel resultaat 2022 (Uit: begroting 2023) € 0
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2022 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Er zijn geen veranderingen in 2022 in het bestuurlijke en publieke belang dat de gemeente in de MRDH heeft.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? De jaarrekening laat een positief resultaat zien. Ook de begroting is meerjarig positief. Wel is er een constante druk van de investeringen voor overbesteding. Overbesteding is toegestaan voor maximaal drie achtereenvolgende jaren. Ook de coronacrisis heeft een langlopend effect op de exploitatie van het openbaar vervoer. Met het afbouwen van de Rijksregeling voor een aanvullende subsidie neemt de financiële opgave voor de MRDH de komende maanden weer verder toe. De MRDH is met het Rijk en de vervoerbedrijven in gesprek over een ‘zachte landing’ en terugkeer naar een normale subsidieverhouding tussen MRDH en de vervoerbedrijven.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor Lansingerland de komende 2 jaar? De belangrijkste aandachtspunten voor Lansingerland zijn de verdere uitwerking van de projecten uit het Investeringsprogramma en het genereren van de daarbij behorende financiën. In het Investeringsprogramma zijn ook andere projecten opgenomen, zoals Corridor A12 (o.a. logistieke hotspot), energie-infrastructuur (warmtenet), geothermie, Greenport en vaarroutes (Rotte – Rijn – Vliet). De MRDH kan in het samenbrengen van gemeenten en het definiëren van regionale projecten een coördinerende of voortrekkersrol vervullen, bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met andere gemeenten en marktpartijen. Onder de noemer van het programma Mobiliteit en Verstedelijking (MOVE) wordt aan een aantal tafels de strategie van de regio uitgewerkt. Deze studies moeten richting geven aan nieuwe grote infrastructurele projecten in relatie tot andere ruimtelijke ontwikkelingen zoals de woningbouwopgave. Dit geeft richting aan de doorontwikkeling van het hoogwaardige OV-net in onze regio. Ook in Lansingerland worden OV-lijnen verkend, zoals ZoRo Rail. De projecten en de organisatie van de Vervoersautoriteit (Va) worden grotendeels bekostigd uit de reguliere Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer. Daarnaast zijn er nog specifieke rijksbijdragen, zoals gelden het Actieprogramma Regionaal OV en de Specifieke Uitkering Verkeersveiligheid. Beide zijn toegevoegd aan de BDU. De komende jaren is er een stevige opgave om de kosten van het openbaar vervoer te drukken. Door een oplopende beheerlast neemt het investeringsvermogen af. Naast de concrete opgaven in relatie tot de pijlers en programma's zijn de zichtbaarheid en de werkprocessen van de MRDH, evenals de relaties met de gemeenten, een bilijvend aandachtspunt. Door hieraan te blijven werken wordt het draagvlak voor de MRDH verder versterkt.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Uit de financiële analyse blijkt dat het risico gemiddeld is. Dit is met name gelegen in het beperkte weerstandsvermogen van de MRDH enerzijds en de afdekking van de risico’s door de MRDH anderzijds zoals ook opgenomen in het treasurystatuut. De wettelijke termijn van overbesteding is bepaald op een maximale periode van drie achtereenvolgende kalenderjaren. Om in de toekomst meer duidelijkheid te hebben over de (financiële) risico’s van grote infrastructurele projecten heeft de MRDH de beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen opgesteld. Het bestuurlijk risico is laag. Lansingerland onderschrijft het belang van de MRDH en staat achter de missie en de visie. De uitwerking van de programma’s vindt in goed overleg met alle gremia plaats.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? Het doel van de GR MRDH is het versterken van de internationale concurrentiepositie van de metropoolregio. Verbetering van de bereikbaarheid en het economisch vestigingsklimaat van de metropoolregio, en daarmee de leefbaarheid van het gebied, komen ten goede van de inwoners, de bedrijven en de maatschappelijke organisaties in de gemeente Lansingerland. Wel is het zaak om scherp in het oog te houden of de GR dit doel ook blijft dienen. Daarom wordt de MRDH als GR iedere vijf jaar geëvalueerd. Eind 2021 is het proces voor een tweede evaluatie van de MRDH gestart. Hierbij zal worden getest in hoeverre de suggesties voor verbetering uit de eerste tussenevaluatie zijn opgevolgd en geïmplementeerd. Met name de rol van de adviescommissie behoeft verdere uitwerking.

Gemeenschappelijke Regeling GGD Rotterdam-Rijnmond

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Regeling GGD Rotterdam-Rijnmond
Naam verbonden partij Gemeenschappelijke Regeling GGD Rotterdam-Rijnmond
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) Artikel 3 van de GR: Het lichaam heeft tot doel: • het beschermen en bevorderen van de gezondheid van de bevolking of van specifieke groepen daarbinnen, in het rechtsgebied van het lichaam; • het voorkómen en het vroegtijdig opsporen van ziekten onder de bevolking; • alles wat met het bovenstaande in de ruimste zin verband houdt. De regeling regelt de deelnemersbijdrage van de deelnemende gemeente voor de inkoop van het basispakket. De GGD is leverancier en uitvoerder van het basispakket. Het publieke belang is de openbare gezondheid.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Lansingerland droeg in 2022 € 490.387 bij, bestaande uit € 354.181,- voor de inkoop van het algemene basistakenpakket en € 136.206 voor de inspecties kinderopvang. De gemeenschappelijke regeling van de GGD-RR kent geen balans en andere financiële staten om in de begroting op te nemen aangezien alleen de gemeente Rotterdam eigenaar is van de organisatie. Personeel en eventuele risico’s zijn daarmee voor rekening van de gemeente Rotterdam. De gemeenschappelijke regeling GGD-RR regelt in materiële zin slechts de inkoop van producten.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: Begroting basistakenpakket 2022) De gemeenschappelijke regeling van de GGD-RR kent geen balans en andere financiële staten om in de begroting op te nemen aangezien alleen de gemeente Rotterdam eigenaar is van de organisatie. Personeel en eventuele risico’s zijn daarmee voor rekening van de gemeente Rotterdam. De gemeenschappelijke regeling GGD-RR regelt in materiële zin slechts de inkoop van producten. Daarmee is de gemeenschappelijke regeling financieel “leeg”, dus zonder bezittingen, waardoor er ook geen balans is. Het financiële risico voor deelname aan de regeling is voor regiogemeenten dus ook niet aanwezig.
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: Begroting basistakenpakket 2022) Niet van toepassing, zie tekst bij ‘Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022’.
Financieel resultaat 2021 (Uit: Begroting basistakenpakket 2022) Niet van toepassing, zie tekst bij ‘Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022’.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2022 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Geen.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? Geen. De gemeente Rotterdam is risicodrager.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Per 1 januari 2023 wordt er een extra basistaak toegevoegd m.b.t. de collectieve advisering gezonde leefomgeving gekoppeld aan de invoering van de omgevingswet. Er is voor 2023 eenmalig een eenjarige begroting vastgesteld. In maart 2023 wordt de nieuwe vierjarenbegroting 2024-2027 vastgesteld. De basistaken worden hierbij herzien. Daarbij blijft de uitvoering van de verplichtingen uit de Wet publieke gezondheid (WPG) tegen een aanvaardbare kostprijs blijft een aandachtspunt. Ook de ambities van de regio en de GGD worden hierin meegenomen.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Er is zowel financieel als bestuurlijk een beperkt risico. De gemeente Rotterdam is financieel risicodrager. Daarnaast dragen de activiteiten van de verbonden partij bij aan het oorspronkelijke doel van de verbonden partij.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? De Gemeentelijke Gezondheidsdienst Rotterdam-Rijnmond zet zich in voor een goede en voor iedereen toegankelijke gezondheidszorg. Daarnaast zet de GGD zich in om ziekten en andere problemen te voorkomen. Hiermee draagt het bij aan Lansingerland als gezonde samenleving.

Recreatieschap Rottemeren

Terug naar navigatie - Recreatieschap Rottemeren
Naam verbonden partij Recreatieschap Rottemeren
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) In stand houden, ontsluiten en exploiteren van recreatiegebied Rottemeren. Openluchtrecreatie, natuurbescherming en natuur- en landschapsschoon bewaren en bevorderen.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Deelnemers: Zuidplas 4%, Rotterdam 91%,en Lansingerland 5% Bijdrage in 2022: € 201.500
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2022: € 12.704.486 Per 31-12-2022: € 12.735.221
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2022: € 10.142.782 Per 31-12-2022: € 9.244.026
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) € 236.097
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2021 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Geen veranderingen in het financiële belang van 5%.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? Concrete risico's, overigens van een laag en middel gehalte, worden genoemd bij de weerstandsparagraaf in de begroting van het recreatieschap: • invoering VPB; • impact Ontwikkelplan op gronden inwoners Lansingerland (gebruiks- en marktwaarde) • locatie asfaltfabriek; • nazorg grondwaterverontreiniging Hoge Bergse Bos.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Met de vaststelling van het Ontwikkelplan Landschapspark de Rottemeren is een ontwikkelrichting gekozen voor het Recreatieschap Rottemerenen en deze is afgestemd met de omgeving. Dit wordt uitgewerkt in een uitvoeringsagenda met uitvoeringsacties. De kwaliteitsimpuls Lage Bergse Bos en de ontwikkeling van De Groene Boog, maken dat het gebied in de picture staat en de (deel)gebieden de komende jaren aangepakt gaan worden. In de samenwerkingsovereenkomst met Staatsbosbeheer is afgesproken dat vanaf 2019 de jaarlijkse kosten niet meer als fixed price bepaald worden maar kostendekkend (op basis van nacalculatie) worden. Samen met de herijking van het Terrein Beheer Model (t.b.v. onderhoud) en het ontwikkelplan met uitvoeringsagenda verwachten wij dat dit tot financiële veranderingen kan leiden. Hier zal in de loop van 2022 meer bekend over worden.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Het financiële risico is laag. Er is sprake van een hoge Algemene reserve. De genoemde risico’s zijn dusdanig beperkt van aard, dat er sprake is van meer dan gewenste weerstandsratio. Bestuurlijk risico is laag vanwege (indirecte) invloed via AB en DB.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? Het in stand houden, ontsluiten en exploiteren van het recreatiegebied Rottemeren draagt bij aan de ontwikkeling van Lansingerland als gemeente waarin op aantrekkelijke wijze gewoond, gewerkt en gerecreëerd kan worden.

Schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4

Terug naar navigatie - Schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4
Naam verbonden partij Schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4
Vestigingsplaats Rotterdam
In artikel 2 van de gemeenschappelijke regeling staat opgenomen; “Het doel van de regeling is het bevorderen dat de behandeling van verzoeken om schadevergoeding die verband houden met de aanleg van de HSL-Zuid en de verbreding, verlegging en reconstructie van de A-16 (...)respectievelijk de A-4, zoals bedoeld in artikel 1 onder f, en de beslissingen op die verzoeken doelmatig, deskundig en op gelijke wijze plaatsvinden. Door deze regeling wordt tevens voor de burgers duidelijkheid geschapen over de terzake bevoegde instantie.”
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Alle kosten van het Schap en van de door het Schap toegekende schadevergoedingen worden betaald door de Rijksoverheid.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Er is geen sprake van een eigen vermogen.
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Er is geen sprake van vreemd vermogen.
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Financieel resultaat 2022: Algemene kosten € PM Deskundigenkosten € PM Schadevergoedingen € PM Totaal € PM
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2021 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Vanwege het feit dat alle kosten voor rekening komen van het Ministerie van I&W is er geen sprake van een financieel belang voor de gemeente.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? Er zijn thans geen financiële risico’s bekend. Het Schap heeft met de accountmanager van het Ministerie de afspraak gemaakt dat wanneer er een schadeverzoek met een aanmerkelijk belang wordt ingediend dat deze, met het oog op risicomanagement, direct bij het Ministerie kenbaar wordt gemaakt.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Het maatregelenpakket dat is aangekondigd om de geluidsbelasting van de HSL te verminderen, wordt in twee delen aanbesteed en uitgevoerd. Het 1e pakket aan maatregelen is eind 2020 vastgesteld en de realisatie van deze maatregelen is begonnen in 2021. Het traject voor het 2e pakket aan maatregelen is nog niet afgerond waardoor het nog niet duidelijk is welke maatregelen wanneer getroffen gaan worden. ProRail coördineert de uitvoering van het maatregelenpakket. Nieuwe en aanvullende aanvragen tot schadevergoeding kunnen worden afgehandeld als vast staat welke maatregelen er getroffen worden en wat het effect is op de geluidsbelasting van het object van de aanvrager. Besluitvorming door het Schap vindt plaats sinds de verlenging van de Gemeenschappelijke Regeling (verlengd tot 1 januari 2026). Vanwege doorlooptijden van advisering, besluit, bezwaar en eventueel beroep en hoger beroep verdient het de voorkeur dat belanghebbenden die menen in aanmerking te komen voor schadevergoeding, daartoe tijdig een verzoek indienen.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Er is geen sprake van een financieel risico omdat alle kosten voor rekening komen van het Ministerie van I&W. In bestuurlijke zin is geen risico te verwachten omdat het Algemeen bestuur van het Schap bevoegd is te beslissen op de aanvragen.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? Het doelmatig, deskundig en gelijkmatig behandelen van alle verzoeken om schadevergoeding in verband met de aanleg van de HSL-Zuid draagt bij aan het minimaliseren van de negatieve impact.

SVHW (Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie, Heffingen en Waardebepaling)

Terug naar navigatie - SVHW (Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie, Heffingen en Waardebepaling)
Naam verbonden partij SVHW (Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie, Heffingen en Waardebepaling)
Vestigingsplaats Klaaswaal
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) (art 3 GR) Een zo doelmatig mogelijke uitvoering van werkzaamheden met betrekking tot - de heffing en invordering van belastingen - de uitvoering van Wet waardering onroerende zaken (woz) - de administratie van vastgoedgegevens - het verstrekken van vastgoedgegevens aan deelnemers en derden
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) De bijdrage van Lansingerland voor 2023 is begroot op € 622.000. In 2022 was deze bijdrage begroot op € 583.000,-.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (Uit: jaarrekening 2022) Per 1-1-2022: € 849.000 Per 31-12-2022: € 726.000
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (Uit: jaarrekening 2022) Per 1-1-2021: € 6.159.000 Per 31-12-2021: € 6.597.000
Financieel resultaat 2022 (Uit: jaarrekening 2022) In 2022 is een positief resultaat van € 122.000; (gerealiseerd 2021: €228.000,- positief)
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2022 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Geen veranderingen
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? SVHW is een belangrijke organisatie voor haar deelnemers, continuïteit van de bedrijfsvoering is daarom essentieel. Bij het opvangen van de gevolgen van calamiteiten is het onwenselijk dat de organisatie afhankelijk zou zijn van de besluitvorming van deelnemers. Dit dient op het niveau van directie en Dagelijks Bestuur te kunnen worden beslist. Gelet op de behoefte aan continuiteit van de bedrijfsvoering is er een financiële buffer van minimaal 400.000 en maximaal 700.000 euro ingesteld. Er doen zich geen juridische procedures voor die aanleiding kunnen geven tot enig financieel nadeel. SVHW heeft binnen haar mogelijkheden maatregelen getroffen om de economische gevolgend voor de ondernemers te beperken, onder andere door het aanbieden van uitstel van betaling. Er kan druk komen te staan op de cashflow, doordat de continuïteit van ondernemingen die geraakt worden door de Coronacrisis onder druk komt te staan. Hierdoor is de kans aanwezig, dat als gevolg van faillissementen het aantal afboekingen van oninbare posten zal toenemen. SVHW heeft intern technische en organisatorische maatregelen genomen om uitval van bedrijfskritieke processen te voorkomen.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Door gemeentelijke herindelingen (samenvoeging) zijn er deelnemers uitgetreden en nieuwe toegetreden. Het aantal deelnemers is daardoor gewijzigd naar 14. De uittredende deelnemers betalen een uittredingsvergoeding die de frictiekosten van dit proces dekken. Mogelijk treden er op de korte termijn nieuwe deelnemers toe, de mogelijke financiële gevolgen hiervan zijn (nog) niet bekend.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Op basis van de financiële en bestuurlijke analyse kan worden vastgesteld dat het risicoprofiel gemiddeld is. De  jaarlijkse bijdrage is gemiddeld en de gemeente is deels financieel aansprakelijk. Het weerstandsvermogen van SVHW is op peil en de bedrijfsvoering en kwaliteit van het risicomanagement zijn toereikend. Uit de financiële analyse komt derhalve de score gemiddeld. De bestuurlijke analyse geeft tevens een score van gemiddeld. Lansingerland is vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur, er zijn duidelijke afspraken over de informatievoorziening welke naar tevredenheid worden gehonereerd en het belang van het SVHW komt volledig overeen met het belang van Lansingerland. De te leveren prestaties door het SVHW zijn echter maximaal van invloed.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? De uitbesteding van de werkzaamheden m.b.t. belastingen past in het streven van de gemeente om waar mogelijk in regie te werken en een kostenbesparing te realiseren.

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Naam verbonden partij Veiligheidsregio Rotterdam - Rijnmond
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) De VRR behartigt ons publieke belang door het voorkomen, beperken en bestrijden van rampen en crises.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) In 2022 droeg gemeente Lansingerland in totaal € 4.000.674 bij aan de VRR.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (Uit: jaarrekening 2022) Per 1-1-2022: € 5.085.000 Per 31-12-2022: € 6.157.000
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (Uit: jaarrekening 2022) Per 1-1-2022: € 96.225.000 Per 31-12-2022: € 107.479.000
Financieel resultaat 2022 (Uit: jaarrekening 2022) € 976.000
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2022 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Er zijn geen veranderingen in het financiele belang dat de gemeente in deze verbonden partij heeft. Eind 2021 heeft het algemeen bestuur een voorlopig besluit genomen over een nieuwe kostenverdeelsleutel naar rato van de inkomsten uit het gemeentefonds. Deze nieuwe verdeelsleutel wordt in 4 gelijke stappen ingevoerd in de periode 2023 t/m 2026.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? De volgende risico's zijn bekend: • Vrijwaring van gemeenten voor aansprakelijkheid niet verzekerbare risico’s. Het gaat hier om juridische gevolgen, zoals claims; • Personele capaciteit brandweer. In diverse delen van de regio staat de dekking van de brandweerzorg onder druk bij gebrek aan vrijwilligers die overdag beschikbaar zijn. Lansingerland kent op dit moment geen wervingsproblemen. Ondanks alternatieven, zoals opgenomen in het Plan brandweerzorg, lukt het in delen van de regio niet om de gewenste dekking te garanderen. Verwachting is dat verdere aanpassingen (zoals o.a. het bemannen van vrijwilligersposten door beroepsbrandweer) gaan knellen qua financiën; • Deeltijdregeling brandweervrijwilligers (vergoeding door het Rijk nog onzeker); • Spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg. Risico bestaat eruit dat de gemaakte afspraken met zorgverzekeraars over spreiding en beschikbaarheid van de ambulancezorg niet nagekomen worden, met als gevolg een korting als maatregel; • Financiële gevolgen van schade die niet meer of beperkt verzekerbaar is; • Alarmering bevolking. Uitfaseren luchtalarm is uitgesteld. Een aantal Veiligheidsregio’s, waaronder de VRR is in overleg met de Minister om sirenes in de buurt van chemisch-industriële complexen over te nemen; • Gevolgen ontwikkelagenda VRR. Samen met de regiogemeenten onderzocht de VRR of de taken en budgetten van de VRR nog voldoende op elkaar zijn afgestemd. De uitkomst van de besluitvorming omtrent de ontwikkelagenda is gebruikt als input voor het VRR meerjarenbeleidsplan 2023-2027 en de Kadernota 2023. De financiële gevolgen zijn merkbaar in de begrotingen voor de jaren 2023 t/m 2026. Vanaf het begrotingsjaar 2023 wordt tevens een nieuwe kostenverdeelsystematiek gebruikt voor het bepalen van de gemeentelijke bijdrage. • Effecten en kosten als gevolg van grote crises (bv. Uitbraak grieppandemie of de gevolgen van de oorlog in Oekraïne).
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? De belangrijkste punten zijn: • Invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) en het, naar het zich laat aanzien, verdwijnen van de vrijwilligersstatus bij de brandweer; • De invoering van de Omgevingswet.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting De omvang van de jaarlijkse financiële bijdrage aan de VRR is hoog. Ondanks dat de jaarlijkse financiële bijdrage hoog is, is het financiële risico gemiddeld. Dit heeft ermee te maken dat VRR vaste taken heeft. De in kaart gebrachte negatieve risico’s zijn laag. Het risico wordt verspreid doordat 13 gemeenten deelnemen aan deze Gemeenschappelijke regeling. Het bestuurlijke inhoudelijke risico is laag. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt met de VRR die we regelmatig monitoren. De gemeente Lansingerland is in het Dagelijks Bestuur vertegenwoordigd door de burgemeester, met de portefeuille ‘Bedrijfsvoering’.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? De Veiligheidsregio voert taken uit op het gebied van rampenbestrijding, crisisbeheersing, risicobeheersing, brandweerzorg, ambulancezorg en geneeskundige hulpverlening. Daarmee draagt het bij aan Lansingerland als een veilige en leefbare gemeente.

NV Duinwaterbedijf Zuid-Holland (Handelsnaam Dunea)

Terug naar navigatie - NV Duinwaterbedijf Zuid-Holland (Handelsnaam Dunea)
Naam verbonden partij NV Duinwaterbedrijf Zuid-Holland Handelsnaam Dunea
Vestigingsplaats Zoetermeer
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) Het publieke belang bestaat uit de gewaarborgde levering van drinkwater aan onze inwoners. Zo zijn alle 17 gemeenten in het leveringsgebied aandeelhouders. Dunea wil een vitale organisatie zijn die toekomstbestendige producten en diensten levert en daarbij duidelijk zichtbaar is als maatschappelijke onderneming. Het nieuwe strategisch kader "Koers 2020" is eind 2020 van kracht geworden en heeft vier accenten: • Klantaccent, onderscheidend in dienstverlening en kwaliteit; • Beter voorbereid op de toekomst door verbreding producten & diensten; • Het zijn van duinbeheerder van wereldklasse; • Strijden voor het drinkwaterbelang van de Lek en de Maas.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Lansingerland bezit 186.584 aandelen (na de periodieke herverdeling in 2018) van de in totaal 4.000.000 uitgegeven aandelen. Het aandelenkapitaal in Dunea vertegenwoordigt een waarde van €0,- op onze balans. Statutair mag Dunea geen dividend uitkeren.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (jaarrekening 2022 nog niet gepubliceerd) Per 1-1-2022: € 245.3 mln. Per 31-12-2022: € xxx mln (nog niet bekend)
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (jaarrekening 2022 nog niet gepubliceerd) Per 1-1-2022: € 366.9 mln. Per 31-12-2022: € xxx mln (nog niet bekend)
Financieel resultaat 2022 (jaarrekening 2022 nog niet gepubliceerd) Resultaat na belasting boekjaar 2022: € xxx mln nog niet bekend (2021: € 8.5 mln)
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2022 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Geen.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? Lansingerland is aandeelhouder en loopt daardoor in principe geen of een beperkt financieel of bestuurlijk risico.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? De aandachtspunten blijven het verzorgen van een goede drinkwatervoorziening en beheer van het duingebied. In de aandeelhoudersvergadering van November 2019 is daarnaast besloten tot een statutenwijziging en oprichting van een dochtervennootschap opdat Dunea NV in een later stadium kan beschikken over een vergunde warmtedochter die een rol kan spelen bij projecten op het gebied van Aquathermie binnen het leveringsgebied van Dunea. Deze activiteiten zijn in 2020 gefinancieerd met vanuit de winst over boekjaar 2019 (winsttoewijzing). In 2021 hebben de eerste investeringen in aquathermie projecten vanuit de nieuwe dochtervennotschap plaatsgevonden. Daarnaast volgt uit onder meer de bevolkingsprognose dat de vraag naar water in het verzorgingsgebied van Dunea fors zal toenemen. Dunea zal hiervoor grote investeringen moeten doen.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Op basis van de financiële en bestuurlijke analyse kan worden vastgesteld dat het risicoprofiel laag is. Lansingerland is aandeelhouder en loopt daardoor in principe geen of een beperkt financieel of bestuurlijk risico.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? Dunea beheert de natuur (duinlandschap) en het water in Zuid-Holland. Dunea zorgt voor schoon drinkwater in Lansingerland.

Eneco Groep

Terug naar navigatie - Eneco Groep
Naam verbonden partij Eneco Groep N.V.
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) Deze verbonden partij draagt niet meer bij aan de realisatie of borging van een publiek belang. Ter toelichting het volgende. De gemeente Lansingerland heeft zich in 2017 bezonnen op het toekomstig aandeelhouderschap van Eneco Groep N.V. Daartoe is in 2017 een traject gelopen, gezamenlijk met alle aandeelhouders van Eneco, om hier op een zorgvuldige wijze naar te kijken. In dit proces is de raad intensief betrokken. Uitkomst is dat Lansingerland constateert dat het aandeelhouderschap in Eneco niet noodzakelijk is om publieke belangen te realiseren of te borgen. Mede om die reden heeft Lansingerland op 31 oktober 2017 besloten om het aandelenbelang in Eneco af te bouwen. Na een zorgvuldig gecontroleerd veilingproces is de bieding van het consortium van Mitsubihi / Chubu als beste beoordeeld. Op 30 januari 2020 besloot Lansingerland dit bod te accepteren en alle aandelen te verkopen aan dit consortium. Het consortium heeft het bod gestand gedaan omdat meer dan 75 procent van geplaatste kapitaal de aandelen verkoopt én de regulatorische toestemmingen ontvangen zijn. De levering van de aandelen heeft inmiddels plaatsgevonden op 24 maart 2020 en de verkoopopbrengst van EUR 137,6 miljoen is op 25 maart 2020 geheel ontvangen.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Als gevolg van de verkoop in 2020 is de gemeente Lansingerland geen aandeelhouder meer.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Als gevolg van de verkoop in 2020 is de gemeente Lansingerland geen aandeelhouder meer.
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Als gevolg van de verkoop in 2020 is de gemeente Lansingerland geen aandeelhouder meer.
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Als gevolg van de verkoop in 2020 is de gemeente Lansingerland geen aandeelhouder meer.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2021 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft In 2020 zijn de aandelen in Eneco verkocht en geleverd.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? In verband met de verkoop en de levering van de aandelen aan Mitsubishi / Chubu zijn er geen grote financiële risico's bekend. Het risico met betrekking tot de claim van de oud-aandeelhouders van REMU blijft, naar rato van het aandelenbelang, voor rekening en risico van de aandeelhouders. Deze claim bedraagt EUR 134 miljoen verhoogd met een vordering van een jaarlijkse wettelijke handelsrente van 8 procent. Het risico op toekenning van de claim wordt beduidend kleiner geacht dan 50 procent. Voor dit risico is geen voorziening opgenomen maar dit risico is wel verwerkt in het benodigde weerstandsvermogen. Op 8 december 2020 deed het Gerechtshof Amsterdam uitspraak in het hoger beroep. Hierbij is Eneco (en hiermee de voormalige aandeelhouders) in het gelijk gesteld. Op 8 maart 2021 heeft de eisende partij het cassatieberoep ingesteld.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Als gevolg van de verkoop in 2020 is de gemeente Lansingerland geen aandeelhouder meer.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Op 30 januari 2020 heeft Lansingerland besloten tot verkoop van alle aandelen in Eneco. De levering van de aandelen heeft inmiddels plaatsgevonden op 24 maart 2020. Het financiële en bestuurlijke risiso bestaat alleen uit de REMU-claim.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? Niet van toepassing.

Stedin Groep

Terug naar navigatie - Stedin Groep
Naam verbonden partij Stedin Holding N.V.
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) De waarborging van levering van energie aan de klanten binnen het verzorgingsgebied door middel van netbeheer als bedoeld in de Electriciteitswet en de Gaswet. Stedin maakt hierdoor de energietransitie mogelijk.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Lansingerland draagt niet structureel financieel bij aan deze Verbonden Partij maar ontvangt juist een dividend. Het geprognotiseerde dividend is in de meerjarenbegroting opgenomen als algemeen structureel dekkingsmiddel. Lansingerland is de vijfde aandeelhouder met een aandeel van 3,38% in het reguliere aandelenkapitaal. De boekwaarde van de reguliere aandelen Stedin is EUR 0,6 miljoen. Op 3 juni 2021 heeft de gemeenteraad van Lansingerland ingestemd met de verkrijging van maximaal €13.522.000 van de nog uit te geven cumulatief preferente aandelen Stedin Holding N.V. Er is overtekend op de emissie waardoor de toewijzing heeft geresulteerd in een totale investering van € 12.858.458 welke op 12 juli 2021 is voldaan. Deze investering in cumulatief preferente aandelen Stedin staat tegen de verkrijgingswaarde op de balans en levert ons een structureel dividend op. Het cumulatief preferent dividend bedraagt 3% per jaar over het ingebrachte kapitaal resulterend in een verwacht structureel inkomen van € 385.750 per jaar. Het totale dividend (regulier en cumpref) voor 2021 bedraagt EUR 0,9 miljoen en het geprognotiseerde totale dividend voor 2022 bedraagt EUR 0,4 miljoen.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (Uit: jaarrekening 2022) Per 1-1-2022: € 3.270 mln. Per 31-12-2022: € 3.342 mln.
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (Uit: jaarrekening 2022) Per 1-1-2022: € 4.912 mln. Per 31-12-2022: € 5.178 mln.
Financieel resultaat 2022 (Uit: jaarrekening 2022) Het nettoresultaat over boekjaar 2022 bedraagt € 44 mln (2021: € 21 mln).
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2022 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Op dit moment onderzoekt Stedin met de AHC de aard en omvang van lange termijn financiering (LTF) en wijze waarop deze ingevuld wordt.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? De dividenduitkering is een vast dekkingsmiddel in onze begroting. De omvang van het uit te keren dividend is onder andere afhankelijk van de nettowinst in enig jaar en de solvabiliteit. De solvabiliteit is mede afhankelijk van de hoogte van het investeringsprogramma uit hoofde van de energietransitie. De mogelijke tegenvallers in de nettowinst van de onderneming én een verslechtering van de solvabiliteit zijn een financieel risico.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Stedin zorgt dat de energietransitie mogelijk is. Dat gaat gepaard met aanzienlijke investeringen. Aandachtspunten zijn met name de vereiste operationele snelheid ten opzichte van de aard en omvang van de energietransitie en de beschikbare financiële investeringsruimte, solvabiliteit en credit rating. Met betrekking tot het laatste aspect onderzoekt Stedin met de AHC de aard en omvang van lange termijn financiering (LTF) en wijze waarop deze ingevuld wordt.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Uitkomst van de financiële analyse is dat het financieel risicoprofiel gemiddeld is. Stedin opereert in een gereguleerde markt waarbij de verwachte investeringen uit hoofde van de energietransitie aanzienlijk zijn hetgeen financiële druk legt op de solvabiliteit en de credit rating. Het dividend zal daarom de komende jaren beperkt zijn ten opzichte van het recente verleden. Uitkomst van de bestuurlijke analyse is dat het bestuurlijke risicoprofiel laag is. Enerzijds is Stedin een zogenaamde structuurvennootschap waarbij de rechtstreekse invloed van aandeelhouder(s) op de raad van commissarissen en de raad van bestuur beperkt is. Anderzijds zijn er met Stedin eenduidige afspraken gemaakt over ondermeer het goedkeuringsrecht van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders met betrekking tot (des-)investeringsbeslissingen, een goedkeuringsrecht ten aanzien van de vaststelling van het meerjarig strategisch plan alsmede een herziening daarvan, en een adviesrecht op de concrete uitwerking van de strategie in de daarop aansluitende jaarplannen. Als onderdeel van het traject LTF is het door Stedin en de aandeelhouderscommissie wenselijk gevonden bij een kapitaalinjectie ook de governance te actualiseren en te optimaliseren, wat zich concreet vertaald heeft in aanpassingen van de statuten en het aandeelhoudersconvenant op de aandeelhoudersvergadering van 25 juni 2021.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? De waarborging van levering van energie aan de klanten binnen het verzorgingsgebied door middel van netbeheer als bedoeld in de Elektriciteitsnet en de Gaswet. Vanuit deze wettelijke verantwoordelijkheid neemt Stedin een cruciale rol in het realiseren van de energietransitie.

Stichting Parkmanagement Bedrijvenpark Oudeland (PMBO)

Terug naar navigatie - Stichting Parkmanagement Bedrijvenpark Oudeland (PMBO)
Naam verbonden partij Stichting Parkmanagement Bedrijvenpark Oudeland (PMBO)
Vestigingsplaats Berkel en Rodenrijs
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) De stichting heeft ten doel: a. het uitvoeren of doen uitvoeren van het algemeen management voor de dienstverlening met als doel het initiële kwaliteitsniveau van en het verblijfsklimaat op bedrijvenpark Oudeland te behouden en waar mogelijk te verhogen, een en ander overeenkomstig de daartoe in het parkmanagementplan opgenomen prestatie-eisen; b. het uitvoeren of doen uitvoeren van terreinbeveiliging op bedrijvenpark Oudeland overeenkomstig de daartoe in het parkmanagementplan opgenomen prestatie-eisen; c. het (doen) realiseren, (doen) beheren en (doen) onderhouden van bedrijfsverwijzingen op bedrijvenpark Oudeland overeenkomstig de daartoe in het parkmanagementplan opgenomen prestatie-eisen; d. het beheren en onderhouden of doen beheren en onderhouden van de openbare ruimte op bedrijvenpark Oudeland overeenkomstig het daartoe opgestelde beheerplan; en voorts al hetgeen met een en ander verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Het publieke belang is het creëren van een gunstig economisch klimaat. Daarnaast is de taak van de stichting PMBO het organiseren, in stand houden en daar waar mogelijk verbeteren van het kwaliteitsniveau (ruimtelijk, technisch en voor veiligheid) op bedrijvenpark Oudeland.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) De gemeente Lansingerland draagt het beschikbare budget voor het dagelijks beheer en onderhoud van de openbare ruimte over aan de stichting PMBO. Het gaat daarbij alleen om het budget behorende bij de taken die daadwerkelijk worden overgedragen. Het gaat om een bedrag van € 72.506,-. De verhouding bijdrage ondernemers – bijdrage gemeente voor het totale parkmanagement bedraagt in 2018 65%-35%.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) begin 2021: 305.683, eind 2021 387.609
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) begin 2021: 299.648, eind 2021 387.609
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) winst: 20.777
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2020 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Er hebben zich geen veranderingen in het financieel belang voorgedaan. In 2014 is de Beheerovereenkomst tussen de gemeente Lansingeland en de stichting PMBO ondertekend. In deze overeenkomst zijn de afspraken voor het dagelijks beheer en onderhoud van Oudeland vastgelegd. De kaders hiervoor staan beschreven in het bijbehorende beheerplan.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? Geen bijzonderheden.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Het beheerplan is aan actualisering toe. We kijken opnieuw naar de werkzaamheden die de komende jaren nodig zijn om het gewenste kwaliteitsniveau te behalen en het budget dat daarvoor nodig is. We evalueren bestaande afspraken met de stichting PMBO en kijken waar aanscherping en/of verduidelijking nodig is. Tevens worden de statuten van de stichting PMBO opnieuw opgesteld. Proces nog steeds niet afgerond
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Financieel en bestuurlijk zijn de risico’s laag.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? Een goed georganiseerd en vitaal bedrijventerrein levert een belangrijke bijdrage aan de plaatselijke en regionale economie.

Bank Nederlandse Gemeenten

Terug naar navigatie - Bank Nederlandse Gemeenten
Naam verbonden partij Bank Nederlandse Gemeenten
Vestigingsplaats 's Gravenhage
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Veranderingen in 2021 en 2022 in het bestuurlijke en publieke belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft. Er worden geen veranderingen verwacht.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Wij dragen financieel niets bij. Als aandeelhouder van 15.015 van de totaal circa 56 mln. aandelen ontvangen wij dividend. Het aandelenkapitaal in BNG vertegenwoordigt een waarde van €7.694,- op onze balans
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (Uit: jaarrekening 2022) Per 1-1-2022: €5.062 mln. Per 31-12-2022: €4.615 mln.
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2022 (Uit: jaarrekening 2022) Per 1-1-2022: €143.995 mln. Per 31-12-2022: €107.459 mln.
Financieel resultaat 2022 (Uit: jaarrekening 2022) De netto winst 2022 bedraagt € 211 mln. (in 2021: € 211 mln). Per aandeel zal € 2,28 worden uitgekeerd aan dividend (in 2021 €2,28). De reguliere uitkeringspercentage bedraagt 50% van de winst per aandeel.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2022 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Niet van toepassing.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? Lansingerland is aandeelhouder en loopt daardoor in principe geen of een beperkt financieel of bestuurlijk risico.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Niet van toepassing.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Op basis van de financiële en bestuurlijke analyse kan worden vastgesteld dat het risicoprofiel laag is. Lansingerland is aandeelhouder en loopt daardoor in principe geen of een beperkt financieel of bestuurlijk risico.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? Lansingerland is aandeelhouder. De dividenduitkering is een vast dekkingsmiddel in onze begroting.

Paragraaf Grondbeleid

Grondbeleid

Terug naar navigatie - Grondbeleid

Grondbeleid is een middel om ruimtelijke doelstellingen op het gebied van volkshuisvesting, economie, groen en recreatie, infrastructuur en maatschappelijke voorzieningen te realiseren. Onze kaders zijn vastgelegd in de nota Grondbeleid. In deze nota geven we inzicht in de verschillende vormen van grondbeleid en de keuze die wij hierin maken, de instrumenten die wij inzetten om dit beleid te realiseren en de spelregels die wij hierbij toepassen. De doelstellingen en ambities uit het coalitieakkoord 2019-2022 vormen hiervoor de basis samen met de beleidsdoelstelling zoals vastgelegd in bijvoorbeeld de Omgevingsvisie en de Woonvisie.
Vanuit de VINEX-opgave heeft de gemeente in het verleden vooral een actief grondbeleid gevoerd. De projecten Westpolder – Bolwerk, Meerpolder, Parkzoom en Wilderszijde zijn in uitvoering. Bij een actief grondbeleid koopt en produceert de gemeente zelf bouwgrond. Hieraan zijn ook risico's verbonden. Een toename van de financiële risico's voor de gemeente is niet gewenst. Voor nieuwe ontwikkelingen kiezen wij dan ook in de basis voor een (meer) faciliterend grondbeleid. De kostenverhaalsmogelijkheden vanuit de Wet ruimtelijke ordening ondersteunen deze keuze. Ook de nieuwe omgevingswet biedt in de toekomst de mogelijkheid tot kostenverhaal.
Het college staat open voor nieuwe, private initiatieven. Hierbij wordt telkens de afweging gemaakt in hoeverre deze initiatieven van meerwaarde of aanvullend zijn ten opzichte van de reeds bestaande plannen.
Jaarlijks actualiseren we de lopende grondexploitaties in de Meerjaren Prognose Grondexploitaties (MPG) en geven we bij de begroting een globale doorkijk naar de eerstvolgende actualisatie. De actualisatie van het MPG 2023 per 1-1-2023 is de basis voor de waardering van onze grondexploitatieprojecten in de jaarstukken 2022. Het college stelt daarnaast jaarlijks de Kaderbrief Grondprijzen vast.

Grondexploitatie, risico’s en weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Grondexploitatie, risico’s en weerstandsvermogen

Het MPG 2023 vormt de basis voor de jaarstukken 2022. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij dan ook naar het MPG 2023.

Bij de actualisatie sturen we vooral op de 4 P's: programma, planning, prijzen en parameters. Deze vier elementen bepalen in hoge mate het resultaat van de grondexploitaties. In 2022 hadden wij de volgende projecten in exploitatie:

Kern Woningbouw Bedrijventerreinen Centrum-ontwikkeling Overig
Berkel en Rodenrijs Meerpolder Oudeland Berkel Centrum West
Westpolder/Bolwerk
RvR Groenzoom Noordeinde
Bergschenhoek Wilderszijde Leeuwenhoekweg Landscheidingspark Horeca
Sporthoeklaan

Resultaat afgesloten projecten

In 2022 sloten wij geen projecten af.

Resultaat MPG 2022

Per 1-1-2023 zijn alle grondexploitaties volledig geactualiseerd. Bij de actualisatie stelden we de parameters opnieuw vast, verwerkten we de boekwaarden en stelden we de raming en fasering van de nog te maken kosten en opbrengsten waar nodig bij.


In het MPG 2023 lichten we de (algemene) uitgangspunten, marktontwikkelingen en alle grondexploitaties nader toe. Hierbij gaan we ook in op de verschillen ten opzichte van het MPG 2022 en de aan de grondexploitaties verbonden risico’s.


Conform de notitie Grondexploitaties van de commissie BBV zijn de resultaten van alle lopende grondexploitaties in de toelichting op de balans in de tabel ramingen per complex weergegeven. Bij de nominale waarde wordt geen rekening gehouden met toekomstige rente en indexering van kosten en opbrengsten. In de eindwaarde is hier wel rekening mee gehouden. Bij de netto contante waarde wordt dit resultaat op eindwaarde teruggerekend naar het heden (prijspeil 1-1-2023), waarmee de resultaten van de grondexploitaties onderling vergelijkbaar zijn.

Tussentijdse winstneming

Het BBV schrijft een tussentijdse winstneming voor bij winstgevende projecten, naar rato van de voortgang. Hierbij gelden 3 voorwaarden:
• Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat én;
• De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht én;
• De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).

De hoogte van de tussentijdse winstneming bepaalden wij per project op basis van het zogenaamde percentage of completion (POC) op basis van het MPG 2023. Eventuele risico’s (onzekerheden) brachten we hierop in mindering.

Op basis van bovenstaande namen we bij de jaarrekening 2022 in totaal ca. € 5,07 mln. aan tussentijdse winst. Dit bedrag komt bovenop de in 2017 tot en met 2021 genomen winst. Het totaal van de genomen winsten over de lopende grondexploitaties komt hiermee uit op € 21,35 mln. De winstneming betreft de volgende grondexploitaties:

Bedragen x € 1 miljoen
Positieve grondexploitaties Reeds genomen winst t/m 2021 Te nemen winst 2022 Totaal tussentijdse winstneming
Oudeland 14,73 5,22 19,95
RvR Groenzoom Noordeinde 0,06 -0,06 0,00
Meerpolder 0,21 1,18 1,40
Wilderszijde 1,27 -1,27 0,00
Totaal 16,28 5,07 21,35

Verwerking van het tekort en totaal voordeel

Voor het tekort, ofwel het totaal aan verliesgevende grondexploitaties, moet een verliesvoorziening aanwezig zijn. Op basis van het MPG 2023 is een verliesvoorziening benodigd van € 37,96 mln. Per 31-12-2021 was een verliesvoorziening benodigd van € 35,44 mln. Dat betekent dat bij de Jaarrekening 2022 per saldo een bedrag van € 2,52 mln. wordt toegevoegd aan de verliesvoorziening.

Zoals opgenomen in de nota Reserves en Voorzieningen 2020 is de dotatie aan de verliesvoorziening per 31-12-2022 bij de Jaarrekening 2022 vóór resultaatsbestemming onttrokken aan de algemene reserve. Dit geldt ook voor de tussentijdse winstneming. Hierop vormt de grondexploitatie Sporthoeklaan een uitzondering. De dotatie aan de verliesvoorziening wordt namelijk niet onttrokken aan de algemene reserve, maar aan de reserve Enecogelden.

Bedragen x € 1 miljoen
Negatieve grondexploitaties Reeds opgenomen verliesvoorziening t/m 2021 Te nemen verlies 2022 Totaal verliesvoorziening
Berkel Centrum West -14,88 0,02 -14,86
Westpolder - Bolwerk -12,75 -0,32 -13,07
Leeuwenhoekweg -7,17 0,01 -7,16
Landscheidingspark Horeca -0,64 -0,05 -0,69
Sporthoeklaan* - -2,18 -2,18
Totaal -35,44 -2,52 -37,96
* De grondexploitatie voor Sporthoeklaan is geopend in 2022

Verschillenverklaring

Ten opzichte van de het MPG 2022 is het resultaat van het MPG 2023 (zowel positieve als negatieve grondexploitaties) verslechterd met € 15,66 mln. op netto contante waarde. De negatieve grondexploitaties zijn verslechterd met € 2,52 mln. en de positieve grondexploitaties kennen een verslechtering van € 13,14 mln.
Het verschil in resultaat ten opzichte van het MPG 2023 wordt onder meer veroorzaakt door de volgende wijzigingen:

Algemeen
•    Rente boekwaarde: Conform BBV rekenden we de werkelijke rente over 2022 toe aan de grondexploitaties. Deze is lager dan begroot (voordelig effect);
•    Parameters kosten- en opbrengstenstijging: de parameters voor kostenstijging zijn over de gehele looptijd hoger dan vorig jaar ingeschat. De parameters voor opbrengstenstijging zijn over de gehele looptijd lager dan vorig jaar ingeschat. Per saldo heeft dit een negatief effect. 

Projecten
•   Meerpolder: verbetering van het resultaat als gevolg van toevoegen opbrengsten uit het sluiten van een posterieure overeenkomst.
•   Oudeland: verbetering van het resultaat als gevolg van het naar beneden bijstellen van civieltechnische ramingen. Met name de raming voor kabels en leidingen valt lager uit.
•   Ruimte voor Ruimte Groenzoom Noordeinde: verslechtering van het resultaat door het naar boven bijstellen van civieltechnische ramingen. Met name de raming voor kunstwerken (bruggen) valt hoger uit.
•   Sporthoeklaan: Deze grondexploitatie is in 2022 geopend. De verbetering van het resultaat ten opzicht van de vaststelling op de grondexploitatie komt voort uit een administratieve wijziging.  Niet alle kostenposten mogen worden verantwoord op de grondexploitatie (Wro). Dit betekent niet dat de gemeente deze kosten niet maakt, maar dat deze anderszins geadministreerd moesten worden.
•   Wilderszijde: verslechtering van het resultaat door het naar boven bijstellen van civieltechnische ramingen. Met name de raming voor kunstwerken  (bruggen en duikers) valt hoger uit.

BBV en 10 jaarstermijn

Lansingerland heeft op dit moment één grondexploitatie met een looptijd van 10 jaar. De grondexploitatie Wilderszijde loopt tot en met 31-12-2032 en loopt daarmee tegen de richttermijn van 10 jaar, zoals door het BBV gesteld. Om de risico’s van de (lange termijn) ontwikkeling van Wilderszijde te beheersen hebben wij in het MPG beheersmaatregelen opgenomen en vastgesteld.

Risico’s binnen de grondexploitaties

Ondanks dat we de ramingen binnen de grondexploitaties met de grootst mogelijke zorgvuldigheid opstellen, blijven er risico’s bestaan. De berekeningen zijn gebaseerd op aannames en uitgangspunten, die in de praktijk anders (zowel positief als negatief) kunnen uitvallen. De belangrijkste risico’s die samenhangen met de grondexploitaties hebben betrekking op de planning, de prijs en het programma. Voor de lopende projecten zijn de nog te realiseren opbrengsten na 2022 op een totaal van ca. € 250 mln. geraamd. Het al dan niet realiseren van deze opbrengsten is voor de grondexploitaties de grootste uitdaging. Het college stuurt dan ook actief op de realisatie van deze opbrengsten.

De positieve lijn van de afgelopen jaren zette zich in 2022 voort. Voor zowel de woningbouwprojecten als de bedrijventerreinen sloten we in 2022 diverse overeenkomsten af, ondanks de blijvende bijzondere marktomstandigheden vanwege corona en de gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Indien de positieve markt zich voortzet, kan de in de grondexploitaties opgenomen financiële ruimte (risicoreservering) de komende jaren mogelijk verder vrijvallen. Dit heeft een positief effect op het resultaat van de grondexploitaties.

Hier tegenover staan ook negatieve scenario’s. Voor een deel is de markt te beïnvloeden, maar voor een ander deel ook niet. Mochten door omstandigheden de geraamde opbrengsten voor de komende jaren maar voor een deel worden gerealiseerd, dan lopen de rentelasten snel op (incidenteel én structureel). En als de nu nog steeds lage rente gaat stijgen dan heeft dit effect op de saldi van de jaarschijven (en de resultaten van de grondexploitaties). In combinatie met een tegenvallende grondverkoop kunnen dit dan forse tegenvallers zijn. 

Gekoppeld aan de actualisatie van de grondexploitaties actualiseren we ook altijd de risico’s. Hierbij schatten we, naast het risicobedrag, ook in wat de kans is dat het risico zich zal voordoen. Dit leidt tot een gewogen risicoprofiel per project. Om het verloop van de risico’s te kunnen monitoren in de tijd is (indicatief) een indeling gemaakt naar 3 profielen: hoog (gewogen risico groter dan € 2,5 mln.), midden (gewogen risico € 1 mln. tot € 2,5 mln.) en laag (gewogen risico tot € 1 mln.). Bij een voorspoedige ontwikkeling nemen de risico’s af naar mate de ontwikkeling vordert. In het begin van een project is er doorgaans sprake van aannames met een hoge mate van onzekerheid. Naar mate de ontwikkeling concreter wordt, kunnen we de kosten en opbrengsten nauwkeuriger inschatten. Hieronder volgt een overzicht van de projecten met de daarbij behorende risicoprofielen van zowel het MPG 2023 als het MPG 2022.

De geactualiseerde risicoanalyses sluiten aan op de geactualiseerde grondexploitaties van het MPG 2023 en zijn waar nodig bijgesteld en/of aangevuld. Op totaalniveau is het risicoprofiel van de grondexploitaties verhoogd. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het MPG 2022 zijn hierbij:
•  Westpolder - Bolwerk: de laatste Realisatieovereenkomsten zijn gesloten en hiermee is ook duidelijkheid over verplichtingen van partijen over en weer en neemt hierdoor het risicoprofiel af.
•  Wilderszijde: door de omvang en looptijd heeft Wilderszijde op basis de gehanteerde indeling in risicoprofielen een hoog risicoprofiel. Dit risicoprofiel is ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar.

Op totaalniveau is het risicoprofiel van de grondexploitaties gekoppeld aan de benodigde weerstandscapaciteit. De verhoging van het risicoprofiel betekent dus ook een verhoging van de benodigde weerstandscapaciteit. Voor meer informatie wordt verwezen naar de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Risicoprofielen 2022 2023
Meerpolder Laag laag
Berkel Centrum West Laag Laag
Westpolder-Bolwerk Hoog Midden
Oudeland Laag Laag
Leeuwenhoekweg Laag Laag
Wilderszijde* Hoog Hoog
RvR Groenzoom Noordeinde Midden Midden
Landscheidingspark Horeca Laag Laag
Sporthoeklaan laag Laag

Vennootschapsbelasting

De Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen bepaalt dat ook gemeenten vennootschapsbelasting moeten betalen over ondernemersactiviteiten. Hier vallen in beginsel ook de (actieve) grondexploitaties onder. Via de Quickscan Winstoogmerk grondbedrijven toetsen we of er sprake is van een onderneming. Op basis van onze berekeningen gaan we er op dit moment vanuit dat dit voor Lansingerland nu niet het geval is.

Begin 2022 stelden wij op advies van onze huidige fiscaal adviseur op basis van het MPG 2021 een Quickscan op. Ook deze laat een negatief resultaat zien, zowel jaarlijks als op totaalniveau. Voor de jaren 2016-2021 hebben wij een “nihil”-aangifte ingediend bij de Belastingdienst en namen daarmee formeel een standpunt in richting de Belastingdienst. Op basis van het MPG 2023 hebben we een verlieslatende grondexploitatieportefeuille.

Wij achten ons standpunt dat wij voor het totaal aan grondexploitaties niet door “de poort” gaan en we ook fiscaal gezien dus geen winst maken nog steeds reëel en onderbouwd. Hierdoor is onze inschatting omtrent de VPB ongewijzigd ten opzichte van het MPG 2022.

Openbaarheidsparagraaf Wet open overheid (Woo)

Wet open overheid

Terug naar navigatie - Wet open overheid

Voor het eerst treft u de openbaarheidsparagraaf aan, voorgeschreven door de Wet open overheid (Woo) die op 1 mei 2022 in werking is getreden en de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) vervangt. In artikel 3.5 (Openbaarheidsparagraaf) van de Woo wordt voorgeschreven dat bestuursorganen in de jaarlijkse begroting aandacht besteden aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van deze wet en in de jaarlijkse verantwoording verslag doen van de uitvoering ervan, mede in relatie tot de beleidsvoornemens. 

De Woo regelt het recht van burgers op informatie van de overheid. De wet beoogt overheden transparanter te maken door overheidsinformatie beter vindbaar en digitaal toegankelijker te maken, en daarmee vertrouwen van onze inwoners meer terug te krijgen. 

Met ingang van 1 mei 2022 is een Woo-contactpersoon aangewezen en beschikbaar gemaakt om vragen van inwoners te beantwoorden. Deze functionaris is onderdeel van het team Juridische Zaken en Inkoop. Een Woo-verzoek kan inmiddels elektronisch, per mail bij de gemeente worden ingediend via woo@lansingerland.nl.

Voor de verplichtingen uit de Woo om documenten behorende tot de 11 informatiecategorieën binnen 14 dagen actief openbaar te maken via Platform Open Overheidsinformatie (PLOOI), zijn nog niet in werking getreden en is een overgangstermijn gegeven. Op 23 december 2022 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties de voorzitter van de tweede kamer geïnformeerd over het stopzetten van het programma PLOOI in de huidige vorm. Ze volgt hiermee het advies van het adviescollege ICT-toetsing (AcICT) van 28 november 2022 op. Dit betekent concreet dat de plicht tot actief openbaar maken nog niet in werking treedt. Zodra er een oplossing is, zal deze verplichting gefaseerd in werking treden.

In 2022 is binnen Lansingerland een start gemaakt met de implementatie van de Wet open overheid. De projectopdracht, met allocatie van de middelen is in november 2022 goedgekeurd. Op dit moment worden alle Woo-verzoeken zo snel als mogelijk in de organisatie uitgezet en afgerond. In 2023 zal een start gemaakt worden met de inventarisatie van de informatiehuishouding en voor alle 11 informatiecategorieën van gevallen zal een Plan van Aanpak worden opgesteld.