Uit de voorgaande tabel blijkt dat onze grootste risico’s betrekking hebben op de grondexploitaties, waarvan Oudeland, Westpolder en Wilderszijde de grootste invloed hebben. De genoemde bedragen zijn de mogelijke verdere verliezen op de grondexploitaties als de ontwikkelingen niet lopen zoals we nu inschatten op basis van de huidige marktomstandigheden. Naast bovenstaande incidentele effecten zijn er, als het risico zich voordoet, ook structurele effecten omdat schulden niet of minder snel kunnen worden afgelost. Op basis van de huidige rekenrente grondexploitaties van 1,1% betekent elke
€ 10 miljoen verdere verlies name op de grondexploitatie een toename van de structurele rentelast op de begroting van € 0,11 miljoen.
Ten opzichte van het laatste P&C-document (begroting 2023) is een aantal risico’s uit de top 10 gemuteerd, waardoor risico’s die eerder buiten de top 10 vielen alsnog in de top 10 landen. Dit betreft veelal risico’s met en kleine kans maar grotere impact qua bedrag (bijvoorbeeld kans dat er een partij een beroep doet op borgstelling door de gemeente Lansingerland).
Het grootste risicobedrag is gerelateerd aan de gebiedsontwikkeling Wilderszijde (risico nummer 1). Gezien de omvang van de ontwikkeling, de looptijd en de huidige economische omstandigheden is het risicobedrag fors toegenomen. Eind 2021 stelde de gemeenteraad het bestemmingsplan vast en is het hele gebied een ‘actieve’ grondexploitatie geworden. Dit betekent dat we ook een specifieke risicoanalyse maken voor het gebied. De gebied specifieke risico’s tellen op tot een benodigd risicobedrag van circa € 12 miljoen. Naast deze risico’s is het financiële resultaat van Wilderszijde ook afhankelijk van algemene ontwikkelingen, zoals de eventuele (snellere) stijging van kosten en ontwikkelingen van vrij op naam (VON)-prijzen. In dat kader zijn heel veel scenario’s mogelijk, zowel in positieve als negatieve zin. Voor het weerstandsvermogen is een zwaarder weer scenario doorgerekend waarbij de kosten 2% per jaar sneller stijgen dan nu doorgerekend in de gebiedsexploitatie en de grondprijzen/woningprijzen 2% per jaar minder stijgen. Dit scenario levert een circa € 28 miljoen nadeliger resultaat op dan het resultaat op basis van de huidige uitgangspunten. In de herziening MPG 2022 werd voor Wilderszijde nog een positief resultaat verwacht van circa € 20 miljoen. Door de economische omstandigheden in 2022 en 2023 zijn de verwachtingen fors naar beneden bijgesteld. De inflatie is dusdanig hoog dat de kosten voor civiele werken, VTA etc. zijn bijgesteld. Ook houden we rekening met een prijscorrectie op de opbrengsten. In de grondexploitatie zelf is er dus, in tegenstelling tot vorig jaar, geen buffer om risico’s op te vangen. Daarom hogen we het bedrag op dat benodigd is aan weerstandsvermogen (van € 20 miljoen naar € 40 miljoen). Gezien het beginstadium van het project is het ook wenselijk een robuuste ‘buffer’ aan te houden. De abnormale marktomstandigheden van 2022 en 2023 maken dit ook zichtbaar. Als alternatieve (of toetsende) methode is via de methode van de Rekenkamer (zie ook de nota Weerstandsvermogen voor een nadere toelichting hierop) een berekening gemaakt. Uitgaande van 10% van de nog te realiseren opbrengsten en 10% van de boekwaarde per 1/1/2023 is dan een weerstandsvermogen nodig van € 19 miljoen. Gezien de huidige marktomstandigheden en het feit dat we als gemeente een verfijndere methode hanteren stellen we voor in het benodigd weerstandsvermogen rekening te houden met ons ‘eigen’ berekende bedrag, dat veel hoger ligt dan de methode Rekenkamer.
Van het Rijk ontvangt de gemeente jaarlijks geld voor de uitvoering van het inkomensdeel van de Participatiewet, de zogenoemde BUIG-uitkering. Indien de werkelijke lasten voor de uitkeringen hoger liggen dan geldt eerst een eigen risico, daarboven kan de gemeente een aanvraag indien voor een aanvullende uitkering. Met het oog op de mogelijke economische nasleep van Corona gaan we in de meerjarenraming uit van een stijging van de uitkeringslasten, maar ook een stijging van de BUIG-uitkering. Mocht deze laatste ontoereikend zijn dan komt een eventueel nadeel tot de drempel voor een aanvullende uitkering ten laste van de gemeente. Het risico baseren we op elk jaar van de meerjarenraming een tekort van maximaal € 1 miljoen. De kans achten we beperkt omdat we enerzijds zelf deels kunnen sturen op het aantal bijstandsgerechtigden, via re-integratie, en anderzijds het Rijk de BUIG laat meebewegen met de macro-economische situatie.
Risico’s verbonden partijen
De gemeente Lansingerland neemt deel in diverse gemeenschappelijke regelingen en verbonden partijen. In de paragraaf verbonden partijen van deze begroting is een overzicht hiervan opgenomen en is per partij ook inzicht gegeven in de risico’s bij de verbonden partij.
Uit de grondexploitaties en risico inventarisaties die ten grondslag liggen aan de jaarrekeningen 2022 van de gemeenschappelijke regeling Hoefweg en Bleizo blijkt dat de risico’s die deze partijen lopen nog opgevangen kunnen worden binnen de eigen grondexploitaties (de grondexploitatie bevat zelf nog voldoende weerstandscapaciteit). De gemeente zelf hoeft op basis van de huidige inzichten geen weerstandscapaciteit voor Hoefweg en Bleizo aan te houden.
Voor Bleizo-Oost, het deel ten oosten van de HSL, is inmiddels het bestemminsplan definitief vastgesteld. De economische groei en vraag naar logistieke kavels in de Corridor A12 maakt dat er ruimte is voor logistieke bedrijventerreinen. Partijen in de Corridor A12 hebben hierover met elkaar afspraken gemaakt, waardoor het bestemmingsplan voor Bleizo-Oost vastgesteld kon worden. Voor Bleizo-West doen we onderzoek naar een alternatief ontwikkelprogramma. Hiervoor is een eerste stedenbouwkundige verkenning uitgevoerd. De vaststelling van het bestemmingsplan voor Bleizo-West is opgeschort totdat er meer duidelijkheid is over de uitkomsten van het onderzoek.
Door een ontwikkelaar is de GR Bleizo aansprakelijk gesteld, in relatie tot de opzegging van een Intentieovereenkomst door GR Bleizo. Voorafgaande aan de opzegging zijn de mogelijke gevolgen en risico’s van de voorgenomen opzegging juridisch goed bekeken en vermeld in het besluit van het Dagelijks Bestuur. Met een eventuele juridische vervolgstappen van Adventure World Holding werd rekening gehouden. Het risico op een verplichting tot betaling van een schadeclaim omdat GR Bleizo niet onrechtmatig handelt of haar contractuele afspraken niet nakomt werd destijds niet aanwezig geacht. In 2023 heeft Adventure World Holding BV conservatoir beslag laten leggen op gronden van GR Bleizo en GR Bleizo aansprakelijk gesteld voor schade. In de grondexploitatie per 1-1-2023 is een budget opgenomen voor juridische kosten i.r.t. het conservatoir beslag en de te schadeclaim van Adventure World Holding BV. De extra uitgaven voor de externe juridische kosten zijn voorzien en geen risico meer. Sinds 2021 was er geen sprake van feiten of omstandigheden die een ander oordeel over de risico’s met zich mee brengt. GR Bleizo neemt de schadeclaim uiterst serieus, gaat hiermee zorgvuldig om, laat zich consequent juridisch bijstaan door een advocatenkantoor en stemt haar opereren bovendien af met de juridisch deskundigen van beide deelnemende gemeenten. Vooralsnog is er geen reden om aan t nemen dat GR Bleizo verplicht zou zijn of worden tot het betalen van een schadeclaim. Hiervoor zijn derhalve geen uitgaven voorzien in de grondexploitatie van de GR Bleizo per 1-1-2023 en is dit risico evenmin opgenomen in de risicoanalyse behorende bij deze grondexploitatie en jaarrekening 2022. De accountant van GR Bleizo verstrekt over de jaarrekening 2022 een goedkeurende verklaring m.b.t. getrouwheid. Om de eventuele risico’s zo veel mogelijk te blijven beheersen wordt voortdurend ingespeeld op actuele ontwikkelingen in dit proces.
Effect van wereld en rijks ontwikkelingen op financiële risico’s gemeente
Het COVID-19 (Corona) virus had direct en indirect invloed op onze financiën. Op dit moment lijkt COVID-19 onder controle, maar nieuwe uitbraken zijn niet uit te sluiten. Diverse vangnetregelingen voor ondernemers zijn gestopt. Hoe groot de financiële impact in 2022 was en de daarop volgende jaren zal zijn is nu onmogelijk volledig te bepalen. We monitoren onze risico’s en die van onze partners voortdurend. Om financieel de risico’s te kunnen opvangen besloot de gemeenteraad in mei 2020 om een bestemmingsreserve van € 5 miljoen voor het begrotingsjaar 2020 in te stellen. Deze reserve wenden en wendden we aan om de incidentele extra lasten en incidentele gederfde inkomsten te dekken. Deze aanwending hangt samen met een aantal risico’s die hieronder zijn beschreven en zich afgelopen jaren ook hebben gemanifesteerd. Bij de bestemming van het resultaat 2022 stellen we voor deze reserve op te heffen.
Ook de oorlog in Oekraïne heeft voor ons gevolgen en brengt risico’s met zich mee. Door zowel de Corona-crisis als de oorlog in Oekraïne kunnen investeerders voorzichtiger worden c.q. investeren bedrijven minder. Dit kan gevolgen hebben voor de nog uit te geven bedrijventerreinen (minder opbrengst, latere opbrengst, etc.). Ook de energiecrisis en hoge inflatie zijn daarvan een gevolg. gedeeltelijk compenseert het Rijk hiervoor. In zijn algemeenheid geldt dat de risico’s op dit moment wel kwalitatief zijn te duiden, maar nog zeer moeilijk kwantitatief. Deze eerste risico beschouwing is daarom ook vooral kwalitatief van aard en geeft de grootste financiële risico’s weer die het college op dit moment ziet. De lijst is, in willekeurige volgorde, als volgt:
Sociaal domein
• Toename van het aantal bijstandsgerechtigden; als gevolg van stijging energiekosten, hoge inflatie, rentestijgingen en daarbij gepaard gaande onzekerheid krijgt de economie en daarmee de werkgelegenheid forse klappen. In eerste instantie vallen ‘ontslagen’ medewerkers terug op de WW. Afhankelijk van de duur van de WW valt een deel van deze personen uiteindelijk ook terug op de bijstand. Ons huidige bestand is ongeveer 600 bijstandsgerechtigden. Een stijging van dit aantal is een reëel risico, al is de werkeloosheid momenteel laag. We houden in de begrotingscijfers 2023-2026 rekening met een stijging op basis van inwonergroei. Risico is dat zich een nog negatiever scenario voordoet en de lasten sneller gaan stijgen. Het Rijk compenseert deze lasten (op termijn) mogelijk, maar uitgaande van de huidige systematiek voor financiering zal dat veelal met enige vertraging gaan (voordat de Rijksbijdrage omhoog gaat). De stijging van bijstandsgerechtigden betekent ook dat de ambtelijke organisatie meer inzet zal moeten plegen op participatie en rechtmatigheid en dus (tijdelijk) meer formatie nodig heeft.
• Toename van het aantal schuldhulpverleningstrajecten; als gevolg van genoemde potentiële crises krijgt de economie en daarmee de werkgelegenheid forse klappen. Ondernemers en (ontslagen) werknemers kunnen in de financiële problemen komen en te maken krijgen met (toenemende) schulden. De gemeente is verantwoordelijk voor de schuldhulpverlening. Dus een toenemend beroep betekent meer werk en meer lasten voor de gemeente. Vanaf de begroting 2022 is reeds rekening gehouden met een stijging van het budget voor formele en informele schulddienstverlening van 5% per jaar tot aan 2025. In 2022 lag de groei overigens lager dan deze 5%.
• Toename beroep op voorzieningen Wmo en Jeugdwet; de Corona crisis legde en legt op heel veel mensen ook een psychische en fysieke wissel. Met name op ouderen (eenzaamheid) en jongeren (leerlingen/scholieren). Een reëel risico is dat meer mensen uit deze doelgroepen in de problemen gaan komen en er extra hulp of ondersteuning nodig is. De gemeente is, als er geen vangnetten zijn in de eigen omgeving, verantwoordelijk voor deze hulp. Dit betekent een potentiële toename van de lasten in het sociaal domein voor de voorzieningen en ook extra formatie die hier voor nodig is.
Woningmarkt
Diverse partijen voorspellen zwaar(der) weer voor de woningmarkt (ook omdat de rente en de inflatie stijgen, waardoor huishoudens minder geld over hebben voor hypotheeklasten). Op de korte termijn zijn de effecten nog beperkt, maar het valt niet uit te sluiten dat de economische teruggang doorsijpelt naar de woningmarkt. Naast het economische risico is door stikstofwetgeving, Corona en de oorlog in Oekraïne ook een risico dat productieketens voor grond- en hulpstoffen voor de bouw stil vallen. Risico voor de gemeente is dat projecten vertraging oplopen of stilvallen en inkomsten later of niet binnen komen. Denk hierbij aan inkomsten uit grondverkopen en bouwleges. Voor Wilderszijde houden we hier ook rekening mee bij het bepalen van het weerstandsvermogen (zie eerder deze paragraaf). Het college merkt wel op dat de impact van een terugval op de huizenmarkt in financiële zin waarschijnlijk minder impact op Lansingerland zal hebben dan in de vorige crisis. De grondposities van de gemeente zijn fors kleiner, de schuldenlast lager en de rente is ook lager dan destijds (en de gemeente beschikt over eigen geld in de vorm van de opbrengst Eneco). Risico is wel dat, als de risico’s zoals nu in beeld zijn zich voordoen, de algemene reserve kan dalen.
Gemeentefonds
De inkomsten van de gemeente komen voor zo’n 50% uit het gemeentefonds. Het gemeentefonds volgt de ‘trap-op-trap-af’ systematiek. Als het Rijk meer uitgeeft gaat er ook meer naar de gemeenten. Het Rijk betaalt nu het crisis maatregelen pakket. Hierdoor zal de Staatsschuld oplopen. Het risico c.q. de verwachting is dat dit op termijn Rijksbezuinigingen nodig maakt. Ook gemeenten zullen dan worden geraakt. Met welke omvang is nog onbekend.