Paragrafen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) stelt dat een aantal verplichte paragrafen moet worden opgenomen in de jaarstukken. Zij geven, als een dwarsdoorsnede door de programma’s, inzicht in een aantal bedrijfsvoeringaspecten van de gemeente. De paragrafen zijn:

  • Lokale heffingen
  • Weerstandsvermogen en risicobeheersing
  • Onderhoud kapitaalgoederen
  • Financiering
  • Bedrijfsvoering
  • Verbonden partijen
  • Grondbeleid

 

Paragraaf Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf geeft inzicht in de belastingen, heffingen en leges die de gemeente Lansingerland heft. De paragraaf toont de tariefontwikkeling, de opbrengsten en de lokale lastendruk. De lokale heffingen zijn een belangrijke bron van inkomsten voor de gemeente.

We onderscheiden twee soorten heffingen: heffingen waarvan de besteding gebonden is (zoals de rioolheffing en de afvalstoffenheffing) en de gemeentelijke heffingen die als algemene dekkingsmiddel mogen worden ingezet, waarvan de besteding niet van te voren is bestemd (zoals de onroerende zaakbelasting en de hondenbelasting).

De gemeente Lansingerland kent de volgende belastingen en rechten:
1. Onroerende zaakbelasting (OZB);
2. Afvalstoffenheffing;
3. Rioolheffing;
4. Lijkbezorgingsrechten;
5. Leges burgerzaken;
6. Leges bouw;
7. Hondenbelasting;
8. Marktgelden;
9. Precariobelasting.

Overzicht opbrengst lokale heffingen

Terug naar navigatie - Overzicht opbrengst lokale heffingen

In onderstaand overzicht staan de opbrengsten aan lokale heffingen van de belangrijkste heffingen in zowel 2020 en 2021 en de afwijking in 2021 ten opzichte van de begroting.

Enkele omgevingsvergunningen zijn in 2021 pas ingediend in plaats van 2020. Dit betroffen grote projecten. Dit werkt door in 2021 en verklaart grotendeels het verschil in gerealiseerde baten vanuit bouwleges.  Bij de leges burgerzaken wordt het verschil veroorzaakt door een hoger dan verwacht aantal huwelijken en aanvragen voor reisdocumenten. 

Bedragen x € 1.000
Realisatie 2020 Primitief 2021 Begroot 2021 Realisatie 2021 Afwijking 2021
OZB woningen 8.553 8.756 8.756 8.802 46
OZB niet-woningen 6.322 7.212 6.722 6.701 -20
Afvalstoffenheffing 6.569 6.958 7.025 7.039 14
Rioolheffing 6.557 6.644 6.800 6.782 -18
Lijkbezorgingsrechten 265 212 240 307 66
Leges burgerzaken 451 491 480 590 110
Leges bouw 2.734 2.650 2.310 2.971 661
Hondenbelasting 292 299 299 307 7
Marktgelden 15 71 64 48 -16
Precariobelasting, uitstallingen 37 45 45 40 -5
Precariobelasting, kabels en leidingen 201 200 200 201 1
Totaal 31.996 33.538 32.941 33.786 845

COELO 2021 en woonlasten

Terug naar navigatie - COELO 2021 en woonlasten

Het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) publiceert ieder jaar de zogeheten “Atlas van de lokale lasten”. Onderdeel van deze atlas is een tarievenoverzicht. Het overzicht 2021 is hieronder opgenomen, aangevuld met de gegevens van Lansingerland.

De onderstaande tabel laat zien dat de door gemeente Lansingerland gehanteerde OZB-tarieven van woningen en niet-woningen in 2021 onder het landelijk gemiddelde zitten. Desondanks zijn de gemiddelde woonlasten in Lansingerland 13% hoger dan het landelijk gemiddelde. Belangrijke oorzaak hiervan is een relatief hoge gemiddelde WOZ-waarde in de gemeente Lansingerland (€ 380.000) ten opzichte van het landelijk gemiddelde (€ 290.000).

Bedragen x € 1,-
Laagste 2021 Gemiddelde 2021 Hoogste 2021 Lansingerland 2021 afwijking in %
OZB woningen (eigenaar) 0,0369% 0,1043% 0,2506% 0,0953% -8,63%
OZB niet-woningen (eigenaar) 0,0665% 0,2740% 0,9431% 0,2332% -14,89%
OZB niet-woningen (gebruiker) 0,0000% 0,2045% 0,5226% 0,1895% -7,33%
Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishouden) 38 305 468 306 0,33%
Rioolheffing 95 201 500 254 26,37%
Hondenbelasting (eerste hond) 20 44 134 83 88,14%
Woonlasten 598 811 1.517 920 13,44%
Bron: Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO)

De onderstaande tabel laat de gemeentelijke woonlasten van Lansingerland in 2021 zien, bij een gemiddelde WOZ-waarde van € 380.000:

Meerpersoonshuishouden met eigen woning en een WOZ-waarde van € 380.000 in 2021 Bedragen x € 1,-
Lokale lasten Lansingerland Aanslag 2020 Aanslag 2021 Verschil in € Verschil in %
OZB 348,94 360,54 11,60 3,32%
Afvalstoffenheffing 290,49 305,58 15,09 5,19%
Rioolheffing 249,35 253,59 4,24 1,70%
Aanslag gemeentelijke belastingen (via SVHW) 888,78 919,71 30,93 3,48%
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar ervoor Realisatie 2020 Realisatie 2021
A) OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 348,94 360,54
B) Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 249,35 253,59
C) Afvalstoffenheffing voor een gezin 290,49 305,58
D) Eventuele heffingskorting 0,00 0,00
E) Totale woonlasten gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A+B+C-D) 888,78 919,71
F) Landelijke gemiddelde jaar ervoor 740,00 776,00
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar ervoor (E/F) x 100% 120,11% 118,52%

Woonlasten en de tarieven in de regio

Terug naar navigatie - Woonlasten en de tarieven in de regio

In de Atlas van de lokale lasten wordt inzicht gegeven in de gemeentelijke woonlasten. Daarbij wordt het gemiddelde bedrag berekend dat een meerpersoonshuishouden op basis van de gemiddelde WOZ waarde van een eigen woning in de betreffende gemeente betaalt aan OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. In de ons omringende gemeenten hebben de gemiddelde woonlasten voor meerpersoonshuishoudens zich als volgt ontwikkeld.

De woonlasten 2021 bedragen landelijk gemiddeld € 811. In alle omliggende gemeenten zijn de lokale lasten gestegen ten opzichte van 2020. In Lansingerland is de stijging met 3,5% het hoogst; in Delft is de stijging met 0,78% het laagst. De stijging in Lansingerland is voornamelijk veroorzaakt door een toename van het tarief afvalstoffenheffing, evenals een toename van de gemiddelde OZB-aanslag.

Bedragen x € 1,-
Gemeenten 2020 2021 Mutatie t.o.v. 2020
Lansingerland 889 920 3,5%
Pijnacker-Nootdorp 896 926 3,4%
Delft 861 867 0,8%
Zuidplas 839 845 0,8%
Zoetermeer 766 792 3,4%

De onderstaande tabel laat de OZB-aanslagen en woonlasten 2021 in de regio zien:

OZB-aanslag tov WOZ-waarde Gemiddelde WOZ-waarde WOZ-waarde t.o.v. landelijk gemiddelde OZB-tarief Gemiddelde OZB aanslag OZB-aanslag t.o.v. landelijk gemiddelde Verhouding WOZ-waarde OZB-aanslag
Lansingerland 380.000 131% 0,0953% 360,54 118% 0,90
Delft 262.000 90% 0,1066% 282,04 92% 1,02
Pijnacker-Nootdorp 368.000 127% 0,8950% 324,34 106% 0,84
Zoetermeer 257.000 89% 0,1482% 382,31 125% 1,41
Zuidplas 317.000 109% 0,1060% 333,60 109% 1,00
Nederland 290.000 100% 10,4300% 305,00 100% 1
Woonlasten tov WOZ-waarde Gemiddelde WOZ-waarde WOZ-waarde t.o.v. landelijk gemiddelde Gemiddelde woonlasten MPH MPH t.o.v. landelijk gemiddelde Verhouding WOZ-waarde woonlasten
Lansingerland 380.000 131% 919,71 113% 0,87
Delft 262.000 90% 867,24 107% 1,18
Pijnacker-Nootdorp 368.000 127% 925,90 114% 0,90
Zoetermeer 257.000 89% 791,52 98% 1,10
Zuidplas 317.000 109% 845,45 104% 0,95
Nederland 290.000 100% 811,00 100% 1,00

Onroerende zaakbelasting (OZB)

Terug naar navigatie - Onroerende zaakbelasting (OZB)

Er zijn twee soorten OZB: de eigenarenbelasting en de gebruikersbelasting. Voor woningen bestaat er alleen een eigenarenbelasting. Voor niet-woningen (onder andere bedrijfspanden, maatschappelijke voorzieningen zoals scholen en zwembaden, maar ook bouwgronden) bestaat er zowel een eigenaren- als een gebruikersbelasting. Jaarlijks bepaalt de gemeente de waarde van de onroerende zaak, de zogeheten WOZ-waarde.

Lansingerland kent een tariefdifferentiatie voor woningen en niet-woningen. Een dergelijke tariefs-differentiatie tussen woningen en niet-woningen wordt in vrijwel heel het land toegepast.

Het OZB-tarief wordt berekend naar een percentage van de WOZ-waarde. Het verloop van de OZB-tarieven over de afgelopen jaren ziet er als volgt uit:

Tarieven Onroerende Zaakbelasting Tarief 2019 Tarief 2020 Tarief 2021 Mutatie t.o.v. 2020
Eigenaar (woning) 0,1095% 0,1003% 0,0953% -5,0%
Eigenaar (niet-woning) 0,2348% 0,2325% 0,2332% 0,3%
Gebruiker (niet-woning) 0,1908% 0,1889% 0,1895% 0,3%

Opbrengsten onroerende zaakbelasting

Terug naar navigatie - Opbrengsten onroerende zaakbelasting

De gerealiseerde OZB-opbrengsten 2021 zijn in lijn met de begroting na slotwijziging . 

Bedragen x € 1.000
Opbrengst OZB Realisatie 2020 Primitief 2021 Begroot 2021 Realisatie 2021 Afwijking 2021
Woningen (eigenaren) 8.553 8.756 8.756 8.802 46
Niet-woningen (eigenaren) 3.720 4.156 4.156 4.069 -87
Niet-woningen (gebruikers) 2.602 3.056 2.566 2.633 67
Subtotaal niet-woningen 6.322 7.212 6.722 6.701 -21
Totaal 14.875 15.968 15.478 15.504 26

Waardering Onroerende zaken (WOZ)

Terug naar navigatie - Waardering Onroerende zaken (WOZ)

Uitvoering
SVHW te Klaaswaal voert per 1 januari 2013 de Wet WOZ en de heffing en inning van gemeentelijke belastingen uit voor onze gemeente.

Waarderingskamer
De Waarderingskamer (WAKA) heeft de uitvoering van de WOZ voor 2020 binnen het voorzieningengebied van SVHW beoordeeld als ‘goed’. Dit algemeen oordeel wordt afgegeven aan een organisatie die WOZ-taxaties van goede kwaliteit levert en daarnaast op alle onderdelen van het WOZ-werkproces voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. Het SVHW heeft ook voldoende maatregelen getroffen voor adequate aansturing en kwaliteitsbeheersing van de werkzaamheden. Zie hiervoor ook de website van de Waarderingskamer: www.waarderingskamer.nl/nc/alle-beoordelingen/gemeentepagina/lansingerland/.

Bezwaarschriften
Het aantal ingediende bezwaarschriften is met 11% gestegen ten opzichte van 2020, nadat er zich in 2020 al een forse stijging van 55% ten opzichte van 2019 voor deed. Ook blijft het aantal ingediende bezwaren door no-cure-no-pay (ncnp) bureaus bij woningen stijgen. Dit is in lijn met de landelijke trend waarbij meer bezwaar wordt aangetekend. Uit een onderzoek van december 2020 door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) blijkt dat het aantal bezwaren (landelijk) in de periode 2015-2019 is gestegen van zo’n 160.000 naar 204.000. Het aandeel ncnp-bureaus steeg van 17% naar 43%. Voor niet-woningen is er een landelijke daling te zien van het totaal aantal bezwaren (van 60.000 in 2015 naar 53.000 in 2018). Echter steeg het aandeel bezwaren door ncnp-bureaus van 20% naar 55%. Het SVHW voert actief campagne om het aandeel bezwaarschriften dat via ncnp-bureaus binnenkomt te verkleinen. SVHW heeft hiervoor samen met andere belastingkantoren een werkgroep gevormd om gezamenlijk op te trekken in de richting van de ncnp-bureaus. Daarnaast heeft de SVHW een taskforce opgericht om het aantal WOZ-bezwaren van ncnp-bureaus te verminderen. Communicatie speelt hierbij een belangrijke rol, onder andere door ervoor te zorgen dat bezwaar maken via de website van de SVHW heel eenvoudig is. 

 

Aantallen bezwaarschriften WOZ 2019 2020 2021 Mutatie t.o.v. 2020
Ingediend 547 839 937 11,7%
Nog in behandeling ( januari 2022) - 77 98 27,3%
Waarvan afgehandeld:
Toegekend 224 276 400 44,9%
Afgewezen en anderszin afgedaan 318 486 439 -9,7%

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

De gemeente Lansingerland kent voor de afvalstoffenheffing een gedifferentieerd tarief voor één- persoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens. Het verloop van de tarieven afvalstoffenheffing over de afgelopen jaren ziet er als volgt uit:

Bedragen x € 1,-
Tarieven afvalstoffenheffing Tarief 2019 Tarief 2020 Tarief 2021 Toename t.o.v. 2020
Eenpersoonshuishoudens 149,59 232,39 244,47 5,2%
Meerpersoonshuishoudens 187,02 290,49 305,58 5,2%

Baten en lasten afvalstoffenheffing en dekkingspercentage

Terug naar navigatie - Baten en lasten afvalstoffenheffing en dekkingspercentage

In 2021 zijn de opbrengsten van de diverse afvalstromen fors toegenomen. We realiseerden € 320.000 meer dan begroot. Ook de kosten waren lager dan begroot waardoor de kostendekkendheid in 2021 105% was. Dit overschot storten we in de egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing.

Bedragen x € 1.000
Afvalinzameling Realisatie 2020 Begroot 2021 Realisatie 2021 Afwijking 2021
Lasten (toegerekende kosten, inclusief BTW) 6.784 6.958 6.675 -283
Baten afvalstoffenheffing 6.569 7.025 7.039 14
Saldo -215 67 364 297
Dekkingspercentage 97% 101% 105%

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

Het tarief is een vast bedrag voor maximaal 500 m3 afgevoerd afvalwater voor huishoudens. Voor de zogenaamde grootverbruikers geldt dat boven de 500 m3 voor iedere volgende 500 m3 afgevoerd afvalwater of een gedeelte daarvan een opslag wordt geheven. In de Rioolverordening 2020 is besloten de huidige methodiek te handhaven en geen differentiatie in tariefeenheden aan te brengen.

Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP)
De gemeente kiest voor doelmatig en risico gestuurd werken. Er wordt zoveel mogelijk integraal en wijkgericht gewerkt. Om uiteindelijk alle activiteiten te kunnen uitvoeren, is in 2021 in totaal 8,9 fte berekend in de organisatie. Om de kosten als gevolg van de activiteiten te kunnen dekken, is het tarief in 2021 met 1,7% gestegen. Het tarief van de rioolheffing  stijgt vanaf 2016 in 25 jaar geleidelijk met 1,7% per jaar tot een kostendekkend niveau van € 345,45 in 2041. Dit is conform Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP).

Bedragen x € 1,-
Tarieven rioolheffing Tarief 2019 Tarief 2020 Tarief 2021 Mutatie t.o.v. 2020
Woningen 245,18 249,35 253,59 1,7%

Baten en lasten rioolheffing en dekkingspercentage

Terug naar navigatie - Baten en lasten rioolheffing en dekkingspercentage

Doordat er minder kosten aan het onderhoud en inspectie zijn geweest, is de dotatie in de voorziening € 309.000 hoger dan begroot. Lagere lasten zijn het gevolg van een tekort aan materialen op de markt.

Het gerealiseerd saldo van € 1.505.000 is door middel van een storting verrekend met de voorziening riolering.

Bedragen x € 1.000
Rioolheffing Realisatie 2020 Begroot 2021 Realisatie 2021 Afwijking 2021
Lasten (toegerekende kosten, inclusief BTW) 6.161 5.666 5.355 -311
Baten (rioolheffing en overige heffingen) 6.570 6.862 6.860 -2
Saldo 409 1.196 1.505 309
Dekkingspercentage 107% 121% 128%

Lijkbezorgingsrechten

Terug naar navigatie - Lijkbezorgingsrechten

De gemeente Lansingerland heeft het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen vastgelegd in een beheerverordening. De vigerende beheerverordening van de gemeente Lansingerland dateert uit 2009.
De lijkbezorgingsrechten zijn per 1 januari 2021 niet aangepast. In onderstaande tabel staan de begrote en gerealiseerde bedragen in 2020 en 2021.

Bedragen x € 1.000
Lijkbezorgingsrechten Realisatie 2020 Begroot 2021 Realisatie 2021 Afwijking 2021
Begraafplaatsrechten 265 240 307 66

Leges Bouwvergunningen

Terug naar navigatie - Leges Bouwvergunningen

Enkele omgevingsvergunningen zijn in 2021 pas ingediend in plaats van 2020. Dit betroffen grote projecten. Dit werkt door in 2021 en verklaart grotendeels het verschil in gerealiseerde baten vanuit bouwleges.  

Bedragen x € 1.000
Bouwleges Realisatie 2020 Begroot 2021 Realisatie 2021 Afwijking 2021
Leges bouw 2.734 2.310 2.971 661

Hondenbelasting

Terug naar navigatie - Hondenbelasting

Voor de hondenbelasting bestaat een tarief voor de eerste hond, een tarief voor de tweede en volgende hond en voor een geregistreerde kennel. Het verloop van de tarieven hondenbelasting over de afgelopen jaren is ongewijzigd en ziet er als volgt uit:

Bedragen x € 1,-
Hondenbelasting Tarief 2019 Tarief 2020 Tarief 2021 Mutatie t.o.v. 2020
Eerste hond 81,48 81,48 82,78 1,6%
Elke volgende hond 114,12 114,12 115,95 1,6%
Geregistreerde kennel 244,68 244,68 248,59 1,6%

Marktgelden en precariobelasting (uitstallingen)

Terug naar navigatie - Marktgelden en precariobelasting (uitstallingen)

De marktrechten zijn per 1 januari 2021 niet aangepast. In onderstaande tabel staan de begrote en gerealiseerde bedragen in 2020 en 2021.

Bedragen x € 1.000
Markgelden en precariobelasting Realisatie 2020 Begroot 2021 Realisatie 2021 Afwijking 2021
Marktgelden 15 64 48 -16
Precariobelasting 37 45 40 -5

Precario op kabels en leidingen

Terug naar navigatie - Precario op kabels en leidingen

Sinds 1 juli 2017 is de precariobelasting voor nutsnetwerken afgeschaft. De gemeente Lansingerland kan gebruikmaken van een overgangsregeling, waardoor de gemeente tot en met 2021 precario kan blijven heffen op ondergrondse energieleidingen. Dit levert Lansingerland € 200.000 inkomsten per jaar op. Deze belasting heffen wij op Dunea.

Bedragen x € 1.000
Precario op kabels en leidingen Realisatie 2020 Begroot 2021 Realisatie 2021 Afwijking 2021
Precario kabels en leidingen 201 200 201 1

Leges burgerzaken

Terug naar navigatie - Leges burgerzaken

De opbrengsten van de gemeentelijke leges burgerzaken in 2020 en 2021 staan in onderstaand overzicht nader gespecificeerd.


De gerealiseerde baten uit de leges burgerzaken zijn in 2021 boven begroting en fors toegenomen ten opzichte van 2020. Corona heeft enig negatief effect op de inkomsten uit de leges burgerzaken in 2020. In 2021 heeft zich een zichtbare inhaalslag voorgedaan op aanvragen burgerlijke stand en reisdocumenten.

Bedragen x € 1.000
leges Realisatie 2020 Begroot 2021 Realisatie 2021 Afwijking 2021
Leges burgerlijke stand 91 86 125 39
Leges basisadministratie persoonsgegevens 19 24 22 -2
Leges reisdocumenten 104 120 173 53
Leges rijbewijzen 200 215 211 -4
Leges naturalisatie (vanaf 2014 inclusief overige leges) 25 35 48 12
Leges gehandicaptenparkeerkaart 12 0 11 11
Totaal 451 480 590 110

Kwijtscheldingen

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingen

De ontwikkelingen met betrekking tot de aangevraagde kwijtscheldingen geven het volgende beeld:

Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2020 2021 Mutatie t.o.v. 2020
Ingediende aanvragen 888 821 -7,5%
Nog in behandeling 0 0 0,0%
Waarvan afgehandeld:
Toegekend (geheel of gedeeltelijk) 729 722 -1,0%
Afgewezen 159 99 -37,7%

Lasten kwijtscheldingen

Terug naar navigatie - Lasten kwijtscheldingen

Het totaal aantal aanvragen tot kwijtschelding is in 2021 gedaald ten opzichte van 2020. Het aantal toegekende kwijtscheldingen is wel ongeveer gelijk gebleven. 
De uitgaven aan kwijtscheldingen van de gemeentelijke belastingen en rechten geeft het volgende overzicht:

Bedragen x € 1.000
Lasten kwijtschelding Realisatie 2020 Begroot 2021 Realisatie 2021 Afwijking 2021
Afvalstoffenheffing 181 201 193 -8
Rioolheffing 171 201 176 -25
Hondenbelasting 0 0 0 0
Onroerende-zaakbelasting 2 0 1 1
Totaal 354 402 371 -31

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft aan in hoeverre de gemeente Lansingerland in staat is om haar financiële risico’s op te vangen en welke methode gebruikt wordt voor het bepalen van het risicoprofiel. Daarnaast beschrijft de paragraaf op hoofdlijnen op welke wijze ‘risicobeheersing’ onderdeel is van de bedrijfsvoering van de gemeente.

Op basis van het BBV nemen gemeenten een aantal verplichte financiële kengetallen op in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en het jaarverslag. Dit om de leden van provinciale staten en de gemeenteraad gemakkelijker inzicht te geven in de financiële positie van hun provincie of gemeente

Risicobeheersing in de gemeente Lansingerland

Terug naar navigatie - Risicobeheersing in de gemeente Lansingerland

De nota risicomanagement en weerstandsvermogen 2020-2023 beschrijft op welke wijze Lansingerland haar risico’s beheerst en hier verantwoording over af legt. De nota beschrijft o.a. welke informatie we in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing opnemen. Ten opzichte van de vorige nota risicomanagement (2015-2018) geeft deze paragraaf in de begroting meer inzicht dan voorheen in de risico’s die de gemeente loopt op structurele tegenvallers en wat dat zou betekenen voor de toekomstige begrotingssaldi. In de jaarstukken (een document dat meer terugkijkt) ligt het accent vooral op het weerstandsvermogen en de risico’s op incidentele tegenvallers.

Op basis van de huidige inzichten loopt Lansingerland haar grootste incidentele financiële risico’s bij de grondexploitaties. Het risico op de grondexploitaties houdt verband met de hoge boekwaarde van reeds gedane investeringen in grond en de marktomstandigheden. Het risico is dat grond niet, later, of voor een lagere prijs wordt verkocht dan nu voorzien. Om dit risico te ‘beheersen’ moeten we vooral inspelen op de marktontwikkelingen en het onderscheidende vermogen van de gemeente als toekomstige woongemeente of vestigingsplaats voor een bedrijf. Dit is daarom ook een speerpunt van het college. Om de boekwaarde op de huidige grondexploitaties niet (verder) op te laten lopen is de gemeente terughoudend met het doen van nieuwe uitgaven. Uitgaven doen we pas als deze noodzakelijk zijn om 'inkomsten' te genereren. Waar mogelijk benutten we schaalvoordelen om werkzaamheden te clusteren. In 2021 is de boekwaarde van de meeste projecten verder afgenomen. Dit betekent dat de inkomsten uit grondverkopen hoger zijn geweest dan de uitgaven. Voor een verdere toelichting op de risico’s van de grondexploitaties zie Paragraaf Grondbeleid.

De grootste risico’s op structurele tegenvallers zijn er binnen het sociaal domein. In de begroting 2022-2025 zijn deze lasten op basis van de inzichten medio 2021 zo adequaat mogelijk geraamd. Het betreft open-einden regelingen waarbij niet of nauwelijks financiële plafonds zijn in te bouwen. De afgelopen jaren laten zien dat o.a. door besluiten van het Rijk (bijvoorbeeld abonnementstarief Wmo) de lasten in een korte periode zeer snel kunnen groeien en het tempo van de groei ook steeds sneller toeneemt. Voor de Jeugdwet werken we aan een veranderprogramma in lijn met de Landelijke Hervormingsagenda dat moet leiden tot een afvlakking c.q. stabilisering van de stijging van de lasten (los van de groei van het aantal inwoners). De potentiële opbrengsten/besparingen van dit veranderprogramma zijn in de meerjarenraming verwerkt. Risico is dat we deze besparingen uiteindelijk niet (kunnen) realiseren en er structurele tegenvallers ontstaan. De eerstvolgende actualisatie van deze risico’s op structurele tegenvallers in het meerjarenbeeld vindt zoals gebruikelijk plaats bij de begroting (2023).

Inventarisatie risico’s

Terug naar navigatie - Inventarisatie risico’s

Op basis van het risicoprofiel van de gemeente Lansingerland kan worden bepaald hoeveel middelen nodig zijn om alle risico’s te kunnen opvangen. Daarbij maken we onderscheid tussen ‘incidentele risico’s’ en het risico op structurele tegenvallers. Incidentele risico’s dienen te worden afgedekt door het beschikbare weerstandsvermogen en voor het opvangen van structurele risico’s zal voldoende ‘flexibiliteit’ in de begroting aanwezig moeten zijn. Dit laatste maken we jaarlijks inzichtelijk door in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting een aantal scenario’s te schetsen die zich voor kunnen doen en daarbij aan te geven wat de financiële impact is op de saldi van de meerjarenbegroting.

De benodigde weerstandscapaciteit voor incidentele risico’s wordt berekend op basis van een risicosimulatie. Uitgangspunt hierbij is een statistische benadering die ervan uitgaat dat nooit alle risico’s zich tegelijk én in hun maximale omvang zullen voordoen. Indien dat wel het geval is, zou op basis van de in beeld gebrachte risico’s, hiermee een bedrag gemoeid zijn van € 86,9 miljoen (feitelijk het absoluut maximum aan financieel gevolg van de in beeld gebrachte risico’s).

Dit is als volgt te verdelen over de algemene dienst en de grondexploitaties:
Algemene dienst € 27,0 miljoen
Grondexploitaties € 59,9 miljoen

Top 10 risico’s gemeente Lansingerland

De top 10 aan risico’s zijn op basis van hun aandeel in het totaal benodigde weerstandsvermogen:

Bedragen x € 1.000
Nr. Risico Kans Maximaal bedrag
1 Ontwikkeling Wilderszijde o.b.v. bestemmingsplan N.v.t., zie toelichting 20.000
2 Fiscale optimalisatie Westpolder wordt niet gerealiseerd. 30% 12.500
3 Vraag naar bedrijventerrein Oudeland komt onder druk 30% 3.500
4 Juridisch risico REMU 10% 10.000
5 Lagere dekking Rijk inkomensdeel BUIG 30% 4.000
6 Kavels niet verkoopbaar planologisch 50% 1.400
7 Verwachte versnelling eind exploitatie Groenzoom vindt niet plaats 30% 2.000
8 Kavels worden niet meer ontwikkeld 30% 830
9 Verkoop vrije kavels blijft achter bij tempo afdracht aan Provincie 50% 630
10 Ramp en schade aan gemeentehuis dat (deels) niet verzekerd is 10% 3.000

toelichting risico's

Terug naar navigatie - toelichting risico's

Uit het voorgaande tabel blijkt dat onze grootste risico’s betrekking hebben op de grondexploitaties, waarvan Oudeland, Westpolder en Wilderszijde de grootste invloed hebben. De genoemde bedragen zijn de mogelijke verdere verliezen op de grondexploitaties als de ontwikkelingen niet lopen zoals we nu inschatten op basis van de huidige marktomstandigheden. Naast bovenstaande incidentele effecten zijn er, als het risico zich voordoet, ook structurele effecten omdat schulden niet of minder snel kunnen worden afgelost. Op basis van de huidige rekenrente grondexploitaties van 1,1% betekent elke 
€ 10 miljoen verdere verlies name op de grondexploitatie een toename van de structurele rentelast op de begroting van € 0,11 miljoen.

Ten opzichte van het laatste P&C-document (begroting 2022) is een aantal risico’s uit de top 10 gemuteerd. Zo is het risicobedrag voor ‘niet of later verkopen van incourante restkavels’ Oudeland naar beneden bijgesteld en valt daardoor uit de top 10. Het risico is nog wel aanwezig, maar het potentiële effect is veel kleiner, zo is door de lage rente het effect van later verkopen ‘beperkt’. In 2021 is een juridisch geschil met een ontwikkelaar in het ‘voordeel’ van de gemeente afgerond en is dit risico vervallen. Hierdoor komen een aantal risico’s die niet eerder in de top 10 stonden de top 10 binnen, waaronder een zeer algemeen risico van grootschalige schade aan het gemeentehuis dat deels niet verzekerd is (risico nummer 10). Goed om nog te benadrukken dat dit een algemeen risico is dat al meer dan 10 jaar in de risicoanalyse wordt meegenomen; er is dus geen relatie met de stormschade aan het dak van het gemeentehuis.  

Het grootste risicobedrag is gerelateerd aan de gebiedsontwikkeling Wilderszijde (risico nummer 1). Eind 2021 stelde de gemeenteraad het bestemmingsplan vast en is het hele gebied een ‘actieve’ grondexploitatie geworden. Dit betekent dat we ook een specifieke risicoanalyse maken voor het gebied. De gebied specifieke risico’s tellen op tot een benodigd risicobedrag van circa € 5,5 miljoen. Naast deze risico’s is het financiële resultaat van Wilderszijde ook afhankelijk van algemene ontwikkelingen, zoals de eventuele (snellere) stijging van kosten en ontwikkelingen van vrij op naam (VON)-prijzen. In dat kader zijn heel veel scenario’s mogelijk, zowel in positieve als negatieve zin. Voor het weerstandsvermogen is een zwaarder weer scenario doorgerekend waarbij de kosten 2% per jaar sneller stijgen dan nu doorgerekend in de gebiedsexploitatie en de grondprijzen/woningprijzen 2% per jaar minder stijgen (dat komt nagenoeg overeen met geen prijsstijging over de hele looptijd van de exploitatie). Dit scenario levert een circa € 30 miljoen nadeliger resultaat op dan het resultaat op basis van de huidige uitgangspunten. Het resultaat op basis van de huidige uitgangspunten is circa € 20 miljoen positief, een daling met € 30 miljoen betekent dus in zo’n situatie een tekort van circa € 10 miljoen. Daarbij opgeteld de € 5,5 miljoen voor de gebied specifieke risico’s, leidt tot een benodigd weerstandsvermogen van € 15,5 miljoen voor Wilderszijde. Uitgaande van de vorige ‘reservering’ van € 26 miljoen (zie begroting 2022) zou dat een verlaging met € 10,5 miljoen zijn. Gezien het beginstadium van het project is het wenselijk een robuuste ‘buffer’ aan te houden. Als alternatieve (of toetsende) methode is via de methode van de Rekenkamer (zie ook de nota Weerstandsvermogen voor een nadere toelichting hierop) een berekening gemaakt. Uitgaande van 10% van de nog te realiseren opbrengsten en 10% van de boekwaarde per 1/1/2022 is dan een weerstandsvermogen nodig van € 18 miljoen. Wij stellen voor dit bedrag te hanteren als risicobuffer voor Wilderszijde en dit naar boven af te ronden naar € 20 miljoen. De weerstandsratio verbetert dan, maar er is ook oog voor enige mate van voorzichtigheid in relatie tot het project Wilderszijde.    

Het risico juridische procedure Remu is nog niet vervallen. Dit risico hangt samen met de verkoop van de aandelen Eneco. Zoals vermeld in het raadsvoorstel over de verkoop van Eneco is door de aandeelhouders Eneco als geheel verkocht, maar is het risico van de juridische procedure Remu bij de voormalige aandeelhouders gebleven. Het aandeel van de gemeente Lansingerland in dit risico is op basis van de huidige inzichten circa € 10 miljoen. De kans op toekennen van de claim achten wij, mede door eerdere uitspraken van de Rechtbank en het Gerechtshof Amsterdam in de kwestie, zeer laag.

Van het Rijk ontvangt de gemeente jaarlijks geld voor de uitvoering van het inkomensdeel van de Participatiewet, de zogenoemde BUIG-uitkering. Indien de werkelijke lasten voor de uitkeringen hoger liggen dan geldt eerst een eigen risico, daarboven kan de gemeente een aanvraag indien voor een aanvullende uitkering. Met het oog op de mogelijke economische nasleep van Corona gaan we in de meerjarenraming uit van een stijging van de uitkeringslasten, maar ook een stijging van de BUIG-uitkering. Mocht deze laatste ontoereikend zijn dan komt een eventueel nadeel tot de drempel voor een aanvullende uitkering ten laste van de gemeente. Het risico baseren we op elk jaar van de meerjarenraming een tekort van maximaal € 1 miljoen. De kans achten we beperkt omdat we enerzijds zelf deels kunnen sturen op het aantal bijstandsgerechtigden, via re-integratie, en anderzijds het Rijk de BUIG laat meebewegen met de macro-economische situatie.

Risico’s verbonden partijen
De gemeente Lansingerland neemt deel in diverse gemeenschappelijke regelingen en verbonden partijen. In de paragraaf verbonden partijen van deze begroting is een overzicht hiervan opgenomen en is per partij ook inzicht gegeven in de risico’s bij de verbonden partij.

Uit de grondexploitaties en risico inventarisaties die ten grondslag liggen aan de jaarrekeningen 2021 van de gemeenschappelijke regeling Hoefweg en Bleizo blijkt dat de risico’s die deze partijen lopen nog opgevangen kunnen worden binnen de eigen grondexploitaties (de grondexploitatie bevat zelf nog voldoende weerstandscapaciteit). De gemeente zelf hoeft op basis van de huidige inzichten geen weerstandscapaciteit voor Hoefweg en Bleizo aan te houden.

Voor Bleizo-Oost, het deel ten oosten van de HSL, is inmiddels het bestemminsplan definitief vastgesteld. De economische groei en vraag naar logistieke kavels in de Corridor A12 maakt dat er ruimte is voor logistieke bedrijventerreinen. Partijen in de Corridor A12 hebben hierover met elkaar afspraken gemaakt, waardoor het bestemmingsplan voor Bleizo-Oost vastgesteld kon worden. Voor Bleizo-West doen we onderzoek naar een alternatief ontwikkelprogramma. Hiervoor is een eerste stedenbouwkundige verkenning uitgevoerd. De vaststelling van het bestemmingsplan voor Bleizo-West is opgeschort totdat er meer duidelijkheid is over de uitkomsten van het onderzoek.

Risico’s als gevolg van Corona en Oekraïne 
Het COVID-19 (Corona) virus had en heeft direct en indirect invloed op onze financiën. Op dit moment lijkt COVID-19 onder controle, maar nieuwe uitbraken zijn niet uit te sluiten. Daarnaast stoppen nu diverse vangnetregelingen voor ondernemers. Een deel van hen zal het, naar verwachting, zonder deze vangnetregelingen niet redden. Hoe groot de financiële impact in 2022 en de daarop volgende jaren is nu onmogelijk volledig te bepalen. We monitoren onze risico’s en die van onze partners voortdurend. Om financieel de risico’s te kunnen opvangen besloot de gemeenteraad in mei 2020 om een bestemmingsreserve van € 5 miljoen voor het begrotingsjaar 2020 in te stellen. Deze reserve wenden en wendden we aan om de incidentele extra lasten en incidentele gederfde inkomsten te dekken. In de managementsamenvatting van deze jaarstukken is een overzicht opgenomen van de aanwending van deze reserve. Deze aanwending hangt samen met een aantal risico’s die hieronder zijn beschreven en zich in 2020 en 2021 ook hebben gemanifesteerd. Via het Rijk zijn de gemeenten overigens ook (deels) gecompenseerd voor Corona gerelateerde uitgaven. 
De VNG stelde een aantal handreikingen beschikbaar om de risico’s Corona in beeld te brengen. Een aantal van deze risico’s zijn ook van toepassing op de gevolgen van de oorlog in Oekraïne. In zijn  algemeenheid geldt dat de risico’s op dit moment wel kwalitatief zijn te duiden, maar nog zeer moeilijk kwantitatief. Deze eerste risico beschouwing is daarom ook vooral kwalitatief van aard en geeft de grootste financiële risico’s weer die het college op dit moment ziet. De lijst is, in willekeurige volgorde, als volgt:

  • Toename van het aantal bijstandsgerechtigden; als gevolg van Corona en de oorlog in Oekraïne krijgt de economie en daarmee de werkgelegenheid forse klappen. In eerste instantie vallen ‘ontslagen’ medewerkers terug op de WW. Afhankelijk van de duur van de WW valt een deel van deze personen uiteindelijk ook terug op de bijstand. Ons huidige bestand is ongeveer 600 bijstandsgerechtigden. Een stijging van dit aantal is een reëel risico. Daarom hielden we in de begrotingscijfers 2022-2025 rekening met een stijging. Risico is dat zich een nog negatiever scenario voordoet en de lasten nog sneller gaan stijgen. Het Rijk compenseert deze lasten (op termijn) mogelijk, maar uitgaande van de huidige systematiek voor financiering zal dat veelal met enige vertraging gaan (voordat de Rijksbijdrage om hoog gaat). De stijging van bijstandsgerechtigden betekent ook dat de ambtelijke organisatie meer inzet zal moeten plegen op participatie en rechtmatigheid en dus (tijdelijk) meer formatie nodig heeft.
  • Toename van het aantal schuldhulpverleningstrajecten; als gevolg van Corona krijgt de economie en daarmee de werkgelegenheid forse klappen. Ondernemers en (ontslagen) werknemers kunnen in de financiële problemen komen en te maken krijgen met (toenemende) schulden. De gemeente is verantwoordelijk voor de schuldhulpverlening. Dus een toenemend beroep betekent meer werk en meer lasten voor de gemeente. Vanaf de begroting 2022 is reeds rekening gehouden met een stijging van het budget voor formele en informele schulddienstverlening van 5% per jaar tot aan 2025.
  • Effecten op woningmarkt; diverse partijen voorspellen zwaar(der) weer voor de woningmarkt (ook omdat de rente en de inflatie stijgen, waardoor huishoudens minder geld over hebben voor hypotheeklasten). Op de korte termijn zijn de effecten nog beperkt, maar het valt niet uit te sluiten  dat de economische teruggang door sijpelt naar de woningmarkt. Naast het economische risico is door Corona en oorlog Oekraïne ook een risico dat productieketens voor grond- en hulpstoffen voor de bouw stil vallen. Risico voor de gemeente is dat projecten vertraging oplopen of stilvallen en inkomsten later of niet binnen komen. Denk hierbij aan inkomsten uit grondverkopen en bouwleges. Op dit moment zijn daar nog geen indicaties van, of goede inschattingen van te maken, maar het college is zich wel bewust van dit risico en we monitoren dit risico nauwlettend. Het college merkt wel op dat de impact van een terugval op de huizenmarkt in financiële zin waarschijnlijk minder impact op Lansingerland zal hebben dan in de vorige crisis. De grondposities van de gemeente zijn fors kleiner, de schuldenlast lager en de rente is ook lager dan destijds (en de gemeente beschikt over eigen geld in de vorm van de opbrengst Eneco).
  • Effecten op bedrijventerreinen; door de Corona-crisis en de oorlog in Oekraïne kunnen investeerders voorzichtiger worden c.q. investeren bedrijven minder. Dit kan gevolgen hebben voor de nog uit te geven bedrijventerreinen (minder opbrengst, latere opbrengst, etc.).
  • Gemeentefonds; de inkomsten van de gemeente komen voor zo’n 50% uit het gemeentefonds. Het gemeentefonds volgt de ‘trap-op-trap-af’ systematiek. Als het Rijk meer uitgeeft gaat er ook meer naar de gemeenten. Het Rijk betaalt nu het crisis maatregelen pakket. Hierdoor zal de Staatsschuld oplopen. Het risico c.q. de verwachting is dat dit op termijn Rijksbezuinigingen nodig maakt. Ook gemeenten zullen dan worden geraakt. Met welke omvang is nog onbekend.
  • Toename beroep op voorzieningen Wmo en Jeugdwet; de Corona crisis legde en legt op heel veel mensen ook een psychische en fysieke wissel. Met name op ouderen (eenzaamheid) en jongeren (leerlingen/scholieren). Een reëel risico is dat meer mensen uit deze doelgroepen in de problemen gaan komen en er extra hulp of ondersteuning nodig is. De gemeente is, als er geen vangnetten zijn in de eigen omgeving, verantwoordelijk voor deze hulp. Dit betekent een potentiële toename van de lasten in het sociaal domein voor de voorzieningen en ook extra formatie die hier voor nodig is.
  • Extra kosten a.g.v. maatregelen; de gemeente en verschillende verbonden partijen maken extra kosten a.g.v. Corona. Denk aan Veiligheid/beveiligers, voorlichting, extra kosten VRR, GGD, fysieke maatregelen gemeentehuis, etc. Deze kosten dekken we ten laste van de reserve Corona.
  • Minder inkomsten gemeente; op diverse onderdelen loopt de gemeente risico op minder inkomsten. Bijvoorbeeld inkomsten uit belastingen (OZB), leges, incidentele verhuur van maatschappelijke gebouwen. Eventuele lagere inkomsten in 2020 en 2021 dekken/dekten we uit de reserve crisismaatregelen.

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit betreft de middelen die de gemeente heeft of ter beschikking kan krijgen om de financiële gevolgen van risico’s op te vangen. Het uitgangspunt daarbij is dat structurele risico’s opgevangen moeten worden door structurele ‘weerstandscapaciteit’ en incidentele risico’s opgevangen worden door incidentele ‘weerstandscapaciteit’. Dit onderscheid is ook van belang met het oog op het ‘structureel evenwicht’ in de begroting en het toezicht van de provincie hierop.

Incidentele weerstandscapaciteit
De gemeente Lansingerland rekent alleen de algemene reserve tot de incidentele weerstandscapaciteit. De overige reserves rekenen wij niet tot de beschikbare weerstandscapaciteit. Dit zijn de bestemmingsreserves en de stille reserves. Bestemmingsreserves worden niet meegenomen, omdat hier al een bestemming aan is toegekend. Stille reserves (ontstaan wanneer de boekwaarde van de activa lager is dan de verkoopwaarde) worden niet meegenomen, omdat deze pas geïncasseerd kunnen worden als de activa verkocht wordt. Echter, als er expliciete besluiten worden genomen om stille reserves te gelden te maken, dan worden deze toegevoegd aan de weerstandscapaciteit.

Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit betreft de flexibiliteit die er in de begroting is. Dit betreft de mate waarin lasten verder zijn terug te brengen (door bezuinigingen), inkomsten te verhogen en de inzet van de post onvoorzien. Zodoende bestaat structurele weerstandscapaciteit uit:

  • Onbenutte belastingcapaciteit; 
  • Post onvoorzien;
  • Bezuinigingspotentieel lastenniveau tot wettelijke taken.

De onbenutte belastingcapaciteit is in theorie niet gemaximeerd. Er zijn geen maximum tarieven voor de OZB. Wel zijn er landelijk afspraken over de maximale jaarlijkse stijging van de OZB (macro-norm) en geldt voor het doen van een aanvraag tot artikel 12 dat de OZB boven de drempelpercentages ligt (gebaseerd op 120% van het landelijk gemiddelde OZB-percentage).

De post onvoorzien bedroeg in de begroting 2018-2021 nog structureel € 250.000. Op grond van de financiële verordening 2017 bepaalt het college jaarlijks opnieuw de omvang van de post onvoorzien en motiveert de omvang in de begroting. Voor de begroting 2019-2022 zag het college aanleiding de hoogte van de post onvoorzien naar € 100.000 bij te stellen. Aangezien de post onvoorzien nauwelijks wordt aangesproken stelde het college voor in de begroting 2021 de post verder te verlagen naar € 50.000. De post ‘onvoorzien’ is in 2021 door de Raad niet ingezet. Vanaf de begroting 2022 is de post onvoorzien gekoppeld aan het aantal inwoners en is deze € 1 per inwoner.  

Ten behoeve van de kadernota 2015 is het bezuinigingspotentieel in beeld gebracht indien de gemeente alleen de wettelijke taken zou uitvoeren en op taken met een inspanningsverplichting het minimale zou doen. In dat geval zou de gemeente nog enkele miljoenen kunnen bezuinigen. Dit zou dan wel gepaard gaan met veel maatschappelijke onrust en de bezuinigingen zijn veelal niet direct in het eerstvolgende begrotingsjaar in te voeren. De flexibiliteit op dit punt is beperkt.

In de grondexploitaties en kredieten is meestal ook een post ‘onvoorzien’ opgenomen. Binnen de grondexploitaties en projecten zelf is dus ook enige mate van weerstandscapaciteit aanwezig. Bij het bepalen van het weerstandsvermogen op gemeenteniveau houden we geen rekening met deze posten ‘onvoorzien’.

Benodigde weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Benodigde weerstandscapaciteit

De omvang van alles risico’s is na identificatie ingeschat middels het benoemen van een kans en een gevolg (kwantificering). Op basis van de ingevoerde risico’s is de risicosimulatie uitgevoerd. Op basis van deze simulatie kan (met een zekerheidspercentage van 90%) gesteld worden dat alle risico’s kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 39,9 miljoen.

De benodigde weerstandscapaciteit is als volgt te verdelen:
Algemene dienst € 4,1 miljoen
Grondexploitaties € 35,8 miljoen

De Rekenkamer Lansingerland gaat als ‘benchmark’ voor de risico’s op grondexploitaties uit van een benodigde weerstandscapaciteit van 10% van de boekwaarde van de grondexploitaties in exploitatie en 10% van de nog te realiseren opbrengsten en kosten. Op basis van de jaarrekening 2021 en de onderliggende grondexploitaties is dan circa € 40 miljoen nodig voor de gemeentelijke grondexploitaties (inclusief Wilderszijde). Voor Hoefweg is dit circa € 2,0 miljoen en voor Bleizo circa € 12 miljoen. Totaal dus circa € 54 miljoen. Deze berekeningswijze van de Rekenkamer is sterk genormeerd en houdt geen rekening met de specifieke omstandigheden. Enige afwijking tussen deze berekening en de eigen berekening is dus logisch. De eigen berekening van circa € 36 miljoen is € 18 miljoen lager dan de € 54 miljoen op basis van de methode Rekenkamer. De afwijking zit voor € 14 miljoen in het feit dat op basis van ons eigen risicobeleid we geen weerstandsvermogen hoeven aan te houden voor Hoefweg en Bleizo (de risico’s van Hoefweg en Bleizo zijn nog op te vangen binnen de verwachte positieve resultaten van deze grondexploitaties, als de risico’s optreden wordt het resultaat lager, maar blijven de grondexploitaties wel positief). Voor de gemeentelijke grondexploitaties (inclusief Wilderszijde nog in exploitatie te nemen deel) is op basis van de methode Rekenkamer circa € 40 miljoen nodig. In de benodigde weerstandscapaciteit is dit € 36 miljoen (en dus iets lager dan berekend door de Rekenkamer, maar geen grote afwijking). Belangrijk oorzaak van deze lagere inschatting is dat voor bijvoorbeeld project Westpolder nagenoeg alle toekomstige opbrengsten al contractueel zijn vastgelegd en het risicoprofiel daarmee minder hoog is dan een bepaald percentage van de verwachte (maar nog niet gecontracteerde) opbrengsten. Op basis hiervan is er geen reden het risicoprofiel van de gemeente bij te stellen voor de bepaling van het weerstandsvermogen.

Beoordeling weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Beoordeling weerstandsvermogen

De beschikbare weerstandscapaciteit van Gemeente Lansingerland bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken.

Het weerstandsvermogen geeft aan of de gemeente in staat is om financiële tegenvallers op te vangen zonder de noodzaak om direct te bezuinigen en/of de lokale lasten te verhogen. Met een ratio weerstandsvermogen van 2,2 (2020: 1,6) is Lansingerland hier ruimschoots toe in staat. De ratio ligt hiermee boven de doelstelling van 1,7 zoals opgenomen in de nota Reserves en voorzieningen 2020.

Bedragen x € 1.000
Weerstandsvermogen Voorstel resultaatbestemming 2021 Reserves onderdeel weerstandsvermogen
Stand algemene reserve per 31 december 2021 voor resultaat 2021 87.712
Weerstandsvermogen voor resultaatbestemming 87.712
Resultaatbestemming 2021:
Extra verkregen gelden decembercirculaire voor 2022 -721
Maatschappelijke begeleiding asielzoekers -90
Gebiedsvisie Bosland -60
Loketfunctie funderingsproblematiek -25
Doorontwikkeling Lansingerland Academie -100
Positief resultaat 2021 2.694
Subtotaal -996 2.694
Totale weerstandscapaciteit ultimo 2021 89.410
Benodigde weerstandscapaciteit 39.900
Ratio weerstandsvermogen 2,2

Prognose ontwikkeling weerstandsvermogen en (risico) Vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Prognose ontwikkeling weerstandsvermogen en (risico) Vennootschapsbelasting

In de begroting 2022 is de meest recente prognose van de ontwikkeling van het weerstandsvermogen opgenomen. Ten opzichte van die prognose is de ratio eind 2021 in werkelijkheid beter, vooral door de lagere risicobuffer die voor Wilderszijde nodig is. Het eerstvolgende moment voor actualisatie van de meerjarenprognose van het weerstandsvermogen is de begroting 2023. 

Met ingang van 2016 is de gemeente voor haar ondernemersactiviteiten belastingplichtig voor de Vennootschapsbelasting (Vpb). Op basis van een analyse van o.a. PWC gaan we er vooralsnog vanuit dat Lansingerland voor het grondbedrijf (nog) niet door de ondernemingspoort gaat en daardoor geen Vpb hoeft te gaan betalen. Mocht dit wel het geval zijn, dan wordt de jaarlijkse belastinglast geschat op circa € 0,5 miljoen per jaar.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.

De netto schuldquote (en de quote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) is iets toegenomen t.o.v. de jaarstukken 2020 en lager dan verwacht bij de begroting 2021. Dit komt door de verkoop van de aandelen Eneco. De bij de verkoop ontvangen middelen zijn uitgezet bij de Rijks schatkist (onder E. Uitzetting). Daarnaast was de verkoopopbrengst een incidentele bate in 2020 waardoor de totale baten veel hoger waren dan in 2021. De schuldquote ligt onder de 90% en daarmee in de minst risicovolle categorie van de Provincie Zuid-Holland.

Bedragen x € 1.000
Netto schuldquote Jaarrekening 2020 Begroting 2021 Jaarrekening 2021
A Vaste schulden (cf. art. 46 BBV) 156.368 138.098 138.097
B Netto vlottende schuld (cf. art. 48 BBV) 7.743 7.000 5.026
C Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV) 22.722 15.000 20.247
D Financiële activa (cf. art. 36 lid d, e en f) 376 376 376
E Uitzetting < 1 jaar (cf. art. 39 BBV) 138.992 12.000 117.108
F Liquide middelen (cf. art. 40 BBV) 1.010 77.315 209
G Overlopende activa (cf. art. 49 BBV) 6.144 3.000 5.218
H Totale baten cf. art. 17 lid c BBV) 318.092 181.795 190.847
Netto schuldquote ((A+B+C-D-E-F-G)/H) x 100% 13% 37% 21%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Omdat er bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal worden terugbetaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden te berekenen. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en wat dat betekent voor de schuldenlast. Bij beide berekeningen worden bij de financiële activa de verstrekte leningen opgenomen.

Bedragen x € 1.000
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen Jaarrekening 2020 Begroting 2021 Jaarrekening 2021
A Vaste schulden (cf. art. 46 BBV) 156.368 138.098 138.097
B Netto vlottende schuld (cf. art. 48 BBV) 7.743 7.000 5.026
C Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV) 22.722 15.000 20.247
D Financiële activa (cf. art. 36 lid d, e en f) 3.790 3.590 2.187
E Uitzetting < 1 jaar (cf. art. 39 BBV) 138.992 12.000 117.108
F Liquide middelen (cf. art. 40 BBV) 1.010 77.315 209
G Overlopende activa (cf. art. 49 BBV) 6.144 3.000 5.218
H Totale baten cf. art. 17 lid c BBV) 318.092 181.795 190.847
Netto schuldquote ((A+B+C-D-E-F-G)/H) x 100% 12% 35% 20%

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente.

De solvabiliteit is in 2021 ten opzichte van 2020 en begroting 2021 stabiel. De solvabiliteit valt eind 2021 in de minst risicovolle categorie. Door de inzet van reserves neemt het eigen vermogen de komende naar verwachting jaren wel af.

Bedragen x € 1.000
Solvabiliteit Jaarrekening 2020 Begroting 2021 Jaarrekening 2021
A Eigen vermogen (cf. art. 42 BBV) 256.420 232.653 248.498
B Balanstotaal 469.024 414.139 449.290
Solvabiliteit (A/B) x 100% 55% 56% 55%

Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft het structurele en reële evenwicht van de begroting weer. Thans wordt er onderscheid gemaakt tussen de structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaren voordoen. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering en eigen belastinginkomsten. Bij structurele lasten zijn dat bijvoorbeeld de personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen.

Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

De jaarrekening 2021 heeft in lijn met de begroting een tekort. Met name de stijgende lasten voor de WMO leiden er toe dat de structurele lasten toenemen.

Bedragen x € 1.000
Structurele exploitatieruimte Jaarrekening 2020 Begroting 2021 Jaarrekening 2021
A Totaal structurele lasten 153.846 131.860 141.037
B Totaal structurele baten 152.628 126.851 136.198
C Totaal structurele toevoegingen aan reserves 733 718 718
D Totaal structurele onttrekkingen aan reserves 1.934 1.302 901
E Totale baten (cf. art. 17 lid c BBV) 318.093 181.795 190.847
Structurele exploitatieruimte ((B-A)+D-C))/E 0,0% -2% -2%

Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden
De belastingcapaciteit van de gemeente geeft de belastingdruk voor een gezin bij een gemiddelde WOZ-waarde ten opzichte van het landelijk gemiddelde (t-1) weer. Een percentage > 100% geeft weer dat de belastingdruk van de gemeente hoger is dan het landelijk gemiddelde.

Bedragen x € 1,-
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar ervoor Jaarrekening 2020 Begroting 2021 Jaarrekening 2021
A OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 348,94 332,60 360,54
B Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde 249,35 253,59 253,59
C Afvalstoffenheffing voor een gezin 290,49 305,58 305,58
D Eventuele heffingskorting 0,00 0,00 0,00
E Totale woonlasten gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A+B+C-D) 888,78 891,77 919,71
F Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in t-1 740,00 776,00 776,00
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar ervoor (E/F) x 100% 120% 115% 119%

Grondexploitatie
Dit kengetal geeft een indicatie van risico's van de boekwaarde van de bouwgronden op de totale baten van de gemeente. De boekwaarde van de bouwgronden moet terugverdiend worden via de totale baten. Het betreft de verhouding tussen de boekwaarde van de bouwgronden en de totale baten. > 100% betekent dat de boekwaarde hoger is dan de totale baten in enig jaar. Dit betekent een verhoogd risico voor de gemeente.

Ten opzichte van de jaarstukken 2020 is het geïnvesteerde vermogen in de grondexploitaties toegenomen. Dit komt door het per 31/12/2021 in exploitatie nemen van Wilderszijde. Hierin is feitelijk geen nieuwe geldstroom geïnvesteerd, maar het eind 2020 nog onder gronden en terreinen opgenomen ‘geïnvesteerde’ vermogen is nu opgenomen als ‘bouwgronden in exploitatie’. Deze post is hierdoor toegenomen. Het kengetal werd in 2020 daarnaast incidenteel positief beïnvloed door de bate uit de verkoop van de aandelen Eneco. Het kengetal valt qua signaalwaarde van de Provincie in de categorie ‘risicovol’.

Bedragen x € 1.000
Grondexploitatie Jaarrekening 2020 Begroting 2021 Jaarrekening 2021
A Bouwgronden in exploitatie (cf. art. 38 lid b BBV) 92.627 71.125 105.748
B Totale baten (cf. art. 17 lid c BBV) 318.092 181.795 190.847
Grondexploitatie ((A+B)/C) x 100% 29% 39% 55%

Beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie
Door de Provincie zijn een aantal signaleringswaarden geformuleerd voor de kengetallen. Samengevat ziet het beeld voor Lansingerland er op basis van de jaarrekening 2021 als volgt uit:

Categorie A: minst risicovol Categorie B: neutraal Categorie C: meest risicovol
1. Netto schuldquote
a. zonder correctie doorgeleende gelden < 90% 90-130% > 130%
b. met correctie doorgeleende gelden < 90% 90-130% > 130%
2. Solvabiliteitsratio > 50% 20-50% < 20%
3. Grondexploitatie < 20% 20-35% > 35%
4. Structurele exploitatieruimte Begr > 0% Begr = 0% Begr < 0%
5. Belastingcapaciteit < 95% 95-105% > 105%
Kengetal Jaarrekening 2020 Begroting 2021 Jaarrekening 2021
1. Netto schuldquote
a. zonder correctie doorgeleende gelden 13% 37% 21%
b. met correctie doorgeleende gelden 12% 35% 20%
2. Solvabiliteitsratio 55% 56% 55%
3. Grondexploitatie 29% 39% 55%
4. Structurele exploitatieruimte 0% 0% 0%
5. Belastingcapaciteit 102% 115% 119%

Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Een groot deel van het gemeentelijk vermogen is geïnvesteerd in kapitaalgoederen. Deze kapitaalgoederen zijn van groot belang voor het functioneren van onze gemeente, onder andere op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, verkeer, vervoer en recreatie.

In onderstaande tabel geven we de kerncijfers weer van de belangrijkste kapitaalgoederen conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).

Bedragen x € 1,-
Kapitaalgoederen Areaal m2/st Vervangingswaarde
Groen - algemeen 4.000.000 m2 30.000.000
Groen - bomen 24.000 stuks
Wegen 3.572.000 m2 195.000.000
Riolering 594 km 475.000.000
Civiele kunstwerken 2.235 stuks 126.000.000
Gebouwen 63 stuks 150.000.000
Totale vervangingswaarde 976.000.000

Het beheer en onderhoud van kapitaalgoederen is gebaseerd op door de raad vastgestelde beheerplannen (IBP, GRP, MJOP). In de beheerplannen is opgenomen op welke wijze het onderhoud, zowel regulier als periodiek, plaatsvindt. Voor alle beheerplannen geldt dat het vastgestelde onderhoudskwaliteitsniveau minimaal B is.  Randvoorwaarde is het waarborgen van de veiligheid en het voorkomen van kapitaalvernietiging. In de centra en stationsgebieden onderhouden we de onderdelen civiel, onkruidbestrijding, zwerfvuil, vegen en maaien op onderhoudsniveau A.

Het Integraal Beheerplan (IBP) Openbare ruimte 2017-2024 zorgt ervoor dat we het beheer zo integraal mogelijk aanpakken. Op deze manier zorgen we voor een zo hoog mogelijke kwaliteit en werken we efficiënt. In onderstaande tabel is een overzicht van de beheerplannen opgenomen.

Omschrijving Beheerplan Vastgesteld door de raad Frequentie Actualisatie Actualisatie Financiële vertaling in de begroting Achterstallig onderhoud Reserves en Voorzieningen
Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2017-2024 27 oktober 2016 4 jaar. In 2018 verwerkten we eenmalig eerder genomen besluiten. 2020 Ja Nee Reserve baggeren
Gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2025 26 november 2020 5 jaar 2020 Ja Nee Voorziening Riolering
Beheerplan Gebouwen 2017-2024 27 oktober 2016 2019 Ja Nee Reserve GO Gemeentelijke gebouwen

Groen

Terug naar navigatie - Groen

De vooraf gestelde doelen voor 2021 zijn behaald. We verrichtten jaarlijks terugkerend onderhoud, voerden inspecties uit en vervingen groen waar dat technisch noodzakelijk was. Daarbij hanteerden we een duurzame aanpak. Voorbeelden daarvan zijn de toepassing van goede standplaatsverbetering en het stimuleren van biodiversiteit door rekening te houden met de beplantingskeuze. We hielden ook rekening met duurzaamheid door invulling te geven aan social return, het toepassen van klimaatbestendige maatregelen en de verbetering van ecologisch maaibeheer.

In 2021 zetten we extra in op klimaatadaptatie, biodiversiteit en participatie. In het door het Rijk vastgestelde Deltaplan Klimaatadaptatie werd gemeenten gevraagd passende maatregelen te nemen. Wij stimuleerden met de publiekscampagne ‘Tuin van de Toekomst’ om versteende ruimte van particulieren te vergroenen. Bij realisatie van nieuw openbaar groen zijn er specifieke keuzes gemaakt en dragen we als gemeente bij aan een hogere biodiversiteit en houden we rekening met klimaatadaptatie. Ons groenbeheer is zo vormgegeven dat het de biodiversiteit ten goede komt.

Civiele Kunstwerken (water)

Terug naar navigatie - Civiele Kunstwerken (water)

We bereikten de doelen voor 2021 en alle werkzaamheden voerden we conform het onderhoudsplan uit.

In 2021 is het vervangen van de brug met monumentale status in de Dominee van Koetsveldstraat (Berkel en Rodenrijs) uitgevoerd. In 2021 werkten we ook aan het vervangen van duikers in het Ruyvensepad (Berkel en Rodenrijs) en in het Huijgensplantsoen (Berkel en Rodenrijs). In 2021 gingen we verder met het onderhoudsniveau gefaseerd te verhogen van C naar B, voor kunstwerken is het onderhoudsniveau B bereikt. 

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

We bereikten de doelen voor 2021 en alle werkzaamheden voerden we conform het onderhoudsplan uit.


In 2021 voerden we de projecten Berkels-dijkje (Bergschenhoek) en Molenweg (Berkel en Rodenrijs) uit. Ook werkten we aan meerjarige wijkaanpakken van de Vogelbuurt (Berkel en Rodenrijs) Bloemenbuurt(Berkel en Rodenrijs), Dorp Noord Oost (Bergschenhoek), Schildersbuurt (Bleiswijk). In 2021 gingen we verder met het onderhoudsniveau gefaseerd te verhogen van C naar B, voor wegen is het onderhoudsniveau B bereikt.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Het Gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2025 is het kader voor beheer- en onderhoudsactiviteiten voor het kapitaalgoed Riolering. Dit plan geeft duidelijkheid over wat we doen om de waarde in stand te houden van leidingen, kolken en gemalen in de openbare ruimte. Zo hebben we ca. 50 kilometer aan riolering gereinigd en geïnspecteerd en hebben we NEN-keuringen uitgevoerd van de gemalenkasten.

Bij de meerjarige integrale wijkaanpakprojecten Vogelbuurt (Berkel en Rodenrijs), Bloemenbuurt (Berkel en Rodenrijs), Dorp Noord-Oost (Bergschenhoek) en Schildersbuurt (Bleiswijk) wordt het bestaande riool volledig vervangen.

In 2021 is er een schaarste ontstaan aan PVC en andere materialen, waardoor herstelmaatregelen zijn uitgesteld totdat deze materialen weer beschikbaar zijn. Hierdoor is de storting in de voorziening hoger dan geraamd.

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

De gemeente is juridisch eigenaar van circa 60 vastgoedobjecten. De vastgoedportefeuille bestaat onder andere uit het gemeentehuis, gemeentewerf, afvalbrengstation, sporthallen, maatschappelijke accommodaties, kinderdagopvang, strategische objecten en onderwijsgebouwen. Van deze laatste groep (onderwijsgebouwen) zijn 20 stuks overgedragen aan schoolbesturen voor primair onderwijs. Van 2 onderwijsgebouwen is de gemeente vooralsnog eigenaar en zijn wij in onderhandeling met schoolbesturen over het formeel in gebruik geven of in eigendom overdragen van deze schoolgebouwen.

Wij streven naar maatschappelijk en financieel rendement van ons vastgoed. Uitgangspunt is dat er alleen sprake is van eigendom en/of exploitatie daar waar dat noodzakelijk is voor de uitoefening van een publieke taak. We pakten mogelijkheden om niet essentieel vastgoed van de hand te doen op.

Het beheer en de exploitatie van 17 gebouwen is door de gemeente bij Sportfondsen belegd. Het groot onderhoud voerde de gemeente uit, conform het Beheerplan Gebouwen en het bijbehorende Meerjaren-Onderhoudsprogramma (MJOP). De kosten voor het groot onderhoud werden gedekt door de bestemmingsreserve Gebouwen.

Daar waar sprake is van vervanging bekeken we of er mogelijkheden waren om de producten te verduurzamen. Het verduurzamen van ons vastgoed voerden we uit conform de principes van Trias Energetica: beperk de energievraag, gebruik duurzame energie en gebruik fossiele brandstoffen efficiënt  en maken wij onderdeel van het MJOP. Hiermee voorkwamen wij kapitaalvernietiging en pasten op natuurlijke momenten verduurzaming toe. 

In 2021 maakten we de panden Emmastraat 30 (de Peuterhoek) en de Götzenhainsingel 12 (The Hangout) in Bleiswijk geheel gasloos. We troffen ook voorbereidingen om andere panden gasloos te maken, dit bleek meer tijd te kosten door het aanvragen van de benodigde vergunningen en de noodzakelijke verzwaring van de bestaande elektra-aansluiting door Stedin. Voor het verduurzamen van het zwembad de Windas schakelden we een extern adviesbureau in voor onderzoek en advies. Voor 3 andere panden vroegen wij de vergunning voor het plaatsen van de warmtepompen aan. We voorzagen een danszaal in sporthal de Sterrenhal (Berkel en Rodenrijs) en een yoga-zaal in het Berghonk (Bergschenhoek) van infrarood verwarming. Aanvullend hebben we 3 panden voorzien van spouwmuurisolatie en brachten 296 zonnepanelen aan. Dit breng het totaal aantal zonnepanelen op gemeentelijke panden op 1.411 stuks.

Een aantal werkzaamheden stelden wij uit om investeringen af te kunnen stemmen op het verduurzamen van gemeentelijk vastgoed, er is geen sprake van een structurele onderhoudsachterstand.

Paragraaf Financiering en treasury

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf beschrijft de uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie (treasury). Hoofddoel van deze functie is dat er tijdig voldoende geld aanwezig is om aan alle financiële verplichtingen te voldoen.

Met betrekking tot treasury is wet- en regelgeving van toepassing die zowel extern als intern van aard is.
De belangrijkste externe wet- en regelgeving omvat:

  • Wet Financiering Decentrale Overheden (FiDo) 
  • Regeling Uitzetting Derivaten Decentrale Overheden (Ruddo)
  • Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof)
  • Regeling Schatkistbankieren
  • Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
  • Gemeentewet (toezichthoudende rol Provincie)
  • Financiële-verhoudingswet (toezichthoudende rol Provincie)

De belangrijkste interne regelgeving omvat:

  • Treasurystatuut 2020
  • Financiële Verordening Gemeente Lansingerland 2017

Treasurybeleid

Terug naar navigatie - Treasurybeleid

De gemeente onderscheidt een drietal subdoelstellingen van de treasuryfunctie:

  1. Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities.
  2. Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals met name renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s.
  3. Het streven, binnen de kaders van wet- en regelgeving en binnen de bepalingen van het Treasurystatuut, naar een optimale financieringsstructuur en beheersing van de daarmee gemoeide kosten.

Om deze doelstellingen te realiseren richt de treasuryfunctie richt zich op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de huidige en toekomstige financiële inkomende en uitgaande geldstromen, financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Binnen de wettelijke kaders is het doel om tegen zo laag mogelijke kosten te financieren.
Daarbij is het van belang om de financiële inkomende en uitgaande geldstromen adequaat te administreren en betrouwbare prognoses te hebben van toekomstige geldstromen. Onze liquiditeitsprognoses worden in beginsel op weekbasis geactualiseerd.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Bij het risicobeheer staat het risicoprofiel van de gemeente ten aanzien van treasury centraal. De risico’s vallen in de volgende soorten uiteen:

  • Renterisico’s op vaste en vlottende schuld (opgenomen geld);
  • Kredietrisico's;
  • Liquiditeitsrisico’s.

Het renterisico treedt op bij het aantrekken van nieuw geld. Wij beperken deze risico’s doordat wij dagelijks de renteontwikkeling monitoren. Met behulp van een in beginsel wekelijks geactualiseerde liquiditeitsprognose wordt de geldbehoefte gevolgd en tijdig afgedekt. Het risico dat op enig moment geen geld beschikbaar zou zijn, is volgens onze geldverstrekkers voor gemeenten verwaarloosbaar.

Renterisico’s op vaste en vlottende schuld (opgenomen geld)

Om een grens te stellen aan korte financiering (rentetypische looptijd tot één jaar) is in de Wet FiDo de kasgeldlimiet opgenomen. Het doel van de kasgeldlimiet is het voorkomen dat fluctuaties in korte rente (schulden minder dan 1 jaar) direct een grote impact hebben op de rentelasten in het exploitatiejaar. De kasgeldlimiet voor gemeenten bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. Deze wordt gedefinieerd als alle lasten op de begroting vóór verdeling van de reserves. De hoogte van de kasgeldlimiet is voor 2020 berekend op €16,9 miljoen. In 2021 is de kasgeldlimiet niet overschreden. In onderstaande tabel staat het kasgeldlimiet 2021 uitgesplitst per kwartaal.

Renterisiconorm

In het kader van de wet FiDo wordt jaarlijks de renterisiconorm vastgesteld. Het doel van het beheersen van de renterisiconorm is spreiding in de aflossing en / of renteherziening in de leningenportefeuille waardoor mogelijke renterisico’s worden beperkt. Door deze spreiding wordt voorkomen dat op een bepaald moment veel leningen op hetzelfde moment moeten worden afgelost of de rente herzien wordt waardoor sterk afwijkende marktrentes grote gevolgen hebben op de begrotingssaldi.

De renterisiconorm is wettelijk bepaald op 20% van de op 1 januari bestaande omvang van het begrotingstotaal. De hoogte van de renterisiconorm bedraagt voor 2021: € 39,7 miljoen. De aflossingen op vaste leningen bedroegen in 2021 € 16,2 miljoen en bleef daarmee binnen de renterisiconorm. 

Kredietrisico's

Het kredietrisico is het risico op een waardedaling van een uitstaande vordering ten gevolge van het niet (tijdig) kunnen nakomen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit. De gemeente Lansingerland kent garantieleningen, garantstellingen en waarborgen.  

Garantieleningen

De gemeente Lansingerland heeft enkele garantieleningen lopen die in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw zijn verstrekt aan de woningcorporatie 3B Wonen. Het betreffen leningen waarbij de aflossingen en de rentebetalingen één op één worden doorgezet naar de corporatie en wij als garantsteller fungeren. Ultimo 2021 bedragen deze leningen in totaal € 0,9 miljoen. Het betreffen annuïtaire leningen en deze zijn contractueel geheel afgelost in 2030.     

Garantstellingen en borgstellingen

De gemeente heeft aan verschillende partijen garantstellingen en waarborgen afgegeven. Een nadere toelichting hierop staat verderop in deze paragraaf.

Liquiditeitsrisico's

Het liquiditeitsrisico is het risico dat een gemeente over onvoldoende middelen beschikt om aan onze directe verplichtingen te voldoen. In onze liquiditeitsprognose wordt onze geldbehoefte gevolgd en tijdig afgedekt. Gezien de kredietwaardigheid van de overheden is, volgens onze geldverstrekkers, het risico verwaarloosbaar dat op enig moment geen geld beschikbaar zou zijn. Dit risico heeft zich in 2021 niet voorgedaan.

Bedragen x € 1.000
Kasgeldlimiet 2021 Q1 Q2 Q3 Q4
Vlottende schuld - - - -
Vlottende middelen 119.187 113.200 122.489 113.510
Netto vlottende schuld -119.187 -113.200 -122.489 -113.510
Toegestane kasgeldlimiet 16.878 16.878 16.878 16.878
Ruimte (+) of overschrijding (-) 136.065 130.078 139.367 130.388

Renteschema

Terug naar navigatie - Renteschema

In de notitie rente 2017 van de commissie BBV is een renteschema opgenomen. Met dit schema wordt inzicht gegeven in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. Het schema voor Lansingerland is als volgt:

Bedragen x € 1.000
Schema rentetoerekening 2021
De externe rentelasten over de korte en lange financiering 3.448
De externe rentebaten -79
Saldo externe rentelasten en rentebaten 3.369
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -1.217
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 0
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente -1.217
Saldo door te rekenen externe rente 2.152
Rente over eigen vermogen 0
Rente over voorzieningen (die gewaardeerd zijn op contante waarde) 0
Totaal rentetoerekening intern 0
De aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht Overhead) toe te rekenen rente (renteomslag) 2.152
Boekwaarde vaste activa die integraal zijn gefinancierd per 1 januari 2021 212.257
Berekende omslagrentepercentage 1,01%
Gekozen renteomslagpercentage (mag 0,5% afwijken van berekend) 0,75%
De werkelijk aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht Overhead) toegerekende rente (renteomslag) 1.592
Renteresultaat op het taakveld treasury -560

Rentelasten

De rentelasten voor 2021 bedragen € 3,4 miljoen voor alle langlopende en kortlopende leningen. De rentelasten met betrekking tot de leningen van de woningcorporatie ad € 0,1 miljoen worden weer geheel doorbelast aan deze woningcorporatie.

Rente bouwgrond in exploitatie (BIE)

In 2021 is € 1,2 miljoen rentelasten toegerekend aan de bouwgrond in exploitatie (BIE). Deze toerekeningsmethodiek is dwingend voorgeschreven.

Renteomslagpercentage

Voor 2021 bedraagt het renteomslagpercentage 1,01%. Op basis van dit renteomslagpercentage zijn de rentelasten toegerekend aan de verschillende taakvelden. Dit wijkt af van het berekende percentage bij de begroting, dat gesteld was op 0,75%. Gezien de afwijking kleiner is dan 0,5% dan het berekende percentage en minder dan 25%  afwijkt van het begrote bedrag aan toe te rekenen rente hebben wij ervoor gekozen de rente niet te herrekenen.

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

De gemeente voert activiteiten uit die meerjarig worden gefinancierd. Dit zijn de investeringen van de gemeente, zoals die blijken uit de staat van activa en de investeringen die zijn en worden gedaan in de grondexploitatie. Bij deze laatste worden eerst de kosten (zoals aankoop, bouw- en woonrijp maken) gemaakt, en later worden deze in beginsel terugverdiend door grondverkopen. Afhankelijk van de looptijd van een grondexploitatie liggen de gelden over een lange periode vast en is financiering nodig. Ter financiering kunnen ook leningen worden aangetrokken.

Leningenportefeuille

Per 1 januari 2021 bedraagt de huidige leningenportefeuille voor Lansingerland € 156,3 miljoen, waarvoor een gemiddeld gewogen aan de banken te betalen rentepercentage geldt van 2,21%. Gebaseerd op de afgesloten leningsovereenkomsten dienen komende jaren de volgende aflossingen (rente en aflossing van bestaande leningen) plaats te vinden (exclusief bedragen voor herfinanciering):

2022 € 19,3 miljoen

2023 € 70,7 miljoen

2024 € 13,2 miljoen

In totaal betreft de aflossing over de jaren 2022-2024 € 103,2 miljoen. In 2023 wordt een lening van de BNG ad € 50,0 miljoen in één keer afgelost. Door de instroom van de Eneco-gelden en de verwachte positieve liquiditeitsbijdrage vanuit de GREX, is de verwachting dat er op basis van onze liquiditeitspositie in de periode 2022-2024 geen herfinanciering nodig is.

 

Garantstellingen en borgstellingen

Terug naar navigatie - Garantstellingen en borgstellingen

De gemeente heeft aan verschillende partijen garantstellingen en waarborgen afgegeven.

Er zijn achtervangovereenkomsten afgesloten met de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Deze borgstellingen hebben betrekking op het aantrekken van vaste langlopende leningen door woningstichtingen voor (her)financiering van al bestaande gewaarborgde geldleningen. In 2021 is de achtervangovereenkomst met het WSW herzien.

Aan particulieren zijn gemeentegaranties afgegeven onder de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW). Deze stichting is in 1995 verzelfstandigd onder de naam Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Er komen geen gemeentegaranties meer bij en het totale bedrag aan gewaarborgde geldleningen neemt af met de door particulieren gedane aflossingen.

Voor de WSW en SWS en de particuliere hypotheken is het gemeentelijk aandeel beperkt tot 50%.

De garantie inzake de hypotheken van personeel betreffen een tweetal hypotheekleningen afgesloten bij het Hypotheekfonds voor Overheidspersoneel (HvO). Er worden geen nieuwe hypotheekgaranties voor overheidspersoneel meer afgegeven.

Per 31 december 2021 bedraagt het totaal van gewaarborgde geldleningen € 243,4 miljoen.

Bedragen x € 1.000
Waarborgsommen en garantieleningen Primaire zekerheid Secundaire zekerheid Tertiaire zekerheid Oorspronkelijk bedrag Restant 31-12-2020 Restant 31-12-2021
Garantiefonds WSW Woningbouwvereniging WSW Gemeente (50%) 204.312 193.530 188.529
Garantiefonds SWS Sportvereniging SWS Gemeente (50%) 243 121 104
Hypotheken particulieren Particulier WEW Gemeente (50%) 1.516 1.088 1.047
Hypotheken personeel Personeel Gemeente (100%) - 225 225 225
Onderwijsinstellingen Instelling Gemeente (100%) - 53.439 43.745 42.118
Overige instellingen Instelling Gemeente (100%) - 1.605 1.129 1.045
Totaal 261.340 239.838 233.068

Kasstroomoverzicht

Terug naar navigatie - Kasstroomoverzicht

Onderstaand overzicht geeft het kasstroomoverzicht weer volgens de directe methode:

Bedragen x € 1.000
Kasstroomoverzicht (directe methode) 2021
Ontvangsten van afnemers 115.081
Betalingen aan leveranciers en werknemers 113.585
Kasstroom uit bedrijfsoperaties:
Ontvangen interest 79
Ontvangen dividend 908
Betaalde interest 3.512
Kasstroom uit operationele activiteiten -1.030
Investeringen 49.587
Verkopen 44.673
Kasstroom uit grondexploitaties -4.914
Investeringen in immateriële vaste activa 1.688
Desinvesteringen in immateriële vaste activa 3.717
Investeringen in materiële vaste activa 22.532
Desinvesteringen in materiële vaste activa 32.980
Investeringen in financiële vaste activa 13.358
Desinvesteringen in financiële vaste activa 0
Desinvestering aandelen Eneco
Kasstroom uit investeringsactiviteiten -882
Ontvangen aflossingen op verstrekte geldleningen 2.103
Opgenomen geldleningen - langlopende schulden 0
Aflossing geldleningen - langlopende schulden 18.272
Opgenomen geldleningen - kortlopende schulden 0
Aflossing geldleningen - kortlopende schulden 0
Kasstroom uit financieringsactiviteiten -16.169
Netto kasstroom boekjaar -22.995
Beginstand liquide middelen 126.374
Eindstand liquide middelen 103.378
Mutatie liquide middelen inclusief vorderings 's-Rijks Schatkist -22.995

EMU saldo

Terug naar navigatie - EMU saldo
1. Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan of onttrekking uit reserves 142.657
2. Afschrijvingen ten laste van de exploitatie -7.590
3. Bruto toevoegingen aan voorzieningen ten laste van de exploitatie -1.020
4. Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd -17.392
5. Bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen in relatie tot de onder 4. genoemde investeringen 1.586
6. Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa 4
7. Aankoop van grond en uitgaven aan bouwrijp en woonrijp maken 0
8. Baten bouwgrondexploitatie -271
9. Betalingen ten laste van voorzieningen -1.778
10. Kosten transacties met derden, ten laste van de reserves 0
Berekend emu saldo 116.196
11. Verkoop van deelnemingen en aandelen:
11a. Gaat u effecten verkopen? nee
11b. Indien ja: wat is de verwachte boekwinst? n.v.t.

Paragraaf Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf bedrijfsvoering geeft volgens het BBV inzicht in de beleidsvoornemens op het gebied van de bedrijfsvoering. De term ‘bedrijfsvoering’ verwijst naar de ondersteunende processen om ambities te realiseren.

Ondanks de verschillende aspecten binnen de bedrijfsvoering, is er een gezamenlijk doel: proactief werken, aantoonbaar en zichtbaar betrokken zijn bij de ontwikkelingen in Lansingerland en adviseren op basis van integrale afwegingen.

Per bedrijfsvoeringsonderdeel geven we inzicht in de ontwikkelingen die in 2021 zijn uitgevoerd.

Personeel en Organisatie

Terug naar navigatie - Personeel en Organisatie

We bevinden ons in een transitie in de richting van een toekomstbestendige en wendbare organisatie, met de benodigde professionalisering en rolvastheid, zowel in de organisatie als tussen organisatie en bestuur. De aanpassingen in de topstructuur, domeinstructuur en functie indeling en –waardering zijn hier onderdeel van geweest. Deze ingezette stevige organisatieontwikkeling - om een toekomstbestendige organisatie te zijn en te blijven – is in 2021, onder begeleiding van de bureaus Haagse beek en LCT voor respectievelijk teaminrichting & functiewaardering en teamontwikkeling (soft skills), voortgezet en nagenoeg afgerond.  De ontwikkeling van de organisatie stopt hier uiteraard niet. Ontwikkeling is tenslotte een continu proces en om onze dienstverlening richting burgers en ondernemers te kunnen blijven leveren, blijft de organisatie zich doorontwikkelen. 

Ook in 2021 is de vitaliteit en inzetbaarheid van medewerkers een belangrijk onderwerp van gesprek geweest. Er is steeds aandacht geweest voor de mentale en fysieke gezondheid van medewerkers. Het blijft extra belangrijk om iedereen betrokken te houden en de verbinding met elkaar en tussen de teams te versterken. 

Het ziekteverzuim was in 2021 5,05%. Dit is een daling t.o.v. 2020 (5,9% en 2019 5,3%), mogelijk als gevolg van mutaties in het personeelsbestand en door het werken op afstand minder mensen zich ziekmelden.

Door de verder toegenomen krapte op de arbeidsmarkt hebben we te maken met flinke concurrentie en moeten we alle zeilen bijzetten om ‘aantrekkelijk’ te zijn en blijven als werkgever. Het grote aantal niet vervulde vacatures maakt onze organisatie kwetsbaar. Met de inzet van een moderne arbeidsmarktcampagne die aan het begin van het 2e kwartaal 2022 gelanceerd zal worden en extra inzet op recruitment wordt alles in het werk gesteld om nieuwe medewerkers – ervaren, maar ook jong professionals – te interesseren voor het werken bij de gemeente Lansingerland. Vanzelfsprekend hoort hier ook aandacht voor het blijven boeien van de al aanwezige medewerkers bij.  Zo is het Management Development traject voortgezet. En verlegt de focus zich naar aanpassing van houding en gedrag, sturing op realisatie van opgaven en ruimte voor (talent)ontwikkeling. 

In 2021 is er natuurlijk ook ingezet op het professionaliseren van het team O&HRM en de dienstverlening o.a. door een verdere verbetering en digitalisering van P&O werkprocessen en met de intensivering van medewerkers- en management selfservice (e-HRM). Hiervoor is een Europese aanbesteding succesvol afgerond. Verder wordt vanaf 1 maart 2021 gebruik gemaakt van één leverancier, zijnde een inhuurdesk, middels een inhouse constructie. Dit houdt in dat de werkzaamheden van de dienstverlener worden uitgevoerd op de werklocatie van Gemeente Lansingerland. Uiteraard alleen wanneer dat gezien de Corona-maatregelen verantwoordelijk is.

De uitvoering van de Wet banenafspraak in de gemeentelijke organisatie is de afgelopen 2 jaar helaas gestagneerd. Als gevolg van de coronamaatregelen werkten we verplicht thuis wat het zeer lastig maakte om een goede basis te kunnen bieden voor mensen uit de doelgroep van de Wet banenafspraak. Op dit moment hebben we 6,6 banen ingevuld van de 14 die we graag in 2024 gerealiseerd willen hebben. Met het einde van de coronamaatregelen in zicht zijn inmiddels acties in gang gezet om in 2022 meer banen te kunnen invullen.

Financiën en Planning & Control

Terug naar navigatie - Financiën en Planning & Control

Voor wat betreft de financiën is 2021 een roerig jaar geweest. Diverse ontwikkelingen volgden elkaar snel op, deels te danken aan wisselende berichtgeving vanuit het Rijk. In het voorjaar van 2021 ontstond het inzicht dat gemeenten rekening moesten gaan houden met financieel zwaar weer. Toen zijn we in Lansingerland een intensief traject gestart van het in kaart brengen van mogelijke ombuigingen om op die manier weerbaar te zijn voor komende financiële problematiek. Aan de hand van het document ‘Totaaloverzicht begrotingsknoppen’ (T21.02747) hebben we in meerdere beeldvormende avonden raadsleden meegenomen in die aanpak. Op die manier is invulling geven aan de motie ‘M2020-017 Proces bezuinigingsscenario’s 2021 starten voor de kadernota’. Na de Kadernota 2022 die de raad voor het zomerreces heeft behandeld, deden zich verschillende nieuwe (en onverwachte) inzichten voor, onder meer door de berichtgeving vanuit het Rijk en provincie over de compenserende budgetten voor de toegenomen kosten in de Jeugdzorg. Dat heeft ertoe geleid dat het financiële meerjarenbeeld in de Begroting 2022-2025 ten opzichte van dat in de Kadernota 2022 aanzienlijk kon worden bijgesteld. Bij de begrotingsbehandeling oordeelde de raad vervolgens dat voorgenomen ombuigingen (zowel aan de lasten- als aan de batenkant) niet in volle omvang nodig werden geacht. Voor het einde van het jaar heeft de raad de 1e Begrotingswijziging 2022 vastgesteld waarin de door ons noodzakelijk geachte intensiveringen waren opgenomen. Ook zijn daarin de (positief) gewijzigde ramingen van de algemene uitkering Gemeentefonds verwerkt, zoals toegelicht in de Septembercirculaire 2021. Het is opmerkelijk en zeker niet gebruikelijk dat een septembercirculaire dergelijke grote financiële aanpassingen laat zien: in de regel gebruikt het Rijk daarvoor de meicirculaire. Dat betekent nog eens te meer dat gemeenten zeer afhankelijk zijn van de informatieverstrekking vanuit het Rijk. Dergelijke forse aanpassingen van het financiële beeld zijn derhalve niet te scharen onder de uitspraak dat wij als gemeente ‘niet-in-control’ waren.

Audit en AO/IC

Terug naar navigatie - Audit en AO/IC

In de huidige organisatie is een nadrukkelijke scheiding aangebracht tussen de beslissende, financieel beleid makende en beheersende rol en de toetsende en controlerende rol. De eerste rol is belegd bij de vak afdelingen en de afdeling Financiën. Binnen gemeentelijke organisaties zien we een toenemende behoefte aan deze onafhankelijke rol en positie. Zo eist de nieuwe AVG (intern) onafhankelijk toezicht op het systeem van privacy borging in de organisatie en is deze onafhankelijke rol ook nodig in het kader van ENSIA. Door de toetsende en controlerende rol bij Concernstaf te belegen is de organisatie in staat om onafhankelijk controle en advisering op gebieden als interne controle, privacy en informatiebeveiliging uit te voeren. Deze toetsende en controlerende rol bevat een continue deel in de vorm van de toetsing van alle collegevoorstellen, directievoorstellen en een cyclus van ‘in control’/management gesprekken op het niveau van teammanagers, directie en college. 
In 2021 hebben wij daarnaast het volgende gedaan:  
•    De interne controle is een nuttig instrument voor het in control zijn van onze organisatie en het doel is het vaststellen van de juistheid, volledigheid en de rechtmatigheid van de in de financiële administratie verantwoorde opbrengsten en uitgaven. Ter voorbereiding op de implementatie van de rechtmatigheidsverantwoording stelde het college een intern controleplan voor de interne controle 2021 vast en bood dit plan ter kennis name aan de BAC (en de accountant) aan. Hiermee bieden we een gestructureerde basis onder de toekomstige rechtmatigheidsverantwoording. 

•    In het controleplan prioriteerden we de financiële processen en maakten een planning voor de controles. We hebben de uitkomsten van de interne controle geanalyseerd en hebben acties ondernomen daar waar nodig. Zoals elk jaar had de naleving van de aanbestedingsregels daarbij onze extra aandacht. 

•    Gezien de omvang van de lasten in het sociale domein (circa 30% van de gemeentebegroting) en de aard van de uitgaven stelden we voor het sociaal domein een specifiek intern controleplan op (dat wel integraal onderdeel vormt van het intern controleplan dat het college vast stelde). Om goed zicht te houden op de rechtmatigheid van de uitgaven in het sociaal domein controleren we het sociaal domein uitgebreider dan op basis van de eisen van de accountant voor de jaarrekening 2021 nodig zou zijn. De uitkomsten rapporteren we in een afsluitende rapportage aan het college. 

•    In 2021 voerden we de ENSIA-audit uit. De audit is tijdig uitgevoerd en vastgelegd in de ENSIA-tool van het Ministerie. De tool is de basis voor de verantwoording over informatiebeveiliging die het college, gelijktijdig met de jaarstukken, aflegt aan de raad. Voor de inhoudelijke uitkomsten van de ENSIA-audit verwijzen wij naar het onderdeel Informatieveiligheid en privacy. 
Voor 2021 stonden geen specifieke doelmatigheidsonderzoeken gepland. In aanloop naar de Kadernota 2021 voerden we een benchmark/analyse uit van de lasten en lasten in de begroting 2021 ten opzichte van vergelijkbare gemeenten en ten opzichte van de middelen die we voor taken krijgen via de algemene uitkering. We maakten hierbij gebruik van ‘open-data’ via het CBS. De uitkomsten presenteerden we aan de Raad. De Raad betrok de uitkomsten bij het besluitvormingsproces rondom de Kadernota 2022.  

Informatievoorziening en Automatisering

Terug naar navigatie - Informatievoorziening en Automatisering

Ook in 2021 is er veel thuis gewerkt. In combinatie met ontwikkelingen op dit vlak heeft dit impact gehad op de werkzaamheden, beheerlast en werkdruk van het team dat belast is met informatievoorziening en automatisering.  

Op gebied van techniek en infrastructuur hebben we te maken gehad met een aantal verstoringen. Deze verstoringen zijn verholpen en er zijn zogenaamde health checks uitgevoerd. De hier uit voortgekomen verbeteracties zijn uitgevoerd om de kans op toekomstige verstoringen te verkleinen. Verder is het beheer van onder andere de back-up bij gespecialiseerde partijen ondergebracht. Als laatste is apparatuur besteld om capaciteitsproblemen te voorkomen. Dit kent vanwege schaarste in de markt een grote doorlooptijd. Extra capaciteit wordt hierom pas in 2022 gerealiseerd. 

Het is mogelijk gemaakt om aanvullende thuiswerkvoorzieningen te bestellen voor medewerkers. Daarnaast wordt achter de schermen gewerkt aan het verbeteren van mogelijkheden op gebied online samenwerken en hybride werken, zoals het implementeren van een proeftuin op gebied van hybride vergaderen. Deze ontwikkelingen bieden veel nieuwe mogelijkheden en hebben grote technische impact. 

Op gebied van informatievoorziening en datagedreven werken hebben we stappen gezet die aansluiten bij de vastgestelde visie op informatievoorziening en ICT. Managementinformatie is verbeterd en binnen de organisatie is een informatievoorzieningsproject gestart om meer grip te krijgen op het sociaal domein. Hier leveren we een belangrijke bijdrage aan.

Op gebied van geo informatie is gewerkt aan het wegwerken van achterstanden en het verhogen van kwaliteit van gegevens in basisregistraties. Dit is een proces dat in 2022 vervolgd wordt. Werkprocessen en afspraken zijn geactualiseerd om hieraan bij te dragen. Voorbereidingen zijn getroffen om technisch tijdig aan te sluiten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet. 

Op gebied van documentaire informatievoorziening is ingezet op het wegwerken van achterstanden. Op basis van de archiefinspectie zijn verbeteracties geïnitieerd. Zo is er een nieuwe archiefverordening opgesteld en is er een project gestart om een deel van het archief op te schonen.

Op gebied van informatieveiligheid zijn aanvullende maatregelen geïmplementeerd. Procedures rondom het afhandelen en communiceren over grote verstoringen zijn geactualiseerd en geprofessionaliseerd. 

Ten slotte is er gestart met de organisatieontwikkeling die zorgt voor een nog betrouwbaardere en toekomstbestendige dienstverlening rondom informatievoorziening en automatisering. Deze ontwikkeling zal in 2022 verder worden voortgezet conform het besluit in de eerste begrotingswijziging van 2022.

Juridische zaken

Terug naar navigatie - Juridische zaken

In 2021 is het belangrijkste deel van het Haagse Beek traject afgerond. Er is een visie op de toekomst van de centrale juridische functie opgesteld. De ingezette ontwikkeling van het team zal ook in 2022 voortvarend worden voortgezet aan de hand van visie en de uitgevoerde Quik Scan juridische kwaliteitszorg. 
Op het gebied van privacy is er opnieuw veel aandacht geweest voor bewustwording in onze organisatie en is er een jaarplan 2022-2023 vastgesteld waarin acties zijn opgenomen met als doel dat onze organisatie kan voldoen aan de eisen die de AVG stelt.

De stijging die in 2020 waarneembaar was in het aantal klachten, heeft zich ook in 2021 doorgezet. Ook is een stijging in het aantal aansprakelijkstellingen, bezwaren  en wobverzoeken duidelijk te zien. Opvallend daarbij te noemen zijn de bezwaarschriften gericht tegen de TOZO besluiten als gevolg van de corona maatregelen. De processen aansprakelijkstelling door derden, aansprakelijkstellingen door gemeente en bezwaren zijn verbeterd en geïmplementeerd in het zaaksysteem. 

Dienstverlening

Terug naar navigatie - Dienstverlening

In het tweede jaar van de coronacrisis heeft het team Service & Contact de dienstverlening wederom uitstekend neergezet. Binnen alle geldende maatregelen garandeerde de gemeente een goede dienstverlening zonder wachttijden aan de balie of de receptie en zeer korte wachttijden aan de telefoon. We zorgden er voor dat inwoners veel zelf kunnen regelen: de digitale dienstverlening is volop in ontwikkeling en veel producten kunnen 24 uur per dag, 7 dagen in de week vanaf elk gewenst apparaat en vanaf elke locatie worden aangevraagd. Voor hen die persoonlijk contact nodig hadden, bleef het gemeentehuis open. In elke situatie en met alle maatregelen zorgden we voor een persoonlijke ontvangst en hulp aan de balie. We boden in alle situaties een luisterend oor aan die inwoners en ondernemers die ons, om welke reden dan ook, nodig hadden.

Inkoop

Terug naar navigatie - Inkoop

Op het gebied van inkoop is ingezet aan het blijven voldoen aan de rechtmatigheidseisen, inkopen tegen de meest optimale (integrale) prijs-kwaliteit verhouding en het optimaal functioneren van de inkoopfunctie in de organisatie. In 2021 is de professionaliseringsslag een minder grote geweest dan wij voor ogen hadden door structurele onderbezetting in het team.
In 2021 zijn de punten uit de evaluatie van het decentrale inkoopmodel verwerkt in het Haagse Beek traject en hebben we kennisgemaakt met het (deels) nieuwe bestuur van Ondernemend Lansingerland. 

Communicatie

Terug naar navigatie - Communicatie

Communicatie
Team Communicatie ondersteunt het college van B&W bij haar communicatie naar ‘buiten’. De resultaten op beleidsvelden staan elders in deze jaarrekening genoemd. Ook draagt het team eraan bij om de organisatie communicatiever te maken en adviseert zij de organisatie, teams en medewerkers op allerlei communicatieve vlakken. Van folder tot webinar. Van strategisch plan tot fotografie. Van content voor socials tot aan het bedankbriefje voor een inwoner. 

De betrokkenheid van inwoners, ondernemers, verenigingen en instellingen bij het maken van beleid, het nemen van besluiten of bij de uitvoering van projecten of werkzaamheden is belangrijk. Duidelijke informatie, een heldere rolbeschrijving en gezamenlijke uitgangspunten scheelt vragen bij mensen. Daarnaast is participatie een speerpunt van onze raad en college van B&W. 

Begrijpelijk taal en beeldgebruik
Het college blijft een groot voorstander van tijdige, transparante en duidelijke communicatie. Waarbij begrijpelijk taal- en beeldgebruik een vereiste is. Dat deden we bij coronacommunicatie bijvoorbeeld via video’s. Maar ook infographics (plaatjes met korte uitleg) dragen bij aan het verduidelijken van bijvoorbeeld de gemeentelijke begroting. Mooie, duidelijke en herkenbare beelden zorgen voor een aantrekkelijk beeld bij de gemeentelijke berichtgeving en de positionering van Lansingerland. In 2021 is hier een begin mee gemaakt, en het wordt verder doorgepakt in 2022.

Corona
Ook in 2021 had corona grote impact op onze samenleving, de organisatie en haar medewerkers. Team communicatie draagt bij aan de communicatie over coronamaatregelen, verwijzing naar de juiste websites en regelingen voor bijvoorbeeld ondernemers, en interne communicatie. Communicatie over corona deed de gemeente niet alleen. Via een regionale samenwerking met Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) werd de informatie van de Rijksoverheid en VRR centraal beschikbaar gesteld en gedeeld. Dit gaat in 2022 door. 

Antwoord op vragen
Daarnaast monitort team communicatie wat er in de samenleving leeft, speelt en gebeurt. Actieve terugkoppeling van vragen naar beleidsvelden of collega’s zorgt dat mensen antwoord krijgen op hun vragen. Het webcare team (contentredactie) geeft ook direct antwoord aan vraagstellers via de diverse kanalen (multi-channel). Op deze manier houdt de gemeente betrokkenheid bij haar inwoners, ondernemers, verenigingen en instellingen. Niet alleen in 2021. 

In december 2021 startte de communicatie over de tijdelijke noodopvang. Waarbij ook ruimte was voor  emoties en sentiment. Alle  informatie wordt gedeeld via de website, nieuwsuitzending, nieuwsbrief, callcenter en socials . Communicatie over noodopvang loopt door in 2022. 

 

Informatieveiligheid en Privacy

Terug naar navigatie - Informatieveiligheid en Privacy

De inwerkingtreding van de AVG, het rekenkameronderzoek, de diverse audits op informatiebeveiliging en onze ervaringen maken continu duidelijk dat informatiebeveiliging en privacy aandacht blijven vragen, zo ook in 2021. Voor beide onderdelen stelden we een jaarplan op, dat we uitvoerden in 2021. Mede als gevolg van Corona/lockdowns/verplicht thuiswerken etc. konden helaas niet alle activiteiten worden uitgevoerd of afgerond. Zo liepen een aantal DPIA’s (Data Protection Impact Assessement) vertraging op, is de actualisatie van het verwerkingsregister nog niet afgerond en konden de geplande pentesten niet doorgaan.  


Voor informatiebeveiliging lag daarbij de focus op beleidsmatige taken, waaronder het actualiseren van het beleid. Hierin verwerkten we de omslag van de BIG-maatregelen (Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten) naar de BIO-maatregelen (Baseline Informatiebeveiliging Overheid). Het college stelde in 2020 het geactualiseerde informatiebeveiligingsbeleid en privacy beleid vast en vanaf 2021 werken we volgens dit beleid. 


Via o.a. de VNG/IBD hebben we toegang tot actuele informatie rondom informatiebeveiligingsvraagstukken en zijn we in staat om ons beleid en processen aan te passen aan de actualiteit. Zo werden we eind 2021, net als de rest van de wereld, geconfronteerd met de effecten van het log4j beveiligingslek. Naar aanleiding van dit lek is gestructureerd geanalyseerd welke applicaties in Lansingerland hier kwetsbaar voor zijn, welke risico’s dit met zich meebrengt en welke maatregelen we hiervoor kunnen nemen om deze risico’s te beheersen. Op grond van die analyse zijn diverse applicaties (tijdelijk) uitgeschakeld. Dit had en heeft wel gevolgen voor diverse bedrijfsprocessen. Hierover informeerde het college de gemeenteraad begin 2022. Inmiddels lijkt de storm op dit vlak te zijn gaan liggen en zijn diverse applicaties weer ingeschakeld.  


Het succes van informatiebeveiliging en privacy borgen staat of valt met mensen. Om deze reden was continue bewustwording van medewerkers ook in 2021 weer een speerpunt. Zo hielden we presentaties voor nieuwe collega’s, werden berichten geplaatst op @Work over actuele informatiebeveiligingsvraagstukken en is informatiebeveiliging en privacy ook periodiek onderwerp van gesprek in college, directie en MT overleggen. Deze bewustwording wordt in samenhang met privacy opgepakt gezien het feit dat houding en gedrag van mensen bepalend is. 


In 2021 voerden we voor diverse processen Privacy Impact Assessments (PIA’s) uit (Wmo, jeugd en veiligheid). Het opstellen van deze PIA’s leidt vervolgens tot organisatorische en technische maatregelen die we treffen om persoonsgegevens voldoende te beschermen. Naast deze ‘thema’ PIA’s is er ook doorlopend aandacht voor het waarborgen van de privacy bij de implementatie van nieuwe systemen en gegevensverwerkingen. Waar nodig voeren we een PIA uit. Jaarlijks legt het college apart verantwoording af over de informatieveiligheid via ENSIA. De ENSIA-verantwoording 2020 van het college aan de Raad en de externe partijen (Rijk, BKWI) is afgerond in voorjaar 2021 en de verantwoordingen zijn met het college gedeeld.


De FG bracht over het jaar 2021 een toezichtsverslag uit. Conclusie van dit verslag is dat de gemeente nog flinke stappen moet zetten op het gebied van privacy. Zowel in het actueel zijn van overkoepelend beleid en maatregelen (denk aan het verwerkingsregister) als in het nemen van maatregelen in de diverse teams en processen in de organisatie. Zeker in een organisatie als een gemeente, waar veel privacy gevoelige informatie wordt verwerkt, is het belangrijk deze verwerkingen beheerst te laten plaatsvinden. Om dit te kunnen doen zijn wel capaciteit en middelen nodig. De FG vraagt daar aandacht voor en adviseert hiertoe een ‘verbeterplan’ op te stellen inclusief mijlpalen en voldoende middelen om dit plan ook uit te voeren. 

Paragraaf Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Van een financieel belang is sprake indien de gemeente risico loopt met aan deze partijen beschikbaar gestelde middelen of als de gemeente aangesproken kan worden als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Van bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, vanwege vertegenwoordiging in het bestuur of vanwege het hebben van stemrecht.

De visie op en de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen

Als gemeente kunnen wij door toenemende uitbreiding en complexiteit niet al onze taken meer zelfstandig uitvoeren. Samenwerking met andere partners, waaronder andere overheden, kan dan een oplossing bieden. De ‘Nota verbonden partijen 2016 – 2020’ (corsanummer T16.02321) geeft inzicht in het (wettelijk) kader en geeft het afwegingskader een handvat voor het toe- en uittreden bij verbonden partijen. De nota en bijbehorend addendum (T17.01105) gaan ook in op de vertegenwoordiging in verbonden partijen. Daarnaast besteedt de nota aandacht aan de spelregels voor governance en het uitvoeren van risicomanagement met de bestaande (wettelijke) instrumenten van informatievoorziening en aanvullende mogelijkheden om bij te dragen aan de kaderstellende, toezichthoudende en controlerende rol van de raad. Belangrijk hierbij is dat de raad middels een zienswijze hun reactie kunnen geven op de begrotingen van de verbonden partijen. De begrotingswijzigingen die worden aangedragen door de verbonden partijen worden niet middels een zienswijze aan de raad voorgelegd.

Overzicht

Terug naar navigatie - Overzicht

In onderstaand overzicht staat de meest essentiële financiële informatie van de verbonden partijen. In de latere tabellen staat per verbonden partij de informatie die op grond van artikel 15 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) verplicht is inclusief bij welk programma uit de begroting het hoort en op welke wijze de verbonden partij bijdraagt aan de realisatie van de doelstelling van het programma. Daarnaast schrijft artikel 15 BBV voor dat de lijst van verbonden partijen, wordt onderverdeeld in:

1. gemeenschappelijke regelingen;

2. vennootschappen en coöperaties;

3. stichtingen en verenigingen

4. overige verbonden partijen.

in de navolgende tabellen nemen wij de verplichte informatie op per verbonden partij, zoals gesteld in het BBV.

Gemeenschappelijke regelingen Gemeenschappelijke regelingen Programma Begroot 2021 Realisatie 2021
Bedrijvenschap Hoefweg Bedrijvenschap Hoefweg 6. Lansingerland Ontwikkelt Niet van toepassing Niet van toepassing
Bleizo Bleizo 6. Lansingerland Ontwikkelt Niet van toepassing Niet van toepassing
DCMR Milieudienst Rijnmond DCMR Milieudienst Rijnmond 6. Lansingerland Ontwikkelt 1.456.591 1.506.115
Jeugdhulp Rijnmond Jeugdhulp Rijnmond 4. Maatschappelijke ondersteuning 7.690.033 8.940.479
MRDH (Metropoolregio Rotterdam-Den Haag) MRDH (Metropoolregio Rotterdam-Den Haag) 6. Lansingerland Ontwikkelt 165.134 165.134
Openbare Gezondheidszorg Rotterdam-Rijnmond Openbare Gezondheidszorg Rotterdam-Rijnmond 4. Maatschappelijke ondersteuning 451.714 456.282
Recreatieschap Rottemeren Recreatieschap Rottemeren 3. Sport, cultuur en onderwijs 196.400 196.400
Schadevergoedingsschap HSL-Zuid Schadevergoedingsschap HSL-Zuid 6. Lansingerland Ontwikkelt Niet van toepassing Niet van toepassing
SVHW (Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie, Heffingen en Waardebepaling) SVHW (Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie, Heffingen en Waardebepaling) 8. Algemene dekkingsmiddelen 488.000 508.000
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 2. Openbare orde en veiligheid 3.617.368 3.706.532
Vennootschappen en coöperaties Vennootschappen en coöperaties Programma Begroot 2021 Realisatie 2021
Dunea (vh Duinwater-bedrijf Zuid-Holland) Dunea (vh Duinwater-bedrijf Zuid-Holland) 8. Algemene dekkingsmiddelen Te completeren Te completeren
Eneco Groep N.V. Eneco Groep N.V. 8. Algemene dekkingsmiddelen 2,25 miljoen 2,3 miljoen
Stedin Holding N.V. Stedin Holding N.V. 8. Algemene dekkingsmiddelen 1,6 miljoen 1,75 miljoen
Vennootschappen en coöperaties Vennootschappen en coöperaties Programma Begroot 2021 Realisatie 2021
Parkmanagement Bedrijvenpark Oudeland (PMBO) Parkmanagement Bedrijvenpark Oudeland (PMBO) 6. Lansingerland Ontwikkelt 57.000 20.000
Vennootschappen en coöperaties Vennootschappen en coöperaties Programma Begroot 2021 Realisatie 2021
BNG (Bank Nederlandse Gemeenten) BNG (Bank Nederlandse Gemeenten) 8. Algemene dekkingsmiddelen Niet van toepassing Niet van toepassing

Bedrijvenschap Hoefweg

Terug naar navigatie - Bedrijvenschap Hoefweg
Naam verbonden partij Bedrijvenschap Hoefweg
Vestigingsplaats Bleiswijk
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) Ontwikkeling van het bedrijventerrein Hoefweg (Hoefweg Noord) voor vestigingsmogelijkheden voor bedrijven. Met de ontwikkeling van dit gebied wil de gemeente een gunstig economisch klimaat en daarmee indirect een interessant werk – en woongebied creëren voor de inwoners.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Geen structurele bijdrage aan of van het Bedrijvenschap. Art. 24 en 25 van de GR: de gemeente levert een financiële bijdrage aan het startkapitaal, de gemeenten zorgen voor voldoende middelen zodat de GR aan verplichtingen aan derden kan voldoen. De inbreng en risicoverdeling is op 50%- 50% voor elke gemeente vastgesteld. De GR neemt voor 30% deel aan de CV Prisma en voor 31% in de BV Prisma.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 9,45 mln. Per 31-12-2021: € 9,86 mln.
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 17,4 mln. Per 31-12-2021: € 10,9 mln.
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) € 0,4 mln.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2021 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Geen. Het financiële belang blijft gelijk.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? De grondexploitatie Hoefweg kent per 1-1-2022 een positief resultaat van € 12,1 mln. (netto contante waarde). Ten opzichte van 2020 blijft het resultaat hiermee nagenoeg gelijk. De risicoanalyse toont aan dat er geen risicovoorziening getroffen hoeft te worden. Het risico met de meeste invloed op de uitkomst van de grondexploitatie betreft de uitgifteprijs. De Vpb-afdracht is inmiddels afgestemd met de Belastingdienst.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Het onderzoek naar het ontwikkelprogramma van Bleizo-West kan mogelijk een wijziging van de opdracht voor de GR Bleizo oplveren. Een bestuurlijke keuze over de ontwikkelrichting is hierover nodig. Ook afstemming met stakeholders zal moeten plaatsvinden. De afwikkeling van Prisma BV/CV is van invloed op de mogelijke opheffing van Bedrijvenschap Hoefweg. Zolang Prisma niet opgeheven is, kan Bedrijvenschap Hoefweg ook niet opgeheven worden.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Financiële analyse: Gemiddeld Bestuurlijke analyse: Laag De grondexploitatie van Bedrijvenschap Hoefweg is ruim positief loopt tot en met 2024. In deze periode is bijsturing nog goed mogelijk. Bestuurlijk hebben we (indirecte) invloed.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? De ontwikkeling van het bedrijventerrein Hoefweg stimuleert de vestigingsmogelijkheden voor bedrijven en een gunstig economisch klimaat.

BLEIZO

Terug naar navigatie - BLEIZO
Naam verbonden partij BLEIZO
Vestigingsplaats Bleiswijk
Deelnemende partijen Gemeente Zoetermeer en Gemeente Lansingerland
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) Het doel van deze GR is het ontwikkelen van het gebied rondom het OV knooppunt Bleizo (station Lansingerland-Zoetermeer), gericht op het realiseren van een nieuw economisch knooppunt met een eigen identiteit. Met de ontwikkeling van een OV-knooppunt en het gebied daarom heen wil de gemeente een gunstig economisch klimaat en een interessant werk- en woongebied creëren voor de inwoners.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) (art. 32 GR Bleizo) Beide gemeenten staan ervoor in dat de GR Bleizo altijd over voldoende middelen beschikt om verplichtingen aan derden te voldoen. Een batig/nadelig saldo komt voor 50% ten gunste/laste van Lansingerland.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 3,7 mln Per 31-12-2021: € 4,7 mln
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021 € 44,6 mln Per 31-12-2021 € 40,9 mln
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) € 0,9 mln
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2021 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Het financiële belang van Lansingerland is ongewijzigd: 50% van winst of verlies van GR Bleizo.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? De grondexploitatie Bleizo kent per 1-1-2022 een positief resultaat van € 15,1 mln. (netto contante waarde). Ten opzichte van 2020 is het resultaat met € 6 mln. verbeterd na belasting. Dit wordt met name veroorzaakt door de een kosten- en opbrengstenstijging door aanpassing van de parameters, de vrijval van kosten voor bouw- en woonrijpmaken en de aanpassing van de verwachte VPB-last. De risicoanalyse toont aan dat er geen risicovoorziening getroffen moet te worden. De risico’s met de meeste invloed op de uitkomst van de grondexploitatie zijn de opbrenstenindexering, de rentelasten en de afwijking van de eenheidsprijzen.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Het onderzoek naar het ontwikkelprogramma van Bleizo-West kan mogelijk een wijziging van de opdracht voor de GR Bleizo opleveren. Een bestuurlijke keuze over de ontwikkelrichting is hierover nodig. Ook afstemming met stakeholders zal moeten plaatsvinden. De kavels in Bleizo-Oost zijn verkocht.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Financiële analyse: Gemiddeld Bestuurlijke analyse: Laag De GR Bleizo kent nog een behoorlijke looptijd. Ondanks dat de belangen aanzienlijk zijn, maakt dit dat bijsturing mogelijk is. Bestuurlijk hebben we (indirecte) invloed.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? De realisatie van vervoersknooppunt Bleizo (station Lansingerland-Zoetermeer) en de ontwikkeling van het gebied rondom het knooppunt dragen bij aan de ontwikkeling van Lansingerland als gemeente waarin aantrekkelijk en op duurzame wijze kan worden gewerkt en gewoond.

DCMR Milieudienst Rijnmond

Terug naar navigatie - DCMR Milieudienst Rijnmond
Naam verbonden partij DCMR Milieudienst Rijnmond
Vestigingsplaats Schiedam
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) Uitvoeren van de Wet Milieubeheer (Wm), de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Wet bodembescherming (Wbb) voor de Gemeente Lansingerland en advisering op het gebied van milieu en ruimtelijke ordening. Het publieke belang is het bereiken van een goed leefmilieu voor burgers en bedrijven.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) 2023: € 1.642.367 2022: € 1.567.144
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 6.038.000 Per 31-12-2021: € 4.866.000
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: pm Per 31-12-2021: pm
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Het financieel resultaat over 2021 na bestemming bedraagt minus € 954.000
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2021 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Er zijn geen wijzigingen in het financiele belang dat de gemeente in de DCMR heeft.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? De benoemde risico's uit 2020-2021 die samenhingen met het op orde krijgen van de bedrijfsvoeringssystemen, vormen nauwelijks tot geen risico meer. De nu begrote en vanuit de eigen exploitatie van de DCMR gedekte bedragen zijn zo realistisch mogelijk geraamd. Voor de overdracht van diverse bodemtaken vanuit de provincie naar de gemeente (wijziging bevoegd gezag per inwerkingtreding van de Omgevingswet) stellen we bij de begroting 2023 voor extra middelen te reserveren.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Een aandachtspunt is de glastuinbouw en de ontwikkelingen die hier spelen in combinatie met strenger wordende regelgeving. Voor rozentelers loopt (regionaal) een verlengde maatwerkprocedure en dit speelt ook bij brijnlozingen. Dit vraagt extra inzet van de DCMR, maar de verwachting is dat dit geen substantiele (en zeker geen strucurele) financieringsverzwaring met zich meebrengt.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Het financiële risico is gemiddeld tot laag. Dit heeft te maken met het feit dat in de Gemeenschappelijke Regeling een garantstelling voor de deelnemende gemeenten is opgenomen en ook het weerstandsvermogen is nog steeds voldoende. Het bestuurlijke (inhoudelijke) risico is laag, omdat de belangen van DCMR hetzelfde zijn als onze belangen, er duidelijke afspraken met de DCMR zijn gemaakt die we regelmatig monitoren en we veel vertrouwen in deze verbonden partij hebben.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? De DCMR Milieudienst Rijnmond levert met inzet van wettelijke instrumenten en vanuit zijn specifieke deskundigheid een bijdrage aan het verlagen van de milieubelasting van bedrijven en aan het verhogen van de milieukwaliteit en veiligheid in het Rijnmondgebied. Hiermee draagt het bij aan de ontwikkeling van Lansingerland als gemeente waarin aantrekkelijk kan worden gewoond, gewerkt en gerecreëerd.

Jeugdhulp Rijnmond

Terug naar navigatie - Jeugdhulp Rijnmond
Naam verbonden partij Jeugdhulp Rotterdam
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) 1. Uitvoering te geven aan de wettelijke verplichtingen tot regionale samenwerking uit de Jeugdwet in het kader van Veilig Thuis (AMHK), jeugdreclassering en jeugdbescherming. 2. Het uitvoeren van bovenlokale taken door middel van het contracteren en/of subsidiëren van aanbieders van jeugdhulp, -reclassering en -beschermingsmaatregelen in het kader van de Jeugdwet. 3. Realiseren van overleg, kennisontwikkeling- en overdracht tussen de aangesloten gemeenten.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) De Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond is opgericht voor de inkoop van verschillende vormen van jeugdhulp waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn. De inleg van de gemeente Lansingerland bedraagt in 2021 € 10.482.000 (inclusief organisatiekosten) ten opzichte van het totaal van € 277.649.000. Dit is inclusief de extra afrekening over 2021 van € 7.364.000, ons aandeel hierin is ongeveer € 449.000.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 0 Per 31-12-2021: € 0
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Vreemd vermogen: Per 1-1-2021: € 54.524.000 Per 31-12-2021: € 73.010.000
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) € 0
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2021 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft De primitieve begroting GRJR van 2021 bedroeg € 247 miljoen. In de loop van het jaar werden we geconfronteerd met een aantal ontwikkelingen die het realiteitsgehalte in de begroting 2021 beïnvloeden. Het betrof de volgende vier punten: 1. De indexatie pleeghulp naar het prijspeil 2021 (€ 2,2 miljoen); 2. De overschrijding van jeugdhulptrajecten in het kader van Adolescentenstrafrecht (ASR) (€ 780.000); 3. De toenemende druk op de spoedhulp (€ 11,5 miljoen) betreft wachttijden en spoedhulp); 4. De oplopende wachttijden. Dit leiden uiteindelijk tot de 1e begrotingswijziging in 2021 (€ 10,4 miljoen GRJR) en onze bijdrage hierin was € 374.117. Voor zienswijze hiervan zie BR2100092. Daarnaast is er nog € 4 miljoen dekking vanuit de SPUK. Voor de SPUK acute Jeugd-GGZ is binnen de gewijzigde begroting zowel aan de baten - als aan de lastenkant € 4,0 miljoen opgenomen. Later in 2021 bleek echter dat de verantwoording via de gemeente Rotterdam loopt en dus buiten GRJR om. De bijgestelde begroting 2021 exclusief de SPUK bedraagt € 257 miljoen.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? Toenemend zorggebruik in een openeinde regeling: De jeugdwet bevat een open einde regeling. Omdat er in onze gemeente sprake is van een toenemend zorggebruik, zowel in aantallen als in zwaarte, levert dit een financieel risico op. Wij sturen (conform de Veranderopgave Jeugdhulp) hierop door middel van de (lokale) toegang, de samenwerking met onze toegangspartners en samenwerking met huisartsen. Aanbieders van semi-publieke en/of kwetsbare voorzieningen hebben problemen in de bedrijfsvoering en/of hogere productie dan begroot. Het betreft hier met name Jeugd bescherming Rotterdam Rijnmond (JBRR) en Veilig thuis Rotterdam Rijnmond (VTRR). Dit is opgevangen door middel van tussentijdse verhoging van de begroting. Schommelingen in macrobudget, wijzigingen in landelijk politiek beleid. De keer op keer stijgende kosten van de jeugdhulp heeft de rijksoverheid ertoe aangezet om aan de gemeenten tijdelijke extra middelen beschikbaar te stellen. De rijksoverheid heeft uit het transformatiefonds aan de regio Rijnmond transformatiemiddelen beschikbaar gesteld om transformatie en sturend vermogen te bevorderen.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? 1. In het licht van de (financiële) ontwikkelingen in de specialistische jeugdhulp zetten wij in op de realisatie van de veranderopgave jeugdhulp. Dat betekent dat wij waar mogelijk sturen op vermindering van het gebruik van specialistische jeugdhulp. 2. Op lokaal en regionaal verband werken aan de (verbeterpunten uit de) regiovisie ter versterking van de jeugdhulp. Waaraan de ontwikkelingen van de landelijke hervormingsagenda synchroon lopen. 3. Doorontwikkeling van de informatievoorziening zodat inzicht verkregen wordt op betrouwbare basisinformatie voor onder andere cliëntstromen en wachttijden. 4. Borging van de zorgcontinuiteit als gevolg van de implementatie van de regionale- en lokale inkoopcontracten die per 1 januari 2023 ingaan.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Risicobeleid GR Op basis van een risico-inventarisatie die in samenwerking met de gemeenten is opgesteld is geconcludeerd dat de omvang van het gewogen risico beheersbaar is en dat er geen apart weerstandsvermogen gevormd hoeft te worden. Wel is voor 2021 een risicobudget opgenomen ter hoogte van € 3.600.000. De risico-inventarisatie is gedurende het jaar enkele malen uitgevoerd. Gedurende het jaar werd op basis van de kwartaalrapportages duidelijk dat er sprake was van te verwachten overschrijdingen op budgetten. In de buraps wordt het risicobudget ingezet om geprognotiseerde tekorten te verkleinen. Daarnaast is het risicobudget voor €1,9 mln ingezet om Corona gerelateerde kosten op te vangen. In de jaarrekening is het risicobudget volledig aangewend. Voor de deelnemende gemeenten geldt daarbij dat eventuele overschrijdingen in het budget lopende het begrotingsjaar, of bij de jaarrekening door de gemeenten moeten worden vergoed, waarbij de extra inbreng plaatsvindt op basis van de weging en de verrekening van het daadwerkelijk gebruik van individuele gemeenten plaatsvindt bij de berekening van de vlaktaks. Gemeentelijk risicobeleid - Op basis van de financiële analyse is er een hoog risico verbonden aan de GR Jeugdhulp. De gemeente heeft een hoge jaarlijkse financiële bijdrage. In 2015 is besloten dat eventuele tekorten door de deelnemende gemeenten worden gedekt, waardoor gebruik wordt gemaakt van het weerstandsvermogen van de gemeenten. - Op basis van de bestuurlijke analyse is er een gemiddeld risico verbonden aan de GR. De te leveren afspraken zijn van invloed op de gemeentelijke doelstellingen. Lansingerland is vertegenwoordigd in het AB. Omdat Rotterdam een grote invloed heeft op de besluitvorming brengt dit een zeker risico met zich mee.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? De Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond heeft tot taak de gemeenschappelijke inkoop zodanig vorm te geven dat lokale ambities kunnen worden gerealiseerd en dat zorgcontinuïteit is geboden. Met de in 2021 vastgestelde regiovisie 'Nabij en Passend' en de aangescherpte inkoopstrategie '23 is een beweging naar meer lokale sturing tot stand gebracht. Wij orgaiseren de zorg voor onze jeugdigen zo veel als mogelijk lokaal. Voor dusdanig specialistische zorg die niet lokaal kan worden georganiseerd schalen we op naar de GRJR. Zo draagt de GRJR bij aan onze doelstelling probleemsituaties van jongeren te verbeteren of stabiliseren.

Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH)

Terug naar navigatie - Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH)
Naam verbonden partij Metropoolregio Rotterdam Den-Haag (MRDH)
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling van de VP: Hoe ziet ons publiek belang eruit? Het versterken van de internationale concurrentiepositie van de regio door verbetering van de bereikbaarheid en het economisch vestigingsklimaat.
Wat draagt Lansingerland financieel bij aan deze VP: hoe ziet ons financieel belang eruit? De MRDH is gestoeld op twee pijlers: Vervoersautoriteit (Va) en Economisch Vestigingsklimaat (EV). In eerste pijler wordt gewerkt aan verbetering van de bereikbaarheid in twee programma's: Exploitatie Verkeer en Openbaar Vervoer, en Infrastructuur Verkeer en Openbaar Vervoer. Voor beide programma's is de Brede Doeluitkering (BDU) van het Rijk de belangrijkste dekking voor de kosten. De BDU bedraagt jaarlijks ruim € 500 miljoen. Daarvan wordt ca. 80% besteed aan het programma Exploitatie Verkeer en Openbaar Vervoer, en de overige 20% aan investeringen. Het Investeringsprogramma Vervoersautoriteit (IPVa) beschrijft waar de deze middelen concreet aan worden besteed. De tweede pijler van de MRDH betreft het economisch vestigingsklimaat. Voor het gelijknamige programma Economisch Vestigingsklimaat (EV) wordt de begroting bepaald door een gemeentelijke afdracht per inwoner van € 2,77. Uitgaande van 63.338 inwoners op 1 januari 2021 betreft de totale afdracht van Lansingerland aan het EV-programma voor dat jaar € 175.446.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 30.206.327 Per 31-12-2021: € 32.507.907
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 1.472.506.678 Per 31-12-2021: € 1.435.141.064
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) € 1.459.857
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2021 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Er zijn geen veranderingen in 2021 in het bestuurlijke en publieke belang dat de gemeente in de MRDH heeft.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? De jaarrekening laat een positief resultaat zien. Ook de begroting is meerjarig positief. Wel is er een constante druk van de investeringen voor overbesteding. Overbesteding is toegestaan voor maximaal drie achtereenvolgende jaren. Ook de coronacrisis heeft een langlopend effect op de exploitatie van het openbaar vervoer. Met het afbouwen van de Rijksregeling voor een aanvullende subsidie neemt de financiële opgave voor de MRDH de komende maanden weer verder toe. De MRDH is met het Rijk en de vervoerbedrijven in gesprek over een ‘zachte landing’ en terugkeer naar een normale subsidieverhouding tussen MRDH en de vervoerbedrijven.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor Lansingerland de komende 2 jaar? De belangrijkste aandachtspunten voor Lansingerland zijn de verdere uitwerking van de projecten uit het Investeringsprogramma en het genereren van de daarbij behorende financiën. In het Investeringsprogramma zijn ook andere projecten opgenomen, zoals Corridor A12 (o.a. logistieke hotspot), energie-infrastructuur (warmtenet), geothermie, Greenport en vaarroutes (Rotte – Rijn – Vliet). De MRDH kan in het samenbrengen van gemeenten en het definiëren van regionale projecten een coördinerende of voortrekkersrol vervullen, bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met andere gemeenten en marktpartijen. Onder de noemer van het programma Mobiliteit en Verstedelijking (MOVE) wordt aan een aantal tafels de strategie van de regio uitgewerkt. Deze studies moeten richting geven aan nieuwe grote infrastructurele projecten in relatie tot andere ruimtelijke ontwikkelingen zoals de woningbouwopgave. Dit geeft richting aan de doorontwikkeling van het hoogwaardige OV-net in onze regio. Ook in Lansingerland worden OV-lijnen verkend, zoals ZoRo Rail. De projecten en de organisatie van de Vervoersautoriteit (Va) worden grotendeels bekostigd uit de reguliere Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer. Daarnaast zijn er nog specifieke rijksbijdragen, zoals gelden het Actieprogramma Regionaal OV en de Specifieke Uitkering Verkeersveiligheid. Beide zijn toegevoegd aan de BDU. De komende jaren is er een stevige opgave om de kosten van het openbaar vervoer te drukken. Door een oplopende beheerlast neemt het investeringsvermogen af. Naast de concrete opgaven in relatie tot de pijlers en programma's zijn de zichtbaarheid en de werkprocessen van de MRDH, evenals de relaties met de gemeenten, een bilijvend aandachtspunt. Door hieraan te blijven werken wordt het draagvlak voor de MRDH verder versterkt.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Uit de financiële analyse blijkt dat het risico gemiddeld is. Dit is met name gelegen in het beperkte weerstandsvermogen van de MRDH enerzijds en de afdekking van de risico’s door de MRDH anderzijds zoals ook opgenomen in het treasurystatuut. De wettelijke termijn van overbesteding is bepaald op een maximale periode van drie achtereenvolgende kalenderjaren. Om in de toekomst meer duidelijkheid te hebben over de (financiële) risico’s van grote infrastructurele projecten heeft de MRDH de beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen opgesteld. Het bestuurlijk risico is laag. Lansingerland onderschrijft het belang van de MRDH en staat achter de missie en de visie. De uitwerking van de programma’s vindt in goed overleg met alle gremia plaats.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? Het doel van de GR MRDH is het versterken van de internationale concurrentiepositie van de metropoolregio. Verbetering van de bereikbaarheid en het economisch vestigingsklimaat van de metropoolregio, en daarmee de leefbaarheid van het gebied, komen ten goede van de inwoners, de bedrijven en de maatschappelijke organisaties in de gemeente Lansingerland. Wel is het zaak om scherp in het oog te houden of de GR dit doel ook blijft dienen. Daarom wordt de MRDH als GR iedere vijf jaar geëvalueerd. Eind 2021 is het proces voor een tweede evaluatie van de MRDH gestart. Hierbij zal worden getest in hoeverre de suggesties voor verbetering uit de eerste tussenevaluatie zijn opgevolgd en geïmplementeerd. Met name de rol van de adviescommissie behoeft verdere uitwerking. Het eindrapport van de tweede evaluatie wordt in de eerste helft van 2022 verwacht.

Gemeenschappelijke Regeling GGD Rotterdam-Rijnmond

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Regeling GGD Rotterdam-Rijnmond
Naam verbonden partij Gemeenschappelijke Regeling GGD Rotterdam-Rijnmond
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) Artikel 3 van de GR: Het lichaam heeft tot doel: • het beschermen en bevorderen van de gezondheid van de bevolking of van specifieke groepen daarbinnen, in het rechtsgebied van het lichaam; • het voorkómen en het vroegtijdig opsporen van ziekten onder de bevolking; • alles wat met het bovenstaande in de ruimste zin verband houdt. De regeling regelt de deelnemersbijdrage van de deelnemende gemeente voor de inkoop van het basispakket. De GGD is leverancier en uitvoerder van het basispakket. Het publieke belang is de openbare gezondheid.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Lansingerland droeg in 2021 € 457.854 bij, bestaande uit € 342.405 voor de inkoop van het algemene basistakenpakket en € 115.449 voor de inspecties kinderopvang. De gemeenschappelijke regeling van de GGD-RR kent geen balans en andere financiële staten om in de begroting op te nemen aangezien alleen de gemeente Rotterdam eigenaar is van de organisatie. Personeel en eventuele risico’s zijn daarmee voor rekening van de gemeente Rotterdam. De gemeenschappelijke regeling GGD-RR regelt in materiële zin slechts de inkoop van producten.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: Begroting basistakenpakket 2022) De gemeenschappelijke regeling van de GGD-RR kent geen balans en andere financiële staten om in de begroting op te nemen aangezien alleen de gemeente Rotterdam eigenaar is van de organisatie. Personeel en eventuele risico’s zijn daarmee voor rekening van de gemeente Rotterdam. De gemeenschappelijke regeling GGD-RR regelt in materiële zin slechts de inkoop van producten. Daarmee is de gemeenschappelijke regeling financieel “leeg”, dus zonder bezittingen, waardoor er ook geen balans is. Het financiële risico voor deelname aan de regeling is voor regiogemeenten dus ook niet aanwezig.
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: Begroting basistakenpakket 2022) Niet van toepassing, zie tekst bij ‘Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021’.
Financieel resultaat 2021 (Uit: Begroting basistakenpakket 2022) Niet van toepassing, zie tekst bij ‘Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021’.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2022 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Vooralsnog geen.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? Geen. De gemeente Rotterdam is risicodrager.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Uitvoering van de verplichtingen uit de Wet publieke gezondheid (WPG) tegen een aanvaardbare kostprijs blijft een aandachtspunt. De GGD Rotterdam-Rijnmond heeft in het kader van de vierjaren afspraken een begroting die t/m 2022 alleen geïndexeerd wordt. Voor 2022 legt de GGD voor de reguliere activiteiten geen claims neer en vragen zij geen extra geld. Vanaf 2023 wordt bekeken wat de gevolgen van de coronacrisis voor begroting 2023 en verder voor de GGD en gemeenten betekenen. Een laatste aandachtspunt zijn de kinderopvanginspecties. Wegens corona zijn deze in 2021 niet 100% uitgevoerd. We zijn nog in gesprek met de GGD over de financiele afspraken hierover. Voor 2022 is nog niet helder hoe de uitbetaling van de inspecties eruit zal zien omdat dit afhankelijk is van de situatie rondom corona. Per 1 januari 2023 wordt er een extra basistaak toegevoegd m.b.t. de collectieve advisering gezonde leefomgeving gekoppeld aan de invoering van de omgevingswet.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Er is zowel financieel als bestuurlijk een beperkt risico. De gemeente Rotterdam is financieel risicodrager. Daarnaast dragen de activiteiten van de verbonden partij bij aan het oorspronkelijke doel van de verbonden partij.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? De Gemeentelijke Gezondheidsdienst Rotterdam-Rijnmond zet zich in voor een goede en voor iedereen toegankelijke gezondheidszorg. Daarnaast zet de GGD zich in om ziekten en andere problemen te voorkomen. Hiermee draagt het bij aan Lansingerland als gezonde samenleving.

Recreatieschap Rottemeren

Terug naar navigatie - Recreatieschap Rottemeren
Naam verbonden partij Recreatieschap Rottemeren
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) In stand houden, ontsluiten en exploiteren van recreatiegebied Rottemeren. Openluchtrecreatie, natuurbescherming en natuur- en landschapsschoon bewaren en bevorderen.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Deelnemers: Zuidplas 4%, Rotterdam 91%,en Lansingerland 5%, bijdrage in 2020 € 196.400,-
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 13.022.728,- Per 31-12-2021: € 12.704.486,-
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 5.313.157,- Per 31-12-2021: € 10.142.782,-
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) € 20.420 positief resultaat
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2021 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Geen veranderingen in het financiële belang van 5%.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? Concrete risico's, overigens van een laag en middel gehalte, worden genoemd bij de weerstandsparagraaf in de begroting van het recreatieschap: • invoering VPB; • locatie asfaltfabriek; • essentaksterfte; • nazorg grondwaterverontreiniging Hoge Bergse Bos; • mogelijke procedure i.v.m. geannuleerd evenement; • Ezelsbruggetje.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Met de vaststelling van het Ontwikkelplan Landschapspark de Rottemeren is een ontwikkelrichting gekozen voor het Recreatieschap Rottemerenen en deze is afgestemd met de omgeving. Dit wordt uitgewerkt in een uitvoeringsagenda met uitvoeringsacties. De kwaliteitsimpuls Lage Bergse Bos en de ontwikkeling van De Groene Boog, maken dat het gebied in de picture staat en de (deel)gebieden de komende jaren aangepakt gaan worden. In de samenwerkingsovereenkomst met Staatsbosbeheer is afgesproken dat vanaf 2019 de jaarlijkse kosten niet meer als fixed price bepaald worden maar kostendekkend (op basis van nacalculatie) worden. Samen met de herijking van het Terrein Beheer Model (t.b.v. onderhoud) en het ontwikkelplan met uitvoeringsagenda verwachten wij dat dit tot financiële veranderingen kan leiden. Hier zal in de loop van 2022 meer bekend over worden.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Het financiële risico is laag. Er is sprake van een hoge Algemene reserve. De genoemde risico’s zijn dusdanig beperkt van aard, dat er sprake is van meer dan gewenste weerstandsratio. Bestuurlijk risico is laag vanwege (indirecte) invloed via AB en DB.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? Het in stand houden, ontsluiten en exploiteren van het recreatiegebied Rottemeren draagt bij aan de ontwikkeling van Lansingerland als gemeente waarin op aantrekkelijke wijze gewoond, gewerkt en gerecreëerd kan worden.

Schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4

Terug naar navigatie - Schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4
Naam verbonden partij Schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4
Vestigingsplaats Rotterdam
In artikel 2 van de gemeenschappelijke regeling staat opgenomen; “Het doel van de regeling is het bevorderen dat de behandeling van verzoeken om schadevergoeding die verband houden met de aanleg van de HSL-Zuid en de verbreding, verlegging en reconstructie van de A-16 (...)respectievelijk de A-4, zoals bedoeld in artikel 1 onder f, en de beslissingen op die verzoeken doelmatig, deskundig en op gelijke wijze plaatsvinden. Door deze regeling wordt tevens voor de burgers duidelijkheid geschapen over de terzake bevoegde instantie.”
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Alle kosten van het Schap en van de door het Schap toegekende schadevergoedingen worden betaald door de Rijksoverheid.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Er is geen sprake van een eigen vermogen.
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Er is geen sprake van vreemd vermogen.
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Financieel resultaat 2021: Algemene kosten € 92.042,90 Deskundigenkosten € 75.679,55 Schadevergoedingen € 0,00 Totaal € 167.722,45
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2021 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Vanwege het feit dat alle kosten voor rekening komen van het Ministerie van I&W is er geen sprake van een financieel belang voor de gemeente.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? Er zijn thans geen financiële risico’s bekend. Het Schap heeft met de accountmanager van het Ministerie de afspraak gemaakt dat wanneer er een schadeverzoek met een aanmerkelijk belang wordt ingediend dat deze, met het oog op risicomanagement, direct bij het Ministerie kenbaar wordt gemaakt.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Het maatregelenpakket dat is aangekondigd om de geluidsbelasting van de HSL te verminderen, wordt in twee delen aanbesteed en uitgevoerd. Het 1e pakket aan maatregelen is eind 2020 vastgesteld en de realisatie van deze maatregelen is begonnen in 2021. Het traject voor het 2e pakket aan maatregelen is nog niet afgerond waardoor het nog niet duidelijk is welke maatregelen wanneer getroffen gaan worden. Qua locatie kunnen deze pakketten elkaar overlappen. ProRail coördineert de uitvoering van het maatregelenpakket. Nieuwe en aanvullende aanvragen tot schadevergoeding kunnen worden afgehandeld als vast staat welke maatregelen er getroffen worden en wat het effect is op de geluidsbelasting van het object van de aanvrager. Besluitvorming door het Schap vindt plaats sinds de verlenging van de Gemeenschappelijke Regeling (verlengd tot 1 januari 2026). Vanwege doorlooptijden van advisering, besluit, bezwaar en eventueel beroep en hoger beroep verdient het de voorkeur dat belanghebbenden die menen in aanmerking te komen voor schadevergoeding, daartoe tijdig een verzoek indienen.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Er is geen sprake van een financieel risico omdat alle kosten voor rekening komen van het Ministerie van I&W. In bestuurlijke zin is geen risico te verwachten omdat het Algemeen bestuur van het Schap bevoegd is te beslissen op de aanvragen.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? Het doelmatig, deskundig en gelijkmatig behandelen van alle verzoeken om schadevergoeding in verband met de aanleg van de HSL-Zuid draagt bij aan het minimaliseren van de negatieve impact.

SVHW (Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie, Heffingen en Waardebepaling)

Terug naar navigatie - SVHW (Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie, Heffingen en Waardebepaling)
Naam verbonden partij SVHW (Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie, Heffingen en Waardebepaling)
Vestigingsplaats Klaaswaal
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) (art 3 GR) Een zo doelmatig mogelijke uitvoering van werkzaamheden met betrekking tot - de heffing en invordering van belastingen - de uitvoering van Wet waardering onroerende zaken (woz) - de administratie van vastgoedgegevens - het verstrekken van vastgoedgegevens aan deelnemers en derden
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) De bijdrage van Lansingerland voor 2022 is begroot op € 583.000. In 2021 was deze bijdrage € 547.000,-.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 693.000 Per 31-12-2021: € 849.000
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 7.193.000 Per 31-12-2021: € 6.159.000
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) In 2021 is een positief resultaat van € 228.000,- gerealiseerd 2020: €102.000,- negatief)
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2021 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Geen veranderingen
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? SVHW is een belangrijke organisatie voor haar deelnemers, continuïteit van de bedrijfsvoering is daarom essentieel. Bij het opvangen van de gevolgen van calamiteiten is het onwenselijk dat de organisatie afhankelijk zou zijn van de besluitvorming van deelnemers. Dit dient op het niveau van directie en Dagelijks Bestuur te kunnen worden beslist. Gelet op de behoefte aan continuiteit van de bedrijfsvoering is er een financiële buffer van minimaal 400.000 en maximaal 700.000 euro ingesteld. Er doen zich geen juridische procedures voor die aanleiding kunnen geven tot enig financieel nadeel. SVHW heeft binnen haar mogelijkheden maatregelen getroffen om de economische gevolgend voor de ondernemers te beperken, onder andere door het aanbieden van uitstel van betaling. Er kan druk komen te staan op de cashflow, doordat de continuïteit van ondernemingen die geraakt worden door de Coronacrisis onder druk komt te staan. Hierdoor is de kans aanwezig, dat als gevolg van faillissementen het aantal afboekingen van oninbare posten zal toenemen. SVHW heeft intern technische en organisatorische maatregelen genomen om uitval van bedrijfskritieke processen te voorkomen.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Door gemeentelijke herindelingen (samenvoeging) zijn er deelnemers uitgetreden en nieuwe toegetreden. Het aantal deelnemers is daardoor gewijzigd naar 14. De uittredende deelnemers betalen een uittredingsvergoeding die de frictiekosten van dit proces dekken. Mogelijk treden er op de korte termijn nieuwe deelnemers toe, de mogelijke financiële gevolgen hiervan zijn (nog) niet bekend.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Op basis van de financiële en bestuurlijke analyse kan worden vastgesteld dat het risicoprofiel gemiddeld is. De  jaarlijkse bijdrage is gemiddeld en de gemeente is deels financieel aansprakelijk. Het weerstandsvermogen van SVHW is op peil en de bedrijfsvoering en kwaliteit van het risicomanagement zijn toereikend. Uit de financiële analyse komt derhalve de score gemiddeld. De bestuurlijke analyse geeft tevens een score van gemiddeld. Lansingerland is vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur, er zijn duidelijke afspraken over de informatievoorziening welke naar tevredenheid worden gehonereerd en het belang van het SVHW komt volledig overeen met het belang van Lansingerland. De te leveren prestaties door het SVHW zijn echter maximaal van invloed.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? De uitbesteding van de werkzaamheden m.b.t. belastingen past in het streven van de gemeente om waar mogelijk in regie te werken en een kostenbesparing te realiseren.

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Naam verbonden partij Veiligheidsregio Rotterdam - Rijnmond
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) De VRR behartigt ons publieke belang door het voorkomen, beperken en bestrijden van rampen en crises.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Bijdrage 2021 is € 3.782.213. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: € 3.756.213 (basiszorg) en € 26.000 (FLO) Bijdrage 2022 is € 3.827.581. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: € 3.825.129 (basiszorg) en € 2.452 (iov bijdrage).
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 13.067.221 Per 31-12-2021: € 5.085.215
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 70.887.141 Per 31-12-2021 € 96.224.925
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) -/- € 195.000
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2021 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Er zijn geen veranderingen in het financiele belang dat de gemeente in deze verbonden partij heeft. In 2021 is het inwonersaantal aangepast naar het aantal inwoners per 1-1-2020, conform de CBS cijfers.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? In de jaarrekening 2021 zijn de volgende risico’s opgenomen: • Vrijwaring van gemeenten voor aansprakelijkheid niet verzekerbare risico’s. Het gaat hier om juridische gevolgen, zoals claims; • Wegvallen en niet toereikend zijn van gelden landelijk expertisecentrum (LEC); • Spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg. Risico bestaat eruit dat de gemaakte afspraken met zorgverzekeraars over spreiding en beschikbaarheid van de ambulancezorg niet nagekomen worden, met als gevolg een korting als maatregel; • Gevolgen van (veranderde) wet en regelgeving niet tijdig op kunnen vangen; • Vertraagd tempo en/of onvoldoende aanpassingen bijdragen van stakeholders van de VRR t.b.v. kostenontwikkeling; • Wet normalisering rechtspositie ambtenaren • Deeltijdregeling brandweervrijwilligers; • Alarmering bevolking. Uitfaseren luchtalarm is uitgesteld. Een aantal Veiligheidsregio’s, waaronder de VRR is in overleg met de Minister om sirenes in de buurt van chemisch-industriële complexen over te nemen. • Personele capaciteit brandweer. In diverse delen van de regio staat de dekking van de brandweerzorg onder druk bij gebrek aan vrijwilligers die overdag beschikbaar zijn. Lansingerland kent op dit moment geen wervingsproblemen. Ondanks alternatieven, zoals opgenomen in het Plan brandweerzorg, lukt het in delen van de regio niet om de gewenste dekking te garanderen. Verwachting is dat verdere aanpassingen (zoals o.a. het bemannen van vrijwilligersposten door beroepsbrandweer) gaan knellen qua financiën. • Gevolgen ontwikkelagenda VRR. Samen met de regiogemeenten onderzocht de VRR of de taken en budgetten van de VRR nog voldoende op elkaar zijn afgestemd. De uitkomst van de besluitvorming omtrent de ontwikkelagenda wordt gebruikt als input voor het VRR meerjarenbeleidsplan 2023-2027 en is gebruikt voor de Kadernota 2023. De financiele gevolgen zijn merkbaar in de begrotingen voor de jaren 2023 t/m 2026. Voor het begrotingsjaar 2023 wordt tevens een nieuwe kostenverdeelsystematiek gebruikt voor het bepalen van de gemeentelijke bijdrage. • Effecten en kosten als gevolg van grote crises (bv. Uitbraak grieppandemie). • Financiele gevolgen van schade die niet meer of beperkt verzekerbaar is.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? De belangrijkste punten zijn: • Invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) en het, naar het zich laat aanzien, verdwijnen van de vrijwilligersstatus bij de brandweer; • De invoering van de Omgevingswet, verwacht vanaf 1 januari 2023; • Mogelijk hoger uitvallen FLO kosten bij de eindafrekening in 2023, als gevolg van een groter nadelig effect van het versneld sparen.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting De omvang van de jaarlijkse financiële bijdrage aan de VRR is hoog. Ondanks dat de jaarlijkse financiële bijdrage hoog is, is het financiële risico gemiddeld. Dit heeft ermee te maken dat VRR vaste taken heeft. De in kaart gebrachte negatieve risico’s zijn laag. Het risico wordt verspreid doordat 15 gemeenten deelnemen aan deze Gemeenschappelijke regeling. Het bestuurlijke inhoudelijke risico is laag. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt met de VRR die we regelmatig monitoren. De gemeente Lansingerland is in het Dagelijks Bestuur vertegenwoordigd door de burgemeester, met de portefeuille ‘Bedrijfsvoering’.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? De Veiligheidsregio voert taken uit op het gebied van rampenbestrijding, crisisbeheersing, risicobeheersing, brandweerzorg, ambulancezorg en geneeskundige hulpverlening. Daarmee draagt het bij aan Lansingerland als een veilige en leefbare gemeente.

NV Duinwaterbedijf Zuid-Holland (Handelsnaam Dunea)

Terug naar navigatie - NV Duinwaterbedijf Zuid-Holland (Handelsnaam Dunea)
Naam verbonden partij NV Duinwaterbedrijf Zuid-Holland Handelsnaam Dunea
Vestigingsplaats Zoetermeer
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) Het publieke belang bestaat uit de gewaarborgde levering van drinkwater aan onze inwoners. Zo zijn alle 17 gemeenten in het leveringsgebied aandeelhouders. Dunea wil een vitale organisatie zijn die toekomstbestendige producten en diensten levert en daarbij duidelijk zichtbaar is als maatschappelijke onderneming. Het nieuwe strategisch kader "Koers 2020" is eind 2020 van kracht geworden en heeft vier accenten: • Klantaccent, onderscheidend in dienstverlening en kwaliteit; • Beter voorbereid op de toekomst door verbreding producten & diensten; • Het zijn van duinbeheerder van wereldklasse; • Strijden voor het drinkwaterbelang van de Lek en de Maas.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Lansingerland bezit 186.584 aandelen (na de periodieke herverdeling in 2018) van de in totaal 4.000.000 uitgegeven aandelen. Het aandelenkapitaal in Dunea vertegenwoordigt een waarde van €0,- op onze balans. Statutair mag Dunea geen dividend uitkeren.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (jaarrekening 2021 nog niet gepubliceerd) Per 1-1-2021: € 236.8 mln. Per 31-12-2021: € xxx mln (nog niet bekend)
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (jaarrekening 2021 nog niet gepubliceerd) Per 1-1-2021: € 359.5 mln. Per 31-12-2021: € xxx mln (nog niet bekend)
Financieel resultaat 2021 (jaarrekening 2021 nog niet gepubliceerd) Resultaat na belasting boekjaar 2021: € xxx mln nog niet bekend (2020: € 7.0 mln)
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2021 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Geen.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? Lansingerland is aandeelhouder en loopt daardoor in principe geen of een beperkt financieel of bestuurlijk risico.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? De aandachtspunten blijven het verzorgen van een goede drinkwatervoorziening en beheer van het duingebied. In de aandeelhoudersvergadering van November 2019 is daarnaast besloten tot een statutenwijziging en oprichting van een dochtervennootschap opdat Dunea NV in een later stadium kan beschikken over een vergunde warmtedochter die een rol kan spelen bij projecten op het gebied van Aquathermie binnen het leveringsgebied van Dunea. Deze activiteiten zijn in 2020 gefinancieerd met vanuit de winst over boekjaar 2019 (winsttoewijzing). In 2021 hebben de eerste investeringen in aquathermie projecten vanuit de nieuwe dochtervennotschap plaatsgevonden.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Op basis van de financiële en bestuurlijke analyse kan worden vastgesteld dat het risicoprofiel laag is. Lansingerland is aandeelhouder en loopt daardoor in principe geen of een beperkt financieel of bestuurlijk risico.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? Dunea beheert de natuur (duinlandschap) en het water in Zuid-Holland. Dunea zorgt voor schoon drinkwater in Lansingerland.

Eneco Groep

Terug naar navigatie - Eneco Groep
Naam verbonden partij Eneco Groep N.V.
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) Deze verbonden partij draagt niet meer bij aan de realisatie of borging van een publiek belang. Ter toelichting het volgende. De gemeente Lansingerland heeft zich in 2017 bezonnen op het toekomstig aandeelhouderschap van Eneco Groep N.V. Daartoe is in 2017 een traject gelopen, gezamenlijk met alle aandeelhouders van Eneco, om hier op een zorgvuldige wijze naar te kijken. In dit proces is de raad intensief betrokken. Uitkomst is dat Lansingerland constateert dat het aandeelhouderschap in Eneco niet noodzakelijk is om publieke belangen te realiseren of te borgen. Mede om die reden heeft Lansingerland op 31 oktober 2017 besloten om het aandelenbelang in Eneco af te bouwen. Na een zorgvuldig gecontroleerd veilingproces is de bieding van het consortium van Mitsubihi / Chubu als beste beoordeeld. Op 30 januari 2020 besloot Lansingerland dit bod te accepteren en alle aandelen te verkopen aan dit consortium. Het consortium heeft het bod gestand gedaan omdat meer dan 75 procent van geplaatste kapitaal de aandelen verkoopt én de regulatorische toestemmingen ontvangen zijn. De levering van de aandelen heeft inmiddels plaatsgevonden op 24 maart 2020 en de verkoopopbrengst van EUR 137,6 miljoen is op 25 maart 2020 geheel ontvangen.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Als gevolg van de verkoop in 2020 is de gemeente Lansingerland geen aandeelhouder meer.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Als gevolg van de verkoop in 2020 is de gemeente Lansingerland geen aandeelhouder meer.
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Als gevolg van de verkoop in 2020 is de gemeente Lansingerland geen aandeelhouder meer.
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Als gevolg van de verkoop in 2020 is de gemeente Lansingerland geen aandeelhouder meer.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2021 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft In 2020 zijn de aandelen in Eneco verkocht en geleverd.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? In verband met de verkoop en de levering van de aandelen aan Mitsubishi / Chubu zijn er geen grote financiële risico's bekend. Het risico met betrekking tot de claim van de oud-aandeelhouders van REMU blijft, naar rato van het aandelenbelang, voor rekening en risico van de aandeelhouders. Deze claim bedraagt EUR 134 miljoen verhoogd met een vordering van een jaarlijkse wettelijke handelsrente van 8 procent. Het risico op toekenning van de claim wordt beduidend kleiner geacht dan 50 procent. Voor dit risico is geen voorziening opgenomen maar dit risico is wel verwerkt in het benodigde weerstandsvermogen. Op 8 december 2020 deed het Gerechtshof Amsterdam uitspraak in het hoger beroep. Hierbij is Eneco (en hiermee de voormalige aandeelhouders) in het gelijk gesteld. Op 8 maart 2021 heeft de eisende partij het cassatieberoep ingesteld.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Als gevolg van de verkoop in 2020 is de gemeente Lansingerland geen aandeelhouder meer.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Op 30 januari 2020 heeft Lansingerland besloten tot verkoop van alle aandelen in Eneco. De levering van de aandelen heeft inmiddels plaatsgevonden op 24 maart 2020. Het financiële en bestuurlijke risiso bestaat alleen uit de REMU-claim.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? Niet van toepassing.

Stedin Groep

Terug naar navigatie - Stedin Groep
Naam verbonden partij Stedin Holding N.V.
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) De waarborging van levering van energie aan de klanten binnen het verzorgingsgebied door middel van netbeheer als bedoeld in de Electriciteitswet en de Gaswet. Stedin maakt hierdoor de energietransitie mogelijk.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Lansingerland draagt niet structureel financieel bij aan deze Verbonden Partij maar ontvangt juist een dividend. Het geprognotiseerde dividend is in de meerjarenbegroting opgenomen als algemeen structureel dekkingsmiddel. Lansingerland is de vijfde aandeelhouder met een aandeel van 3,38% in het reguliere aandelenkapitaal. De boekwaarde van de reguliere aandelen Stedin is EUR 0,6 miljoen. Op 3 juni 2021 heeft de gemeenteraad van Lansingerland ingestemd met de verkrijging van maximaal €13.522.000 van de nog uit te geven cumulatief preferente aandelen Stedin Holding N.V. Er is overtekend op de emissie waardoor de toewijzing heeft geresulteerd in een totale investering van € 12.858.458 welke op 12 juli 2021 is voldaan. Deze investering in cumulatief preferente aandelen Stedin staat tegen de verkrijgingswaarde op de balans en levert ons een structureel dividend op. Het cumulatief preferent dividend bedraagt 3% per jaar over het ingebrachte kapitaal resulterend in een verwacht structureel inkomen van € 385.750 per jaar. Het totale dividend (regulier en cumpref) voor 2021 bedraagt EUR 0,9 miljoen en het geprognotiseerde totale dividend voor 2022 bedraagt EUR 0,4 miljoen.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 2.891 mln. Per 31-12-2021: € 3.270 mln.
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 4.681 mln. Per 31-12-2021: € 4.912 mln.
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Het nettoresultaat over boekjaar 2021 bedraagt EUR 21 mln (2020: 42 mln).
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2021 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft In begrotingsjaar 2021 is het financiële belang van de gemeente Lansingerland in deze verbonden partij toegenomen door de verkrijging van cumulatief preferente aandelen. Op 1 april 2021 heeft Stedin in het kader van haar traject langetermijnfinanciering (LTF 2) haar aandeelhouders verzocht om een kapitaalinjectie van 200 miljoen euro. De gemeente Lansingerland heeft op deze emissie ingetekend en 26.750 cumulatief preferente aandelen toegewezen gekregen tegen een investering van €12.858.458. Hiermee houdt de gemeente nu naast het belang van 3,38% in het reguliere kapitaal ook 6,43% van het cumulatief preferente kapitaal. Het stembelang van de gemeente Lansingerland is daarmee toegenomen tot 3,62%. Hiermee blijven wij de vijfde aandeelhouder.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? De dividenduitkering is een vast dekkingsmiddel in onze begroting. De omvang van het uit te keren dividend is onder andere afhankelijk van de nettowinst in enig jaar en de solvabiliteit. De solvabiliteit is mede afhankelijk van de hoogte van het investeringsprogramma uit hoofde van de energietransitie. De mogelijke tegenvallers in de nettowinst van de onderneming én een verslechtering van de solvabiliteit zijn een financieel risico.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Stedin zorgt dat de energietransitie mogelijk is. Dat gaat gepaard met aanzienlijke investeringen. Aandachtspunten zijn met name de vereiste operationele snelheid ten opzichte van de aard en omvang van de energietransitie en de beschikbare financiële investeringsruimte, solvabiliteit en credit rating. Met betrekking tot het laatste aspect onderzoekt Stedin met de AHC de aard en omvang van langetermijnfinanciering, resterende voorziene maximale kapitaalbehoefte van 1,75 miljard en wijze waarop deze ingevuld wordt, waarbij aangetekend moet worden dat er in eerste instantie voor de invulling van de kapitaalbehoefte nadrukkelijk gekeken wordt naar het Rijk en de niet-aandeelhoudende gemeenten en provincies binnen het verzorgingsgebied van Stedin. De commerciële activiteiten zijn in 2018 en 2019 grotendeels afgebouwd en zijn daarmee geen belangrijk aandachtspunt meer.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Uitkomst van de financiële analyse is dat het financieel risicoprofiel gemiddeld is. Stedin opereert in een gereguleerde markt waarbij de verwachte investeringen uit hoofde van de energietransitie aanzienlijk zijn hetgeen financiële druk legt op de solvabiliteit en de credit rating. Het dividend zal daarom de komende jaren beperkt zijn ten opzichte van het recente verleden. Uitkomst van de bestuurlijke analyse is dat het bestuurlijke risicoprofiel laag is. Enerzijds is Stedin een zogenaamde structuurvennootschap waarbij de rechtstreekse invloed van aandeelhouder(s) op de raad van commissarissen en de raad van bestuur beperkt is. Anderzijds zijn er met Stedin eenduidige afspraken gemaakt over ondermeer het goedkeuringsrecht van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders met betrekking tot (des-)investeringsbeslissingen, een goedkeuringsrecht ten aanzien van de vaststelling van het meerjarig strategisch plan alsmede een herziening daarvan, en een adviesrecht op de concrete uitwerking van de strategie in de daarop aansluitende jaarplannen. Als onderdeel van het traject LTF is het door Stedin en de aandeelhouderscommissie wenselijk gevonden bij een kapitaalinjectie ook de governance te actualiseren en te optimaliseren, wat zich concreet vertaald heeft in aanpassingen van de statuten en het aandeelhoudersconvenant op de aandeelhoudersvergadering van 25 juni 2021.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? De waarborging van levering van energie aan de klanten binnen het verzorgingsgebied door middel van netbeheer als bedoeld in de Elektriciteitsnet en de Gaswet. Vanuit deze wettelijke verantwoordelijkheid neemt Stedin een cruciale rol in het realiseren van de energietransitie.

Stichting Parkmanagement Bedrijvenpark Oudeland (PMBO)

Terug naar navigatie - Stichting Parkmanagement Bedrijvenpark Oudeland (PMBO)
Naam verbonden partij Stichting Parkmanagement Bedrijvenpark Oudeland (PMBO)
Vestigingsplaats Berkel en Rodenrijs
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) De stichting heeft ten doel: a. het uitvoeren of doen uitvoeren van het algemeen management voor de dienstverlening met als doel het initiële kwaliteitsniveau van en het verblijfsklimaat op bedrijvenpark Oudeland te behouden en waar mogelijk te verhogen, een en ander overeenkomstig de daartoe in het parkmanagementplan opgenomen prestatie-eisen; b. het uitvoeren of doen uitvoeren van terreinbeveiliging op bedrijvenpark Oudeland overeenkomstig de daartoe in het parkmanagementplan opgenomen prestatie-eisen; c. het (doen) realiseren, (doen) beheren en (doen) onderhouden van bedrijfsverwijzingen op bedrijvenpark Oudeland overeenkomstig de daartoe in het parkmanagementplan opgenomen prestatie-eisen; d. het beheren en onderhouden of doen beheren en onderhouden van de openbare ruimte op bedrijvenpark Oudeland overeenkomstig het daartoe opgestelde beheerplan; en voorts al hetgeen met een en ander verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Het publieke belang is het creëren van een gunstig economisch klimaat. Daarnaast is de taak van de stichting PMBO het organiseren, in stand houden en daar waar mogelijk verbeteren van het kwaliteitsniveau (ruimtelijk, technisch en voor veiligheid) op bedrijvenpark Oudeland.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) De gemeente Lansingerland draagt het beschikbare budget voor het dagelijks beheer en onderhoud van de openbare ruimte over aan de stichting PMBO. Het gaat daarbij alleen om het budget behorende bij de taken die daadwerkelijk worden overgedragen. Het gaat om een bedrag van € 72.506,-. De verhouding bijdrage ondernemers – bijdrage gemeente voor het totale parkmanagement bedraagt in 2018 65%-35%.
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) begin 2021: 305.683, eind 2021 387.609
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) begin 2021: 299.648, eind 2021 387.609
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) winst: 20.777
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2020 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Er hebben zich geen veranderingen in het financieel belang voorgedaan. In 2014 is de Beheerovereenkomst tussen de gemeente Lansingeland en de stichting PMBO ondertekend. In deze overeenkomst zijn de afspraken voor het dagelijks beheer en onderhoud van Oudeland vastgelegd. De kaders hiervoor staan beschreven in het bijbehorende beheerplan.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? Geen bijzonderheden.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Het beheerplan is aan actualisering toe. We kijken opnieuw naar de werkzaamheden die de komende jaren nodig zijn om het gewenste kwaliteitsniveau te behalen en het budget dat daarvoor nodig is. We evalueren bestaande afspraken met de stichting PMBO en kijken waar aanscherping en/of verduidelijking nodig is. Tevens worden de statuten van de stichting PMBO opnieuw opgesteld. Proces nog steeds niet afgerond
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Financieel en bestuurlijk zijn de risico’s laag.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? Een goed georganiseerd en vitaal bedrijventerrein levert een belangrijke bijdrage aan de plaatselijke en regionale economie.

Bank Nederlandse Gemeenten

Terug naar navigatie - Bank Nederlandse Gemeenten
Naam verbonden partij Bank Nederlandse Gemeenten
Vestigingsplaats 's Gravenhage
Doelstelling van de VP. (Hoe ziet ons publiek belang eruit? ) BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Veranderingen in 2021 en 2022 in het bestuurlijke en publieke belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft. Er worden geen veranderingen verwacht.
Wat draagt LL financieel bij aan deze VP? (Hoe ziet ons financieel belang eruit?) Wij dragen financieel niets bij. Als aandeelhouder van 15.015 van de totaal circa 56 mln. aandelen ontvangen wij dividend. Het aandelenkapitaal in BNG vertegenwoordigt een waarde van €7.694,- op onze balans
Eigen vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 5.097 mln. Per 31-12-2021: € 5.062 mln.
Vreemd vermogen begin en einde begrotingsjaar 2021 (Uit: jaarrekening 2021) Per 1-1-2021: € 155.262 mln. Per 31-12-2021: € 143.995 mln.
Financieel resultaat 2021 (Uit: jaarrekening 2021) De netto winst 2021 bedraagt € 211 mln. (in 2020: € 202 mln). Per aandeel zal € 2,28 worden uitgekeerd aan dividend (in 2020 €1,81). De reguliere uitkeringspercentage bedraagt 50% van de winst per aandeel. Over de winst in 2021 wordt eenmalig 60% van de winst per aandeel uitgekeerd om te compenseren voor de niet-toegekende rentekorting over het eerste tijdvak van de Targeted Longer-Term Refinancing Operation (TLTRO).
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar 2020 in het financiële belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft Niet van toepassing.
Welke financiële risico’s zijn er nu bekend? Lansingerland is aandeelhouder en loopt daardoor in principe geen of een beperkt financieel of bestuurlijk risico.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten of mogelijke knelpunten voor LL de komende 2 jaar? Niet van toepassing.
Resultaat financiële en bestuurlijke (inhoudelijke) risicoanalyse met toelichting Op basis van de financiële en bestuurlijke analyse kan worden vastgesteld dat het risicoprofiel laag is. Lansingerland is aandeelhouder en loopt daardoor in principe geen of een beperkt financieel of bestuurlijk risico.
Op welke wijze draagt de verbonden partij bij aan realisatie van de doelstellingen van het programma? Lansingerland is aandeelhouder. De dividenduitkering is een vast dekkingsmiddel in onze begroting.

Paragraaf Grondbeleid

Grondbeleid

Terug naar navigatie - Grondbeleid

Grondbeleid is een middel om ruimtelijke doelstellingen op het gebied van bijvoorbeeld volkshuisvesting, economie, groen en recreatie, infrastructuur en maatschappelijke voorzieningen te realiseren. Onze kaders zijn vastgelegd in de nota Grondbeleid. In deze nota geven we inzicht in de verschillende vormen van grondbeleid en de keuze die wij hierin maken, de instrumenten die wij inzetten om dit beleid te realiseren en de spelregels die wij hierbij toepassen. De doelstellingen en ambities uit het coalitieakkoord 2019-2022 vormen hiervoor de basis samen met de beleidsdoelstelling zoals vastgelegd in bijvoorbeeld de Omgevingsvisie en de Woonvisie.

Vanuit de VINEX-opgave heeft de gemeente in het verleden vooral een actief grondbeleid gevoerd. De projecten Westpolder – Bolwerk, Meerpolder, Parkzoom en Wilderszijde zijn in uitvoering. Bij een actief grondbeleid koopt en produceert de gemeente zelf bouwgrond. Hieraan zijn ook risico's verbonden. Een toename van de financiële risico's voor de gemeente is niet gewenst. Voor nieuwe ontwikkelingen kiezen wij dan ook in de basis voor een (meer) faciliterend grondbeleid. De kostenverhaalsmogelijkheden vanuit de Wet ruimtelijke ordening ondersteunen deze keuze. Ook de nieuwe omgevingswet biedt in de toekomst de mogelijkheid tot kostenverhaal.

Het college staat open voor nieuwe, private initiatieven. Hierbij wordt telkens de afweging gemaakt in hoeverre deze initiatieven van meerwaarde of aanvullend zijn ten opzichte van de reeds bestaande plannen.

Jaarlijks actualiseren we de lopende grondexploitaties in de Meerjaren Prognose Grondexploitaties (MPG) en geven we bij de begroting een globale doorkijk naar de eerstvolgende actualisatie. De actualisatie van het MPG 2022 per 1-1-2022 is de basis voor de waardering van onze grondexploitatieprojecten in de jaarstukken 2021. Het college stelt daarnaast jaarlijks de Kaderbrief Grondprijzen vast.

Grondexploitatie, risico’s en weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Grondexploitatie, risico’s en weerstandsvermogen

Het MPG 2022 vormt de basis voor de jaarstukken 2021. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij dan ook naar het MPG 2022.

Bij de actualisatie sturen we vooral op de 4 P's: programma, planning, prijzen en parameters. Deze vier elementen bepalen in hoge mate het resultaat van de grondexploitaties. In 2021 hadden wij de volgende projecten in exploitatie:

Kern Woningbouw Bedrijventerreinen Centrum-ontwikkeling Overig
Berkel en Rodenrijs Meerpolder Oudeland Berkel Centrum
Westpolder/Bolwerk
Rodenrijse Zoom
RvR Groenzoom Noordeinde
Bergschenhoek Wilderszijde Leeuwenhoekweg Landscheidingspark Horeca
Parkzoom

Resultaat afgesloten projecten

In 2021 sloten wij het project Parkzoom af met een positief resultaat van € 4,57 mln., waarvan € 3,54 mln. reeds als tussentijdse winst is genomen in de voorgaande jaren. In 2021 sloten wij ook het project Rodenrijse Zoom af met een positief resultaat van €0,94 mln., waarvan € 0,81 mln. reeds als tussentijdse winst is genomen in de voorgaande jaren.

Resultaat MPG 2021

Per 1-1-2022 zijn alle grondexploitaties volledig geactualiseerd. Bij de actualisatie stelden we de parameters opnieuw vast, verwerkten we de boekwaarden en stelden we de raming en fasering van de nog te maken kosten en opbrengsten waar nodig bij.


In het MPG 2022 lichten we de (algemene) uitgangspunten, marktontwikkelingen en alle grondexploitaties nader toe. Hierbij gaan we ook in op de verschillen ten opzichte van het MPG 2021 en de aan de grondexploitaties verbonden risico’s.


Conform de notitie Grondexploitaties van de commissie BBV zijn de resultaten van alle lopende grondexploitaties in onderstaande tabel weergegeven. Bij de nominale waarde wordt geen rekening gehouden met toekomstige rente en indexering van kosten en opbrengsten. In de eindwaarde is hier wel rekening mee gehouden. Bij de netto contante waarde wordt dit resultaat op eindwaarde teruggerekend naar het heden (prijspeil 1-1-2022), waarmee de resultaten van de grondexploitaties onderling vergelijkbaar zijn.

Tussentijdse winstneming

Het BBV schrijft een tussentijdse winstneming voor bij winstgevende projecten, naar rato van de voortgang. Hierbij gelden 3 voorwaarden:
• Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat én;
• De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht én;
• De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).

De hoogte van de tussentijdse winstneming bepaalden wij per project op basis van het zogenaamde percentage of completion (POC) op basis van het MPG 2022. Eventuele risico’s (onzekerheden) brachten we hierop in mindering.

Op basis van bovenstaande namen we bij de jaarrekening 2021 in totaal ca. € 4,39 mln. aan tussentijdse winst. Dit bedrag komt bovenop de in 2017 tot en met 2020 genomen winst. Het totaal van de genomen winsten over de lopende grondexploitaties komt hiermee uit op €21,79 mln. De winstneming betreft de volgende grondexploitaties:

Bedragen x € 1 miljoen
Positieve grondexploitaties Reeds genomen winst t/m 2020 Te nemen winst 2021 Totaal tussentijdse winstneming
Oudeland 12,24 2,49 14,73
Rodenrijse Zoom 0,81 0,12 0,94
Parkzoom 3,54 1,03 4,57
RvR Groenzoom Noordeinde 0,34 -0,28 0,06
Meerpolder 0,47 -0,25 0,21
Wilderszijde 0,00 1,27 1,27
Totaal 17,40 4,39 21,79

Verwerking van het tekort en totaal voordeel

Voor het tekort, ofwel het totaal aan verliesgevende grondexploitaties, moet een verliesvoorziening aanwezig zijn. Op basis van het MPG 2022 is een verliesvoorziening benodigd van € 35,44 mln. Per 31-12-2020 was een verliesvoorziening benodigd van € 34,84 mln. (inclusief Wilderszijde in exploitatie per 1-1-2021). Dat betekent dat bij de Jaarrekening 2021 per saldo een bedrag van € 0,60 mln. wordt onttrokken aan de algemene reserve.

Zoals opgenomen in de nota Reserves en Voorzieningen 2020 is de dotatie aan de verliesvoorziening per 31-12-2021 bij de Jaarrekening 2021 vóór resultaatsbestemming onttrokken aan de algemene reserve. Dit geldt ook voor de tussentijdse winstneming en genoemde verrekening van de afgesloten projecten.

Bedragen x € 1 miljoen
Negatieve grondexploitaties Reeds opgenomen verliesvoorziening t/m 2020 Te nemen verlies 2021 Totaal verliesvoorziening
Berkel Centrum West -14,63 -0,25 -14,88
Westpolder - Bolwerk -10,99 -1,76 -12,75
Wilderszijde -1,62 1,62 -
Leeuwenhoekweg -7,11 -0,06 -7,17
Landscheidingspark Horeca -0,48 -0,16 -0,64
Totaal -34,84 -0,60 -35,44

Verschillenverklaring

Ten opzichte van de het MPG 2021 is het resultaat van het MPG 2022 (zowel positieve als negatieve grondexploitaties) verbeterd met € 8,55 mln. op netto contante waarde. De negatieve grondexploitaties zijn verslechterd met € 2,22 mln. en de positieve grondexploitaties kennen een verbetering van € 10,78 mln.

Het verschil in resultaat ten opzichte van het MPG 2021 wordt onder meer veroorzaakt door de volgende wijzigingen:
Algemeen
•    Rente boekwaarde: Conform BBV rekenden we de werkelijke rente over 2021 toe aan de grondexploitaties. Deze is lager dan begroot (voordelig effect);
•    Parameters kosten- en opbrengstenstijging: de parameters voor kostenstijging zijn over de gehele looptijd hoger zijn dan vorig jaar ingeschat. Hoewel de parameters voor opbrengstenstijging ook zijn toegenomen, heeft dit enkel effect in de projecten waar de grondopbrengst nog niet contractueel is overeengekomen. Per saldo heeft dit een negatief effect. 

Projecten
Voor Westpolder-Bolwerk is het resultaat van de grondexploitatie verslechterd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het toevoegen van kosten met betrekking tot een nieuw te verwerven perceel en een verlenging van de looptijd van het project. Oudeland heeft een verbetering van het resultaat van de grondexploitatie als gevolg van voorspoedige marktontwikkelingen en een versnelling van de uitgifte waardoor de looptijd van het project korter wordt. Voor Wilderszijde is eind december de gebiedsexploitatie voor het gehele project vastgesteld. Ten opzichte van de MPG2021 was dit al een verbetering in resultaat. Bij de actualisatie bij het MPG 2022 is het resultaat van de grondexploitatie verbeterd. Dit komt met name door gunstige marktomstandigheden en de toename van de grondopbrengsten voor woningbouw. Het resultaat van de grondexploitatie voor Ruimte voor Ruimte Groenzoom Noordeinde is verslechterd ten opzichte van vorig jaar. Dit komt met name door de toename van kosten als gevolg van nadere uitwerking van de plannen en de verlenging van de looptijd van het project. 

BBV en 10 jaarstermijn

Lansingerland heeft op dit moment één grondexploitatie met een looptijd langer dan 10 jaar. De grondexploitatie Wilderszijde loopt tot en met 31-12-2032 en overschrijdt daarmee de richttermijn van 10 jaar, zoals door het BBV gesteld. Om de risico’s van de (lange termijn) ontwikkeling van Wilderszijde te beheersen hebben wij in het MPG beheersmaatregelen opgenomen en vastgesteld.

Risico’s binnen de grondexploitaties

Ondanks dat we de ramingen binnen de grondexploitaties met de grootst mogelijke zorgvuldigheid opstellen, blijven er risico’s bestaan. De berekeningen zijn gebaseerd op aannames en uitgangspunten, die in de praktijk anders (zowel positief als negatief) kunnen uitvallen. De belangrijkste risico’s die samenhangen met de grondexploitaties hebben betrekking op de planning, de prijs en het programma. Voor de lopende projecten zijn de nog te realiseren opbrengsten na 2021 op een totaal van ca. € 275 mln. geraamd. Het al dan niet realiseren van deze opbrengsten is voor de grondexploitaties de grootste uitdaging. Het college stuurt dan ook actief op de realisatie van deze opbrengsten.

De positieve lijn van de afgelopen jaren zette zich in 2021 voort. Voor zowel de woningbouwprojecten als de bedrijventerreinen sloten we in 2021 diverse overeenkomsten af, ondanks de blijvende bijzondere marktomstandigheden vanwege corona. Indien de positieve markt zich voortzet, kan de in de grondexploitaties opgenomen financiële ruimte (risicoreservering) de komende jaren mogelijk verder vrijvallen. Dit heeft een positief effect op het resultaat van de grondexploitaties.

Hier tegenover staan ook negatieve scenario’s. Voor een deel is de markt te beïnvloeden, maar voor een ander deel ook niet. Mochten door omstandigheden de geraamde opbrengsten voor de komende jaren maar voor een deel worden gerealiseerd, dan lopen de rentelasten snel op (incidenteel én structureel). En als de nu nog steeds lage rente gaat stijgen dan heeft dit effect op de saldi van de jaarschijven (en de resultaten van de grondexploitaties). In combinatie met een tegenvallende grondverkoop kunnen dit dan forse tegenvallers zijn. Door de verbeterde verhouding tussen eigen- en vreemd vermogen zal het effect van rentestijgingen lager worden in de toekomst.

Gekoppeld aan de actualisatie van de grondexploitaties actualiseren we ook altijd de risico’s. Hierbij schatten we, naast het risicobedrag, ook in wat de kans is dat het risico zich zal voordoen. Dit leidt tot een gewogen risicoprofiel per project. Om het verloop van de risico’s te kunnen monitoren in de tijd is (indicatief) een indeling gemaakt naar 3 profielen: hoog (gewogen risico groter dan € 2,5 mln.), midden (gewogen risico € 1 mln. tot € 2,5 mln.) en laag (gewogen risico tot € 1 mln.). Bij een voorspoedige ontwikkeling nemen de risico’s af naar mate de ontwikkeling vordert. In het begin van een project is er doorgaans sprake van aannames met een hoge mate van onzekerheid. Naar mate de ontwikkeling concreter wordt, kunnen we de kosten en opbrengsten nauwkeuriger inschatten. Hieronder volgt een overzicht van de projecten met de daarbij behorende risicoprofielen van zowel het MPG 2022 als het MPG 2021.

De geactualiseerde risicoanalyses sluiten aan op de geactualiseerde grondexploitaties van het MPG 2022 en zijn waar nodig bijgesteld en/of aangevuld. Op totaalniveau is het risicoprofiel van de grondexploitaties verhoogd. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het MPG 2021 zijn hierbij:
• Verlagen van het risicobedrag voor Berkel Centrum West: in 2021 zijn belangrijke mijlpalen gezet in de ontwikkeling van het nieuwe centrumgebied: het te bebouwen deel (nu blokken 1 t/m 4) is bouwrijp opgeleverd, de sanering is in gang gezet, de grond is geleverd aan de ontwikkelaar en de bouw van de blokken 1 t/m 4 is gestart. Met het behalen van deze mijlpalen zijn de hiermee gepaarde risico’s vervallen en neemt ook het risicoprofiel af. 
• Verhogen van het risicobedrag voor Wilderszijde: eind 2021 is de gebiedsexploitatie Wilderszijde voor het gehele gebied vastgesteld. Gezien de omgang en looptijd heeft Wilderszijde een hoog risicoprofiel. Het risicoprofiel van Wilderszijde is ten opzichte van de op 23 december 2021 vastgestelde gebiedsexploitatie inhoudelijk beperkt gewijzigd.
• Door de omvang heeft Westpolder-Bolwerk op basis de gehanteerde indeling in risicoprofielen een hoog risicoprofiel.

Op totaalniveau is het risicoprofiel van de grondexploitaties gekoppeld aan de benodigde weerstandscapaciteit. De verhoging van het risicoprofiel betekent dus ook een verhoging van de benodigde weerstandscapaciteit. Voor meer informatie wordt verwezen naar de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risicoprofielen 2021 2022
Meerpolder Laag Laag
Berkel Centrum West Midden Laag
Westpolder-Bolwerk Hoog Hoog
Oudeland Laag Laag
Leeuwenhoekweg Laag Laag
Wilderszijde* Laag Hoog
RvR Groenzoom Noordeinde Midden Midden
Landscheidingspark Horeca Laag Laag
* Wilderszijde had bij MPG2021 een laag risicoprofiel, bij de grondexploitatie eind 2021 was het risicoprofiel hoog

Vennootschapsbelasting

De Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen bepaalt dat ook gemeenten vennootschapsbelasting moeten betalen over ondernemersactiviteiten. Hier vallen in beginsel ook de (actieve) grondexploitaties onder. Via de Quickscan Winstoogmerk grondbedrijven toetsen we jaarlijks of er sprake is van een onderneming. Op basis van onze berekeningen gaan we er op dit moment vanuit dat dit voor Lansingerland nu niet het geval is.

Begin 2022 stelden wij op advies van onze huidige fiscaal adviseur op basis van het MPG 2021 ook een Quickscan op. Ook deze laat een negatief resultaat zien, zowel jaarlijks als op totaalniveau. Voor de jaren 2016-2020 hebben wij een “nihil”-aangifte ingediend bij de Belastingdienst en namen daarmee formeel een standpunt in richting de Belastingdienst.

Wij achten ons standpunt dat wij voor het totaal aan grondexploitaties niet door “de poort” gaan (en we ook fiscaal gezien dus geen winst maken) nog steeds reëel en onderbouwd. Hierdoor is onze inschatting omtrent de VPB ongewijzigd ten opzichte van MPG 2021.