We voorzien in een passend aanbod van jeugdhulp voor de meest kwetsbare jeugdigen

Een jeugdige en diens ouders krijgen geïndiceerde jeugdhulp wanneer zij zelf niet meer in staat zijn om met hun gezin, hun sociale netwerk of een laagdrempelige voorziening de vragen of problemen die spelen op te lossen. De hulp moet aansluiten op het dagelijks leven van het kind. We zetten in op de samenwerking met scholen zodat jeugdigen die hulp nodig hebben onderwijs blijven volgen. We streven ernaar dat in 2026 niet meer dan 2.150 jeugdigen (autonome groei) geïndiceerde hulp nodig hebben. 
Als gemeente zorgen we voor een zo dekkend mogelijk aanbod van jeugdhulp. Dit loopt uiteen van begeleiding, behandeling en dagbesteding tot basis- en specialistische GGZ. Ook verblijf in een pleeggezin of instelling valt onder dit aanbod evenals de jeugdbescherming en jeugdreclassering. In 2026 blijven we inzetten op kostenbeheersing en het doorontwikkelen van het aanbod. We verwachten dat de gemiddelde zorguitgave per kind licht stijgt van € 11.277 in 2025 naar € 11.510. Ondanks de hoge inflatie is de stijging minder hoog dan we hadden kunnen verwachten.
We willen in verhouding minder uitgaven doen aan regionaal ingekochte specialistische hulp en meer aan de lokaal ingekochte hulp waar dat kan. Kinderen die specialistische hulp nodig hebben krijgen dat uiteraard. De verhouding schuift al in de goede richting, in 2026 zal de verhouding naar verwachting 59% specialistisch en 41% lokaal zijn, qua uitgaven. In 2024 was de verhouding 62% om 38%. 
In het lokale team gaan we aan de slag met de eerste stappen van het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming (verbetert ondersteuning en bescherming voor slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling). Het lokale team gaat in de toekomst een grotere rol spelen bij alle gezinnen waar huiselijk geweld of kindermishandeling speelt. Dit is de nieuwe landelijke beleidslijn, waar op het moment van schrijven nog wel onzekerheid over is.